Stamboom familie Vermeulen

Schepen die ooit in het bezit waren van een Vermeulen

Het betreft hier de familie Vermeulen die generaties lang, vanaf ongeveer 1750 tot na 1950, in Zuidwest Nederland actief was in onder andere de beurtvaart.
Ook enkele verwanten van deze Vermeulens staan hieronder vermeld.
Onderstaand lijstje wordt geleidelijk uitgebreid.

Bronnen

, onder andere:
Liggers van de Scheepsmetingsdienst
website Maritiem Museum Rotterdam (MMR), daarop zijn veel scans van scheepsmetings- en kadasterregisters te vinden.
Registers Rijnpatenten, Duitstalig, in de bibliotheek van het Maritiem Museum Rotterdam (MMR). De oudste registers vermelden meestal alleen de naam van schipper/eigenaar, maar later soms ook details als bouwmateriaal (hout/staal/ijzer), afmetingen, laadvermogen, bouwjaar en -plaats, laatste inspectiedatum en -plaats, aantal bemanningsleden, taxatiewaarde, onderhoudstoestand. .
Getuigschriften Van Aanbrengen Brandmerk (GVAB) . Het handschrift hierop, en de vele doorhalingen, maakt dat deze soms slecht leesbaar zijn.

"Actief"


Stalen zeilaakschip, in 1908 gebouwd op een werf te Hoogezand.
3 september 1908: te Hoogezand voor het eerst opgemeten, meetnummer Hz1330N.
Lengte: 30 m 10 cm ;Breedte: 5 m 85 cm ; Inzinking:? ; Waterverplaatsing: 208,566 ton
Eigenaar Hendrik Martens had als domicilie Zierikzee.
[NB: Dit betreft Marten Hendrik (Hein) Martens, geboren op 23 maart 1866 in Zierikzee, zoon van Hendrik Martens en Pieternella van Westen; overleden op 25 januari 1944 in Bergen op Zoom. Hendrik was de halfbroer van Hector Vermeulen (1875-1965)].
juli 1920 (omstreeks): schip door Martens verkocht aan Ernest Groen uit Groningen.
11 februari 1928 hermeten te Rotterdam . Hermeten 202,566 en 197,330 ton
Hermeting: Lengte: 30 m 10 cm Breedte: 5 m 85 cm Waterverplaatsing:193,639 ton
1928: Getuigschrift van inbranding, KadasterBrandmerk:3755 B Rott 1928. Eigenaar op 12 oktober 1928: Ernst Groen, schipper te Groningen [11/3755/50/13048]. Betreft een stalen klipperzeilschip, gebouwd te Hoogezand in 1908, met een mast, een dek, voor- en achteronder. Inhoud Laadruimte 193 [doorgehaald] 202 M3
1929 schip verkocht aan ene H. Hagenach uit Hamburg (Duitsland).
16 juli 1929: doorhaling van de toeboekstelling [no 135]
Op de website Marhisdata staat veel informatie over latere geschiedenis van de "Actief", zie "http://www.marhisdata.nl/main.php?to_page=schip&id=13237" target="_blank">http://www.marhisdata.nl/main.php?to_page=schip&id=13237
Actief

"Advendo", later misschien "Buiten verwachting", "Advendo I", "Cornelia", "Jacoba Catarina", "Jacoba Catharina"


Stalen klipperaak, in 1897 gebouwd op de werf van de gebroeders Arie en Teunis van den Adel te Papendrecht.
december 1896: gedetailleerd bestek opgemaakt, daaruit enkele specificaties, voor zover te lezen: nieuw ijzeren rijnzeilschip voor schipper Jacob vermeulen thuis behorende te Zierikzee. Afmetingen schip: lengte 82 voet, breedt 19 voet, holte 7 voet, Amst. maat [ =0,2831 meter; dus 23,2 meter lang, 5,38 m breed, 1,98 m. holte. Mast en boegspriet.
Ijzeren roef van 10 voet [2,8 meter ?] lang, van binnen. De roef met pomp, goetsteen, privaat, en waterketel achterin.
Schip te leveren voor een prijs van 6500 gulden, daarvan 1000 bij tekenen bestek, 1000 bij aflevering, en 4500 onder scheepsverband.
Oorspronkelijk laadvermogen opgemeten te Gent (Belgi?) als 132.890 ton, meetnummer GD298B. [Van deze scheepsmeting is op het internet geen verdere gegevens te vinden].
29 oktober 1897: in een kadasterakte verklaart Jacob Vermeulen enig eigenaar te zijn van de overdekte ijzeren aak "Advendo" ,laadvermogen 2708 centenaars en 17 kilo [ NB : =135,408 ton], blijkens ijkbrief afgegeven te Dordrecht 28 oktober 1897, nummer 2866. Het schip is nimmer op een kantoor van hypotheken enz te boek gesteld.
Bron: Dordrecht deel 116, folio 3i rector, vak 1, een blad; overgeschreven in het hypotheekkantoor Dordrechtin deel 6 nummer 1033.
Op 30 oktober 1897 sluit Jacob Vermeulen een scheepsverband bij de gebroeders van den Adel voor 4500 gulden, zijnde het restant van de aannemingssom.
2 juli 1904: doorhaling van het op 30 oktober 1897 gesloten scheepsverband.


Het is schrijver dezes onduidelijk of het bovenstaande schip "Advendo" hetzelfde schip is als het hieronderstaande. De afmetingen, het tonnage, het bouwjaar en de bouwplaats doen vermoeden van wel.

Op 17 juni 1907 te boek gesteld op het hypotheekkantoor te Rotterdam (no 5593) onder de naam "Buiten verwachting", gebrand 5593 Rott 1907.
Eigenaar was toen een schipper Cornelis van der Wee, aan boord wonend, gedomicilieerd te Bergen op Zoom.
[Mogelijk ging het om Cornelis Arnoldus Gijsbertus Josephus van der Wee, geboren 25-2-1884 te Bergen op Zoom; hij was in 1903 schipper te Bergen op Zoom.]
22 juni 1907: te Schiedam werd een scheepsverband van 6000 gulden op het schip gevestigd: ten behoeve van Jacob Vermeulen (1841-1921), schipper gedomicilieerd te Papendrecht; en ten laste van genoemde Cornelis van der Wee.
In september 1909 liet Jacob Vermeulen executoriaal beslag op het schip leggen, vanwege achterstallige betalingen door Cornelis van der Wee. Het werd daarna openbaar verkocht.
1 oktober 1909: een op die datum opgesteld eigendombewijs gaf aan dat Jacob Vermeulen de ?Buiten Verwachting?, met inventaris en roeiboot, had gekocht voor f 4975 van Cornelis van der Wee.
Het schip voer daarna onder de naam "Advendo I" .
4 januari 1910 scheepsmeting te Zevenbergen, meetnummer Zb661N. Lengte: 23 m 33 cm Breedte: 5 m 42 cm Inzinking:? Waterverplaatsing:136,002 ton
Eigenaar Jac. Vermeulen had als domicilie Bergen op Zoom.
30 januari 1910; scheepvaartbericht: Advendo [met schipper] Vermeulen, Hansweert gepasseerd met bestemming Oud-Vossemeer
augustus 1910- juli 1914: enkele tientallen scheepvaartmeldingen omtrent een schip "Advendo" met schipper Huijbrechts/ (ook wel: Huybrechts), bij de passage van Hansweert.
1914: in het Rijnvaartpatent-register van 1914 komt een ijzeren zeilschip "Advendo" voor, gebouwd in 1897 te Papendrecht, 135 ton metend, lengte 23,33, breedte 5,42. Volgens het register was dit schip eigendom van ene V.L. Huybrechts uit Lillo , met schipper C. Huybrechts, varend onder Belgische vlag. Een Rijnvaartpatent was uitgereikt op 10 september 1910 te Dordrecht; laatste inspectie van het schip 11 februari 1914 te Antwerpen.
Het lijkt er op dat Jacob Vermeulen zijn schip ergens voor augustus 1910 heeft verkocht. De afmetingen, het bouwjaar en de bouwplaats van de "Advendo" van de scheepmeting januari 1910 komen vrijwel exact overeen met de gegevens van de "Advendo" uit het Rijnvaartpatent-register van 1914. De koper zou goed Victor Leopold(us) Huybrechts kunnen zijn, geboren 21 augustus 1883 te Lillo; hij was schipper in 1916, woonde en trouwde dat jaar te Ossendrecht. C. Huybrechts zou misschien een broer van Victor geweest kunnen zijn, Cornelius Huijbrechts.
15 september 1919 scheepvaartmelding omtrent een schip "Advendo" met schipper Huybrechts, bij de passage van Hansweert, richting Belgi?.
12 november 1919: uit een kadasterakte (Rotterdam 47/12326) blijkt dat Jacob Vermeulen zijn schip "Advendo I", " (vroeger genaamd "Buiten Verwachting"), metende 136 scheepstonnen, in oktober 1919 te Oostburg had verkocht aan Marinus Johannes Manneke, schipper wonende te Ooltgensplaat.
Uit de akte blijkt ook het schip hernoemd werd tot "Cornelia" en tot thuishaven Ooltgensplaat zou hebben.
2 augustus 1923: schip in eigendom overgegaan naar Anthonie van Keulen met domicilie Tholen. De nieuwe eigenaar hernoemde het schip tot "Jacoba Catarina". Dit blijkt uit een aantekening in het scheepsmetingsregister. Ook vermeld deel 57, nummer 15236 akte kantoor der hypotheken te Rotterdam)
Anthonij van Keulen (geb 6-1-1896 te Tholen), schipper, woonde volgens het bevolkingsregister van Tholen (over de periode 1899-1934) ergens na zijn huwelijk in 1920, enige tijd aan boord van de ?Jacoba Catarina?. Het schip zou vernoemd kunnen zijn naar zijn echtgenote.
30 september 1927: getuigschrift van inbranding 543 B Rott 1926 [NB zo staat het er inderdaad: 1926], te Rotterdam opgesteld. Het vroegere brandmerk 5593 Rott 1907 werd tegelijk verwijderd. Omschrijving van het schip: stalen klipperschip, met 1 laadruim, voorzien van een 1 cylinder ruwolie Berkilmotor sterk 30 PK, met zeilvermogen; bewegingskracht hoofdzakelijk motor.
Oude inhoud laadruimte (136.882 ton) doorgehaald, nieuwe : 124.086 ton
Anthonie van Keulen was op 29 december 1926 nog steeds eigenaar.
Eigenaar op 27 augustus 1928: Johs. Theods. Fikkers [NB: Johannes Theodorus Fikkers, geboren 16-9-1883, overleden 5-3-1948], scheepsbouwer te Muntendam.
19 oktober 1928 naam gewijzigd in "Jacoba Catharina" [NB: met 'h' , dus Catharina ipv Catarina]
6 mei 1929: doorhaling van de teboekstelling, no. 126.

Onderstaande foto's zijn misschien van de Advendo I
Advendo I ?
Advendo I ?
Advendo I ?

"Advendo"


Stalen motorsleepboot, in 1910 te Kinderdijk gebouwd op de werf van P. Smit.
Het is schrijver dezes nog onbekend wie de eerste eigenaar (of eigenaren) was/waren.
Op 27 april 1928 werd het onder de naam "Betsie" officieel opgemeten (meetnummer D3954N) te Dordrecht, onbekend is of dit eerste meting was:
Lengte:11 m 99 cm Breedte:3 m 13 cm Inzinking:? Waterverplaatsing:6,347 ton.
27 april 1928: getuigschrift van inbranding, kadasterbrandmerk 1083 B Dord 1928, op verzoek van Hector Vermeulen, schipper te Bergen op Zoom. Omschrijving van het schip: motorschip, 20 PK Steynvol [?, moeilijk leesbaar] motor, voorkajuit, machinekamer, achterkajuit.
20 september 1928: kennisgeving van naamsverandering, Dordrecht. Het sleepbootje voer vanaf toen onder de naam "Advendo"; eigenaar was Hector Vermeulen [NB: 1875-1965] met domicilie Bergen op Zoom. Hij had eerder onder andere een binnenvaartschip "Advendo III" gehad.
15 september 1928:(krantenberichtje)hedenmorgen om half tien hield het bestuur van de Roosendaalse en Steenbergse Vliet, met de bevlagde stoomboot ?Advendo? uit Bergen op Zoom de jaarlijkse schouwvoering in de rivier.
2 april 1930: eigenaar Jan Verhoef, rijwielhandelaar te Dordrecht
11 september 1931: eigenaar Pieter Johannes van H... [onleesbaar] expediteur te Hansweert.
2 augustus 1935, krantenberichtjes die vermoedelijk over de "Advendo" gaan: "Hansweert; ten gevolge van de harde wind is het grote zeil van de tweemastaak ?Goede Verwachting? , schipper De Haas, stukgewaaid. De schipper kon op de fok de haven bereiken. De sleepboot Advendo heeft het schip hier aangenomen om naar Leeuwarden te slepen".
Hansweert, 28 april 1936; vannacht is het met benzine geladen Nederlandse motorschip ?Julier? door de sleepboot ?Advendo? met machineschade alhier binnengebracht.
30 augustus 1937: eigenaar Dirk Jacob van Buren, sleepbootkapitein te Rotterdam. "thans" een 50 PK M [??] en K tweecylinder motor.
9 juni 1943: eigenaar Adriaantje Dirkje van Buren, z.b. [=zonder beroep ?] te Rotterdam.
20 mei 1947: eigenaar Dirk Jacob van Buren, sleepbootkapitein te Rotterdam
17 februari 1948: scheepsmeting te Rotterdam, meetnummer was R16037N. Behalve de hierboven al vermelde gegevens staat er nog dat het bootje een inzinking had van 1 m 40 cm en een waterverplaatsing van 3,445 ton. De eigenaar was D.J. van Buren met als domicilie Rotterdam.
4 februari 1952: kapitein Dirk Jacob van Buren op de sleepboot "Advendo" was getuige van een aanvaring tussen twee andere schepen, nabij de Spoorbrug over de Zuidwillemsvaart, bij Veghel. van Buren met wordt als getuige genoemd in een onderzoeksverslag. De "Advendo" wordt beschreven als een motorsleepboot, groot 3 ton, 12 meter lang en 3.15 meter breed, met een diepgang van 1.6 meter en met een 60 PK motor.
31 oktober 1952 scheepsnaam "Advendo I".
31 juli 1954: eigenaar Elize Adm. [??] Kerpel, schipper te Schiedam. Gekozen domicilie: W. van veen te Schiedam, Goir[?]straat 38
Scheepsnaam "Elize".
De motor was inmiddels een 2 cylinder N.U.K. ruwolie scheepsmotor 50[of 60?] PK type R.b. W 25 nummer FABR 629. [alles zeer moeilijk leesbaar]
10 november 1956: eigenaar Leonardus Arnoldus Marie van der Meulen, schipper te Rotterdam. Gekozen domicilie Hons[?]dijkstr 34 Overschie, gemeente Rotterdam. De regel met de naam van der Meulen is (later) doorgehaald, eronder staat: Agatha Maria Hendrika Hennings, weduwe Lourens Visser; koopvrouw te Rotterdam.
Scheepsnaam "Leny". scheepsmotor was nu een 60PK, misschien de ?Modag krup 2 cilinder 2-tact 60PK? die op de site van de "Stefanie" staat vermeld.

7 -1 1961 ruil/levering, eigenaar Scheepvaartkantoor Wesco te Amsterdam. gekozen domicilie : den Tex[?]straat 25.
Scheepsnaam "Henny" [?]
Beschrijving van het schip (1961): motorsleepboot met een stuurhut, achterkajuit, machinekamer, 115 PK Leyland [?] dieselmotor no 232034.
In het scheepsmetingsregister staat ook nog een andere scheepsnaam vermeld, ?Thoma?, maar het is niet duidelijk wanneer het schip zo geheten zou hebben.
Na 1973 lag het enkele jaren, volkomen verwaarloosd, onder de naam ?Kraak? in de Vecht tussen Maarssen en Breukelen weg te roesten.
In 1976 kwam het in het bezit van de familie Ooms, die het bootje hebben gerestaureerd. Het bootje voer (in 2015) nog steeds, nu onder de naam ?Stefanie?.
Website "Stefanie" (zomer 2015): https://sites.google.com/site/sleepbootstefanie/home
Advendo ca 1930
"Advendo"
scheepsmodel, gemaakt omstreeks 1928-1930 door Hector Vermeulen
2009-stefanie-1 (74K)
Het sleepbootje "Stefanie" (voorheen o.a. "Advendo") omstreeks
2009. Foto overgenomen van de website.

"Advendo II"


Ijzeren tjalk, gebouwd in 1888 op een onbekende werf te Papendrecht.
Het schip was in ieder geval van 1903 tot omstreeks 1915 eigendom van Jacob Vermeulen (1841-1921).
De "Advendo II" werd op 24 augustus 1903 te Dordrecht opgemeten, onbekend is of dit de eerste meting was. Meetnummer: D1365N
Lengte:21 m 45 cm Breedte: 4 m 36 cm Inzinking:? Waterverplaatsing:98,824 ton
Eigenaar:J. Vermeulen Domicilie:Papendrecht
Omstreeks april 1909 liep Jacob Vermeulen schade op met de "Advendo II". De schade werd opgenomen door A.J.J. van den Andel, Werktuig- en scheepsbouwkundige en expert, Weteringschans 99, Amsterdam.
Vermoedelijk omstreeks 1915-1916 verkocht Jacob Vermeulen zijn "stalen tjalkschip groot 50 last" aan Bate (Roelof) Gooijer (1879-1924), schipper uit Zwijndrecht. De koopsom was vierduizend gulden.
De nieuwe eigenaar, Bate (Roelof) Gooijer woonde volgens het bevolkingsregister van Zwijndrecht over de periode 1921-1935, met zijn gezin aan boord van de ?Advendo?. Hij is op 25 januari 1924 te Rotterdam overleden.
Er bestaat een volgende scheeps(her)meting voor dit schip onder nummer AE9537B, op 4 april 1930 in Belgi?.
Het schip voer later onder de naam Hendrik, als een volgende eigenaar staat vermeld M. Vermeer met als domicilie St. Philipsland. Het jaar van ingang voor de naams- en eigenaarswijziging staat niet vermeld; dit zou dus op verschilende data gebeurd kunnen zijn. Op de websites van het Zeeuws archief , het Thools gemeentearchief en het scheepsmetingsarchief was (in augustus 2016) geen Vermeer in Sint Philipsland te vinden.

Vermoedens:


Rond 1900 leende Jacob Vermeulen geld van de NV Spiritusfabriek te Bergen op Zoom voor de aanschaf van de "Geertruida" een houten tjalkschip, groot 2040 centiaren. Het zou kunnen dat hij dit schip vernoemde tot "Advendo II", alhoewel die laatste volgens de scheepmeting een ijzeren tjalk was.
Advendo II
Advendo II

"Advendo III"


Ijzeren/stalen "petroleum" motorboot, motor 25 epk, in 1904 voor Hector Vermeulen (1875-1965) gebouwd op de scheepswerf Nederlof te Sliedrecht.
Voor het eerst officieel opgemeten te Sliedrecht op 27 juni 1904, meetnummer: D1518N.
Lengte: 28 m 25 cm Breedte:5 m 91 cm Inzinking:? Waterverplaatsing:163,491 ton
Eigenaar:Hector Vermeulen Domicilie:Papendrecht
Hector Vermeulen vervoerde, net als zijn vader, vaak spiritus voor de NV Spiritusfabriek te Bergen op Zoom. Nevenstaande foto is gemaakt aan de Westvest te Delft, daar bevond zich de Koninklijke Nederlandse Gist en Spiritusfabriek.
Vermeulen verkocht de "Advendo III" eind 1917 aan een kapitein Eric Kinberg, wonende te Stockholm, Zweden.
Op 13 mei 1918 vertrokken de "Zweedse lichters" Advendo III en Gruno, gesleept door de Zweedse sleepboot Edison, vanuit de Nieuwe Waterweg naar Zweden.
Advendo_III (69K)

"de jonge Alida"


Op 12 december 1865 en op 9 april 1869 voer Jacob Vermeulen (1830-1899) met een schip ?de Jonge Alida?, blijkt uit de geboorteaktes van zoon Pierre en dochter Alida.
Jacob voer in 1871 met een ander schip, de "Marinus Cornelis"

Vermoedens:


De volgende krantenberichten hebben vermoedelijk op een ander, gelijknamig schip betrekking:
"in de nacht van 7 op 8 oktober [1866] is op de Oosterschelde, even boven Woensdrecht, omhoog geraakt en daarna gebroken, het Nederlandse tjalkschip "jonge Alida", kapitein R.M. Groen, geladen met beetwortelen, komende van Steenbergen en met bestemming Antwerpen. De schipper heeft, ontbloot van alles, met vrouw en kinderen het vaartuig moeten verlaten".
Een Tjalkschip "Jonge Alida", groot 86 ton, met complete inventaris, liggende te Bath, werd begin november 1866 te koop aangeboden in een advertentie; inlichtingen bij een expediteur F.V. de Groof aldaar. [NB: Bath ligt niet ver van Woensdrecht; mogelijk is het op 8 oktober beschadigde schip gerepareerd en begin november te koop aangeboden]
Verder was geen vermelding te vinden in het scheepsmetingsregister lvbhb.nl, de Zeeuwse Krantenbank, krantenbank Delpher.

"de vrouw Apolonia"

Overdekte statiepoonschuit, in 1859 gebouwd op diens werf te Capelle door Pieter Bakhuijsen [?] en zoon , scheepstimmerman, wonende Capelle aan de Ijssel, en door hem afgeleverd voor rekening van Adriaan Vermeulen, van beroep schipper, wonende te Tholen.
lengte 8 (?) ellen 26 duimen, volgens meetbrief 20 augustus 1859.
Deze verkoop/afleveringsakte dd 17 september 1859 staat vermeld in het Kadaster Zierikzee (1/115).
In de jaren 1862-1865 wordt een A. Vermeule, beurtman van Tholen, met een poon "Vrouw Apoline/Apelonia/Plonia" van 46 Tonnen vermeld bij de betaling van jaarlijks havengeld te Dordrecht.

"de vrouw Apolonia"


In 1890, 1896 en 1898 werd een houten schip "(De) Appolonia", met schipper/eigenaar A. Vermeulen te Sint Maartensdijk, vermeld in Duitstalige Rijnpatent-registers:
Volgens het 1896-register was het een "Tjalk, ungesohlt", met vast dek, had het een laadvermogen van 1160 centenaar (= 58 ton), was het in 1857 te Papendrecht gebouwd, had het in 1889 voor het laatst een uitgebreide reparatie ondergaan, en was op 3 april 1890 te Dordrecht ge?nspecteerd. Het had een bemanning van 3 man, als waarde werd 1000 Duise Mark aangegeven. Aan schipper A. Vermeulen was een "binnenlands patent" uitgereikt.
In de jaren 1883 en 1887 wordt een A. Vermeule, beurtman van Tholen, met een schip "Apolinia/Polonia" van 58 Tonnen vermeld bij de betaling van jaarlijks havengeld te Dordrecht.

Vermoedens:


Het lijkt om twee verschillende schepen te gaan: een in 1859 te Capelle gebouwde statiepoonschuit van 46 ton; en een in 1857 te Papendrecht gebouwde schip (misschien een tjalk) van 1160 centenaar ofwel 58 ton.
Schipper/eigenaar van beide schepen was volgens mij Adriaan vermeulen (1835-1906): dit vanwege de combinatie naam + naam echtgenote + beroep + woonplaats. Adriaan was in 1859 te Sint Maartensdijk getrouwd met Ap(o)lonia Hage en dat jaar naar Tholen verhuisd. Adriaan was in 1859 schippersknecht (volgens zijn huwelijksakte) maar werd in september 1859 in het Thoolse bevolkingsregister ingeschreven als schipper. In 1861 vroeg hij in een advertentie een schippersknecht die bekwaam was om op een tjalkschip '[sic] te varen. Adriaan woonde volgens het bevolkingsregister zijn hele leven te Sint Maartensdijk, en was in ieder geval in 1899 nog beurtschipper [dat blijkt uit een advertentie ter gelegenheid van zijn 40-jarig huwelijksjubileum].
Een "A. vermeulen" te St. Maartensdijk bood in 1900 zijn poonschuit te koop aan. Een A. Vermeulen met domicilie Sint Maartensdijk liet op 19 april 1900 zijn houten hektjalk ?Het Vertrouwen? te Dordrecht officieel opmeten; deze hektjalk was in 1870 te papendrecht gebouwd. Bij de poonschuit en/of de hektjalk zou het ook om Adriaans gelijknamige zoon Adriaan (1877-1953) kunnen gaan, die ook schipper te St. Maartensdijk was.

"Avontuur"


Stalen klipperaak, in 1902 gebouwd op de scheepswerf van de gebroeders Van de Andel te Papendrecht voor Hector Vermeulen (1871-1951).
Het had 1 laadruim, ingericht voor goederenvervoer, 1 mast met volledig zeiltuig, 1 achterroef.
Op 16 augustus dat jaar werd het schip voor het eerst officieel opgemeten te Papendrecht, meetnummer D1179N. Het had een lengte van 28 m 42 cm, een breedte van 5 m 75 cm, en een waterverplaatsing van 167,263 ton. De eigenaar H. Vermeulen had als domicilie Wemeldinge.
In een op 19 augustus 1902 te Dordrecht opgestelde kadasterakte verklaarde Arie van de Adel, scheepsbouwmeester te Papendrecht, dat hij het op zijn werf gebouwde schip in eigendom had overgedragen aan Hector Vermeulen, schipper wonende te Wemeldinge .
In augustus 1902 werd aan Hector een hypothecaire lening verstrekt van 6500 gulden, tegen 5% rente per jaar, met het schip als onderpand. Dat blijkt uit een "Borderel van verband" opgesteld te Alblasserdam op 22 augustus 1902. De hypotheek werd in oktober 1912 doorgehaald.
Op 17 oktober 1912, blijkt uit een te Dordrecht opgemaakte kadasterakte (getekend Terneuzen 15 oktober 1912), verkocht Hector Vermeulen voor 1950 gulden "het ijzeren schip (klipperaak) genaamd Avontuur, groot ongeveer 167 ton" met alle toebehoren aan Pieter Jac [?] Scheele, koopman; Geleijn Meertens, winkelier; en Dirk Scheel Az. [?] koopman, allen wonende te Terneuzen.
Het schip was ingeschreven ten kantore der hypotheken en scheepsbewijzen te Dordrecht, gebrand no. 1458 Dordrecht 1902.
In het Rijnvaartpatent-register van 1914 staat echter toch nog een schip "Avontuur" met schipper H. Vermeulen uit Wemeldinge. Aan hem was een Rijnvaartpatent verleend te Den Haag op 23-12-1905. het ging om een stalen zeilschip, in 1902 gebouwd te Papendrecht. Vaargebied: coln tot zee; diepgang GR 1,88; lengte 28,42 breedte 5,75, tonnage 167,3, ung f.D, bemanning 2, getaxeerd op 14000 DM. .
1928 Uit de gegevens van een scheepsmeting (en een getuigschrift van inbranding) blijkt dat het schip toen een nieuwe eigenaar had, Charles Joshephus Goeseije, schipper te Hoofdplaat; later verhuisd naar Terneuzen. Het was een motorklipperschip met een 2 cylinder 60 pk Kromhout ruwoliemotor geworden.
26 september 1928: voorzien van kadasterbrandmerk 1278 B Dord 1928. Dit brandmerk werd opnieuw aangebracht in juni 1949.
10 september 1957: eigenaar Arie Nicolaaszoon Koppelaar, schipper te Giessendam. Scheepsnaam "Nico".
3 mei 1961 De motor was inmiddels vervangen door een 3 cylinder 4takt MAN 115 PK dieselmotor, bouwjaar 1946
10 november 1965: eigenaar VOF Heuvelman en Busker te Mijdrecht; vennoten Martinus Gerardus Busker (schipper te Mijdrecht) en Jan Heuvelman (schipper te Ouderkerk a.d Ijssel).
21 april 1966: scheepsnaam "Risico"
10 november 1966: eigenaren Maria Johanna Erasmus (weduwe van de hierboven genoemde Charles Josephus Goeseije) en twee dochters: Dina Adriana Goeseije en Adriana Johanna Goeseije. Allen te Terneuzen.
7 november 1967: eigenaar Jan heuvelman, koopman te Krimpen aan de Ijssel. het schip was nu ook uitgerust met een "Onerstein" [??. slecht leesbaar] koppelkraan
15 januari 1971 eigenaar VOF gebroeders Pols, Krimpen aan de Ijssel.
30 juni 1972: eigenaar Gerardus H. Josephus Joosten, gehuwd met Johanna Maria Theresia Henning [?], scheepsnaam "Jomathe"
10 januari 1977 eigenaar VOF van Beek en van den Brink, Wijk bij Duurstede. beherend vennoot Theodorus Cornelis van den Brink, transportondernemer te Wijk bij Duurstede
11 januari 1979: eigenaar Ooms ' Kuilenburgse Zand- en Grinthandel BV te Culemborg. " 50.000 gulden" staat vermeld op het getuigschrift van inbranding, ongeveer bij de regels bedoeld voor het noteren van de doorhaling der teboekstelling.
Advendo II

"Avontuur"


Klipper, ergens voor 1908 door Jacob Vermeulen (1876-1966) in gebruik genomen voor de beurtvaart van Vlissingen/Middelburg op Antwerpen.
Jacobs vader Pieter was zeker al sinds 1883 beurtschipper op Antwerpen, en voer sinds 1892 met zijn klipper "Maria Hendrika" (zie hieronder).
Bij Jacobs huwelijk in 1897 werd op de huwelijksakte vermeld dat hij beurtschipper op Antwerpen was. Het zou kunnen dat hij al in 1897 met een eigen schip voer, misschien de "Avontuur"..
J. Vermeulen Pz met het schip "Avontuur" staat in Middelburgse jaarboekjes van 1899 en 1900 genoemd als een van de twee schippers (de andere was zijn vader) die van Middelburg een geregelde vaart onderhielden op Antwerpen-Brussel-Vlissingen. Blijkbaar voeren hij en zijn vader beurtelings, dinsdags om de veertien dagen. De aanlegplaats van hun schepen was bij de Rouaansekaai 127. 1 januari 1909 : vermelding o een pagina met nieuwjaarwensen in de "Middelburgsche Courant": J. Vermeulen, Pz. , schip "Avontuur".
Een jaar tevoren stond hij op een dergelijke pagina vermeld als: J. Vermeulen, beurtschipper op Antwerpen .
Jacob liet in 1914 een motorboot met de naam "Avontuur" bouwen, zie hieronder.

"Avontuur"


Staalijzeren motorboot, in 1914 voor Jacob Vermeulen (1876-1966) gebouwd te Alphen a/d Rijn, bij de Fa. Boot, Scheepswerf De Industrie, bouwnummer 593.
J. Vermeulen te Vlissingen liet in 1914 een motorboot ?De Avontuur? bouwen, bouwnummer 593, bij Fa. Boot Scheepswerf De Industrie Alphen a/d Rijn [bron: /bouwlijsten-V1.1.xls lvbhb]. Van deze 'Avontuur' is in de collectie van het Maritiem Museum Rotterdam een tekening (lijnenplan) te vinden.
Het schip had oorspronkelijk een mast. De eerste motor (145 PK?) is later vervangen.
Op 21 januari 1915 werd het schip voor het eerst opgemeten te Gouda, meetnummer Ga1398N.
Het schip was 29 meter lang, en 5,50 meter breed, en had een waterverplaatsing van ruim 150 ton.
1917 : voorzien van brandmerk 1689 's Hage 1917.
29 november 1919 overgeschreven op naam van Hermanus Lieverst [NB: 1879-1942], schipper uit Rotterdam; scheepsnaam gewijzigd in "De Tijd zal 't leeren".
Begin 1927 stond het schip op naam van Hermanus; zijn echtgenote Catharina Lieverst-Ligthart; Hendrik Johannes Lieverst, schipper te Rotterdam; en Maria Catharina Lieverst te Rotterdam. [de laatste twee zullen vermoedelijk verwanten van Hendrik en Catharina zijn geweest].
Op 22 januari 1927 kreeg het schip een nieuw kadasterbrandmerk, 26 B sHage 1927. Het oude brandmerk (1689 sHage 1917) werd verwijderd.
In 1942 is Hermanus Lieverst overleden. Op 29 april 1943 stond het schip op naam van meerdere mensen met de achternaam Lieverst, allen uit Rotterdam.
op 3 augustus 1948 is het schip overgedragen aan Catharina Lieverst-Ligthart, weduwe van Hermanus Lieverst.
op 12 juni 1953 is de naam gewijzigd in "Tijd".
2 april 1965 ergens tussen 1957 en 1965 is het schip verlengd tot 38,97 meter, blijkt uit een scheepsmeting (G11566N). De waterverplaatsing was nu ruim 310 ton.
In februari 1962 was het schip eigendom van Hendrik [?] Zuiderhoek, schipper uit Almelo [doorgehaald, vervangen door Amsterdam]. Naam gewijzigd in "Risico".
op 19 februari 1979 is de teboekstelling doorgehaald, Art 752 Wdk [?] b

"Bona Spes" (voorheen "St. Bonaventura")


Stalen sleepschip, onder de naam "St. Bonaventura" in 1902 op de werf van de gebroeders Jonker in Kinderdijk gebouwd, op 17 januari 1902 te Dordrecht voor het eerst opgemeten, meetnummer: D1026N.
Lengte: 62 m 15 cm Breedte: 8 m 47 cm Inzinking: - Waterverplaatsing:768,297 ton
Eigenaar:J.H. van Loose Domicilie:Tiel.
Rond 1907 zijn er enkele scheepvaartberichtjes over een schip "St.Bonaventura" met een schipper Van Loosen.
In een te Dordrecht op 17 oktober 1912 opgestelde kadasterakte/verklaring van eigendom staat dat Bartel Jacob Koene, bakker, wonende te Terneuzen, verklaart de enige eigenaar te zijn van het in Nederland thuis behorende stalen rijnschip genaamd "St. Bonaventura", groot 768297 kilo of 768,297 ton.
In de akte staat dat het schip thans bevaren wordt door Hector Vermeulen, schipper te Wemeldinge; verder dat het schip oorspronkelijk werd te boekgesteld ten hypotheekkantore te Dordrecht de 22e januari 1902 in deel 7 [?] nummer 1393 en daarna werd gebrand met het merk 1393 Dord 1902.
Het lijkt er op dat het schip onder de naam "Bona Spes" in de periode 1913-1926 bevaren werd door de in de akte genoemde Hector Vermeulen (1871-1951). In deze periode zijn er vele tientallen scheepvaartberichtjes omtrent de passage van o.a. Lobith, met een schip "Bona Spes" met schipper Vermeulen. Het eerste bericht dateert van 9 januari 1913, het laatste bericht van 2 november 1926.
21-9-1927, vermelding op het getuigschrift van inbranding, kadasterbranmerk 820 B Dord 1927: [eigenaar?] Hector Vermeulen, schipper te Wemeldinge.
Verder: "Bona Spes", stalen sleepschip metend 768.297 M3. Met 1 dek, 1 sleepmastje , en 4 ruimen: Doorgehaald: 1 roef v??r en achteronder.
20-10-1927: eigenaar Johs. van Neijenhoff, "reeder" [?] Rotterdam. scheepsnaam "Johannes"
25-10-1927 [sic] scheepsnaam "Johanna II".
Op 18 maart 1931 te Rotterdam opgemeten, meetnummer R8070N.
31-1-1941 eigenaar Johs. Smits, koopman te Hillegersberg. scheepsnaam "Cornelis II".
7-11-1941 eigenaar NV [..?] Vrachtvaartmij [?] Annie [?] te Rotterdam
3-3-1949 eigenaar Arie Borst [?] koopman te Gouderak
3-3-1949 [sic] eigenaar Josephus [?] K..man [? onleesbaar]handelaar in schepen, Rotterdam [en] Arie Borsje, handelaar in schepen te Rotterdam
21-4-1949 Paulus, Gijsbertus en Jans [ ??] Baldec, scheepsreparateurs te Reeuwijk en Rotterdam
5-4-1950 Jacob van der Leij, schipper te Rotterdam
5-4-1950 scheepsnaam "Drie Gebroeders" ; bij een scheepsmeting R17304N dat jaar werden als eigenaar de gebroeders Baldie uit Rotterdam vermeld.
In het scheepsmetingsregister wordt ook nog een eigenaar C.J. Blick vermeld.
19-10-1956 Fernand Carpon, scheepsbouwer te Antwerpen. doorhaling van de te boekstelling. "niet Ned. nat"; blijkbaar vanwege verkoop naar Belgi?
Bona Spes
De "Bona Spes" omstreeks 1915-1920.
(Foto: Collectie B. Verhage-Vermeulen)

"Bona Spes"


"Bona Spes" is Latijns voor "goede hoop".
Een stalen stoomsleepboot, in 1927 op de werf N.V. Machinefabriek v/h H.J. Koopman te Dordrecht gebouwd.
Op 3 december 1927 te Dordrecht voor het eerst officieel opgemeten, meetnummer: D3877N.
Lengte 19 m 50 cm; breedte 4 m 90 cm; inzinking ? ; waterverplaatsing:20,663 ton.
Eigenaar H. Vermeulen, Dordrecht. De eigendomsgegevens zijn aangevuld uit de ligger Binnenmeetbrieven Rotterdam 1.
7 december 1927: getuigschrift van inbranding, kadaster brandmerk 900 B Dord 1927. Op verzoek van Hector Vermeulen, schipper/sleepbookapitein te Dordrecht.
Omschrijving op het getuigschrift: 1 mastje, 1 dek, 1 stuurhut, 160 IPK stoommachine gemaakt door NV Machinefabriek v/h J. Koopman te Dordrecht.
10 december 1927: hypotheek van 10.000 gulden; doorgehaald 20 december 1930.
De Bona Spes en de Bona Spes II staan vermeld op de site http://adresboek.dordtenazoeker.nl/ketels.asp. Stoomschepen ca. 1930, Bron: Stadsarchief Dordrecht, 150 Collectie handschriften, inventarisnr. 2286 Lijst van stoomschepen, waarvan de ketel jaarlijks bij het Stoomwezen te Dordrecht moest worden gekeurd, met opgave van de maand en vermelding van eigenaar met diens adres.
Bona Spes Januari 1930 H. Vermeulen, Buitenwalevest 21rd, Dordrecht
Bona Spes II April idem
Het betreft hier vrijwel zeker Hector Vermeulen (1871-1951).
13 december 1930: hypotheek van 35.000 gulden, doorgehaald 3 april 1940
De "Bona Spes" van de firma H. vermeulen te Dordrecht is op 10 februari 1932 bij Dinteloord gezonken. Het was met twee sleepschepen van Dordrecht naar Gent onderweg, toen een van de twee slepen aan de grond liep, waardoor de "Bona Spes" dwars getrokken werd en kapseisde. Daarbij kwamen de 27-jarige schipper C. Mijnders en diens 20-jarige echtgenote T. Meijnders-v.d. Vliet om het leven. Volgens het bericht in de Leidsche Courant van 11 februari zou het schip worden gelicht.
3 april 1940: doorhaling van de teboekstelling [bron: getuigschrift inbranding]

"Bona Spes II"


"Bona Spes" is Latijns voor "goede hoop".
Een stalen schroefsleepboot, in 1930 voor Hector Vermeulen (1871-1951) gebouwd op de werf Mulder te Stadskanaal.
Op 3 december 1930 te Bolnes voor het eerst opgemeten, meetnummer R7951N.
Lengte 20 m 27 cm, breedte 5 m 16 cm, waterverplaatsing 20,587 ton.
Literatuur: Mulder, W. (2007) Honderd jaar schepen, schippers en scheepsbouwers in Stadskanaal: lief en leed in de Stadskanaalster scheepsbouwersfamilie Mulder in de jaren 1850 tot 1950, op hun werven en op enkele schepen, door hen van de hamer gebracht; particuliere uitgave.
6 december 1930: voorzien van kadaster brandmerk 4990 B Rott 1930. Eigenaar Hector Vermeulen, sleepboot/scheepskapitein, te Dordrecht.
Beschrijving op het GVAB: stoomsleepboot met een stuurhut, dekhut, voor- en achteronder, machinekamer; voortbeweging 325 PH [?] 175 IPK triple expansie stoommachine.
1930: De Bona Spes en de Bona Spes II staan vermeld op de site http://adresboek.dordtenazoeker.nl/ketels.asp. Stoomschepen ca. 1930, Bron: Stadsarchief Dordrecht, 150 Collectie handschriften, inventarisnr. 2286 Lijst van stoomschepen, waarvan de ketel jaarlijks bij het Stoomwezen te Dordrecht moest worden gekeurd, met opgave van de maand en vermelding van eigenaar met diens adres.
Bona Spes Januari 1930 H. Vermeulen, Buitenwalevest 21rd, Dordrecht
Bona Spes II April idem
Het betreft hier vrijwel zeker Hector Vermeulen (1871-1951).
De oorspronkelijke stoommachine is later vervangen door een Caterpillar dieselmotor nummer 44 B482; nog weer later nog tenminste eenmaal vervangen door een zwaardere Caterpillar dieselmotor.
1940: De Bona Spes II wordt ook genoemd op de site http://www.grebbeberg.nl/forum.php?page=forum_discussiegroep&item=9113&group=2&p=8
In de meidagen van 1940 was de ? Bona Spes II ? op weg ( samen met andere schepen ) van Puttershoek ( waar de sleepboot op 10 mei vanuit Moerdijk was aangekomen ) naar het Spui om daar te helpen met het overzetten van troepen van de z.g GROEP KIL van de Hoekse Waard naar Voorne-Putten. Met het Veer van Hekelingen alleen konden deze troepen onvoldoende snel worden overgezet. dpl. korporaal Reinier. Vermeulen (overleden in 2003) van het korps Pontonniers Veergroep 2C was kapitein op de Bona SpesII. Op de webpagina beschrijft zijn broer J. Vermeulen (Jacob?) hoe hun schip onder vuur werd genomen door de Duitsers, waarbij de stuurman dodelijk werd getroffen.
1956 scheepsmeting, meetnummer R22161N; geen eigenaar vermeld
7 september 1956: eigenaren volgens het GVAB: firma H. Vermeulen te Dordrecht, vennoten [NB: kinderen van eerdergenoemde Hector Vermeulen] : Jacob Vermeulen [NB: geboren Dordrecht 1919], uitvoerder te Papendrecht; Fietje Vermeulen [NB: 1910-1990], particuliere te Dordrecht; Reinier Vermeulen [NB: 1906-2003] sleepbootkapitein te Dordrecht.
1966 scheepsmeting, meetnr. R30671N. geen eigenaar vermeld
25 april 1978: verkocht aan Joost Marinus van Dodewaard uit Zwijndrecht, schipper te Zwijndrecht, gehuwd met Everdina Johanna Wijnen. Schip voer daarna onder de naam "Jodi".
8 februari 1990: scheepsnaam "Jodi". Brandmerk 4990 B Rott 1930 opnieuw aangebracht. Beschrijving op het GVAB: stalen motorduwsleepboot, metende 19.916 M3 volgens binnenmeetbrief afgegeven in 1990. Caterpillar 6 cylinder-4 takt dieselmotor type D353TA, no 47B motornummer 3731, 425 PK.
2015: schip voer nu onder de naam "Margriet". Zie o.a. website http://www.varenderfgoed.nl/galerij/thom.html, daar vindt u ook foto's.

Bona Spes II
De "Bona Spes II".
(Foto: Collectie B. Verhage-Vermeulen)

"(de) vrouw Catharina"


Poonschuit, omstreeks 35 ton metend. Eigendom van Iza(ak) Vermeulen (1811-1886), (beurt)schipper te Tholen. Vermoedelijk genoemd naar zijn echtgenote, Catharina (of Katarina) van der Linde(n).
In de periode 1854-1859 staat een poon "de vrouw Catharina" van 35 ton, met schipper J. Vermeulen, "beurtman van Tholen" vermeld op de lijst van jaarlijks betaalde havengelden te Dordrecht.
Vrijwel zeker in 1859, voor of in september, heeft Izak deze poon verkocht of afgedankt. Hij voer daarna met een gelijknamig, maar groter schip. Zie hieronder.

"(de) vrouw Catharina"


Overdekte staatsiepoonschuit, 52 ton metend, gebouwd te Alblasserdam. Eigendom van Iza(ak) Vermeulen (1811-1886), (beurt)schipper te Tholen. Vermoedelijk genoemd naar Izaks echtgenote, Catharina (of Katarina) van der Linde(n).
(Izak Vermeulen voer voorheen met een hierboven vermelde gelijknamige maar kleinere poon.)
Vermeld op een kadasterakte (2/192, Dagregister deel 4 nr. 235), opgesteld te Dordrecht op 17 september 1859. Izak verklaart daarin enige eigenaar te zijn van genoemd schip.
Brandmerk 192 DORD 1859
Op de lijsten van jaarlijks betaalde havengelden te Dordrecht over de periode 1860-1865 staat de poon "de vrouw Catharina" van 52 ton vermeld , met schipper J. Vermeulen, "beurtman van Tholen".
Een bericht uit de Haarlemsche Courant van 5-6-1867 heeft vermoedelijk op hetzelfde schip betrekking: Tholen 31 mei:
Gisteren werd de hier thuis behorende staatsieschuit Vrouw Catharina, schipper Vermeulen, op de Westerschelde ter hoogte van Bath aangevaren door een grote zeestoomboot, ten gevolge waarvan de scheepsboot verbrijzeld en mast, giek, gaffel enz. gebroken zijn. de schade wordt op f 600 begroot.
In een - voor schrijver dezes moeilijk leesbare - op 12 mei 1870 te Dordrecht opgestelde kadasterakte lijkt te staan dat Izak zijn schip toen verkocht aan zijn neef Wessel Vermeulen (1835-1906). Maar het kan ook zijn dat Wessel de op het schip gevestigde hypotheek overnam. Izak bleef namelijk varen en is in maart 1886 aan boord van een niet nader genoemd schip overleden, tijdens een vaart.
Deze Wessel bood in mei 1886, na het overlijden van zijn oom Izak, een "statieschuit van 53 ton" te koop aan. Dat kan goed over de "Vrouw Catharina" gaan.

stalen motorschip "Cornelia"


begin 1927 op de werf van de firma J. Smit & zoon te Foxhol gebouwd voor eigenaar Wessel Vermeulen (1898-1966) uit Middelburg.
Het werd op 6 juli 1927 te water gelaten, en op 25 juli dat jaar voor het eerst opgemeten te Foxhol, meetnummer G2444N, district en volgnummer Groningen 2444. De ?Cornelia? had een lengte van 31 m 37 cm, was 5 m 05 cm breed en had een waterverplaatsing van 161,365 ton.
Op 19 juli 1927 op verzoek van Wessel Vermeulen, schipper te Middelburg, voorzien van het brandmerk 24 B Midd 1927.
beschrijving van het schip op het GVAB: 1 laadstel, 1 mast, 1 voorkajuit (logies voor 2 pers), roef (logies voor 4 pers), laadruim, houten sloep,machinekamer met 2 cylinder Deutz Brons 40/48 PK r.o. [?] motor. gebouwd te Foxhol.
Op 19 februari 1930 vond in de haven van Vlissingen een aanvaring plaats tussen de Hr. Ms. mijnenlegger ?Douwe Akes? en het motorschip ?Cornelia? van schipper W. Vermeulen. Op de rechtzitting in maart verklaarde deze ongeveer 3000 gulden schade te hebben aan zijn schip.
21 augustus 1953: scheepsinhoud vermeld als 160,080 M3. domicilie eigenaar: Middelburg, Blauwendijk 1
5 april 1955: eigenaar W. Vermeulen, schipper te Middelburg. Hij was de oudste zoon van de hiervoor genoemde Wessel.
Ergens tussen 1953 en 1957 is het schip verlengd; mogelijk in 1956.
op 27 maart 1954 had het schip nog de oorspronkelijke (1927) motor.
21 februari 1956: hypotheek verstrekt door Wessel Vermeulen Willemszoon, rustend schipper te Middelburg; en zijn echtgnote Nelly Wiggers. De hypotheek is doorgehaald op 7 juli 1967. [NB: het is goed mogelijk dat deze hypotheek te maken had met de overname van de "Cornelia", en/of de verlenging van het schip].
maart 1957: Bij een scheepsmeting in in Stavoren, meetnummer G9571N, was het schip ruim 38 meter lang, met een waterverplaatsing van 265,755 ton. eigenaar W. Vermeulen uit Middelburg
6 september 1960, beschrijving van het schip: 1 voorkajuit (logies voor 2 pers), roef (logies voor 4 pers), laadruim, ijzeren sloep, machinekamer; voortbewogen door achtcylinder viertakt Kromhout scheepsdieselmotor type 8-TS-117 nr. 1652 van 140 PK.
21 september 1960: hypotheek verleend door Kromhout motorenfabriek. Hypotheek doorgehaald op 5 juli 1963. [het lijkt aannemelijk dat de hypotheek te maken had met het plaatsen van een nieuwe/andere motor, vermoedelijk eerder dat jaar.]
1969: scheepsmeting, meetnummer R32460N.
8 januari 1970: eigenaar Adriaan van de Vreede, schipper te Krabbendijke,Wilhelminastraat 78. Hij was gehuwd met Elisabeth de Jonge. Scheepsnaam "Eldria".
10 oktober 1974: scheepsnaam "C'est la vie", eigenaar Adrianus Treure, schipper te Krimpen aan de Ijssel, Nijverlaan [?] 518. Hij was gehuwd met Rita Regina Verco?gne.
12 april 1977: de teboekstelling doorgehaald "ingevolge artikel 752, lid b. WvK 446/93".
MS Cornelia

"Cornelia"


Stalen sleepschip, in 1909 gebouwd op een werf te Leeuwen.
Op 10 maart 1909 te Rotterdam voor het eerst opgemeten, meetnummer R3539N.
Lengte 54 m 20 cm, breedte 8 m 06 cm, waterverplaatsing 690,599 ton
De eigenaar was W.M. Vermeulen met als domicilie St. Maartensdijk. Dat moet haast wel Willem Marinis Vermeulen (1865-1935) geweest zijn, de enige schipper W.M. Vermeulen in die plaats en rond die tijd. Het schip zal vernoemd zijn naar Willems vrouw, Cornelia Giljam. Willem had kort tevoren zijn klipperaak "Zeeland" verkocht.
In 1914 staat de Cornelia vermeld in een Duitstalig rijnvaartpatent-register. Type schip was "d" [sic], gebouwd in 1909 te Leeuwen, hoofdzakelijk gebouwd van staal, met vast dek, lengte 54,2 , breedte 8,06, draagvermogen 690,6 ton, laatste inspectie op 12 maart 1909 te Rotterdam. Het schip had 3 bemanningsleden. Schipper was W.M. Vermeulen uit Sint Maartensdijk, aan wie in 1892 een rijnvaartpatent zou zijn uitgereikt, geldig van Mannheim tot aan zee.
24 augustus 1918: overgeschreven ten hypotheek-kantore Dordrecht, deel 19, nr 3960.
1938: scheepsmeting, meetnummer A9741N; eigenaar NV Nieuwe Rijnvaart Maatschappij te Amsterdam
28 april 1953: onder de naam "Wijkdienst X" voorzien van kadasterbrandmerk 2891 B Dord 1953. Eigenaar NV Nieuwe Rijnvaart Maatschappij te Amsterdam, Levantkade 10. Beschreven als een stalen Rijnvaartsleepschip voor goederenvervoer, bemaaningsverblijven: op het achterschip voor schipper en gezin, op het voorschip voor de amtrozen. 3 ruimen, lengte van het schip 54.2 meter, breedte 8.05 , zonder machinale voortbeweging Waterverplaatsing 691.330 ton.
14 februari 1973: eigenaar Adriaan Cornelis Slooten, ondernemer te Wormer. Doorhaling van de teboekstelling, schip gesloopt.
1910-1912
Deze foto is overgenomen van de website van
het Gemeentearchief Tholen,
waar deze in hoge resolutie te bekijken is.

"de Vrouw Cornelia"


Houten hektjalk, gebouwd op een werf te Papendrecht, in 1895 [volgens scheepsmeting D932N]; gezien het brandmerk 814DORD1892 lijkt 1892 waarschijnlijker.
In 1890 werd een zeilschip "de vrouw Cornelia", eigenaar J. Vermeulen te Papendrecht, vermeld in een (Duitstalig) register van Rijnvaartpatenten. Het patent gold voor de Rijn vanaf de zee tot aan Keulen. In het register lijkt te staan dat het patent op 31-12-1895 verleend was [vreemd aangezien het register uit 1890 stamt]. De combinatie scheepsnaam/eigenaar komt niet meer voor in het register van 1896.
Op 6 augustus 1901 opgemeten te Dordrecht, meetnummer D932N, onbekend of dit de eerste meting was.
Lengte 20 m 82 cm, breedte 5 m 33 cm, waterverplaatsing 114,237 ton.
Eigenaar J. Vermeulen had als domicilie Papendrecht.
29 augustus 1906: In het scheepsmetingsregister staat dat het schip op op het Hypotheekantoor te Dordrecht is overgeschreven, deel 8/1860. Nieuwe scheepsnaam "Jannetje Hendrika", nieuwe eigenaren Adrianus Johannes Muller en Jacobus Muller, beiden te Dordrecht.
29 augustus 1906; korte inhoud Kadasterakte Dordrecht 8/1860, Brandmerk 814 DORD 1892: betreft verkoop van een een overdekte tjalk, vroeger genaamd "Christina Pieternella" [zo staat het er] , thans door de kopers genaamd "Jannetje Hendrika", in Nederland thuis behorend, groot volgens de laatste meetbrief van 1901 : 114 ton en 237 kilo. Verkoper was Jacob Vermeulen, schipper, gedomicilieerd te Papendrecht; verkoopsom 550 gulden. volgens deze te Rotterdam opgemaakte akte is het schip verkocht aan Adrianus Johannes Muller, zonder beroep, en Jacobus Muller, scheepsbevrachter, beiden wonende te Dordrecht.

Vermoedens:


Dit zou Jacob Vermeulen kunnen zijn, geboren in 1859, in 1889 gehuwd met Cornelia van Wijngaarden (geboren omstreeks 1866). Dit is de enige rond die tijd in Papendrecht wonende schipper J. Vermeulen met een echtgenote Cornelia, voor zover schrijver dezes heeft kunnen vinden. Jacob was zeker van 1895 tot na 1921 schipper en woonde vanaf 1889 te Papendrecht. "de vrouw Cornelia" zou naar Jacobs vrouw genoemd kunnen zijn.
Het is denkbaar dat Jacob zijn hektjalk verkocht heeft om verder te varen met de hieronder genoemde klipperaak "Cornelia" .

"Cornelia" (voorheen "Willemina", later o.a. "Christa"


Ijzeren klipperaak, in 1902 gebouwd op de werf van W. Paans in Roodevaart.
Onder de naam "Willemina" op 23 september 1902 voor het eerst opgemeten te Roodevaart, meetnummer Zb190N.
Lengte 26 m 06 cm , breedte 5 m 72 cm, waterverplaatsing 164,861 ton
Eigenaar: B.A. van Pelt, Domicilie: Dordrecht
Literatuur: Schuttevaer 14-21-2
In januari 1906 in eigendom overgegaan op Jacob Vermeulen te Papendrecht, die het de naam "Cornelia" gaf.
9 februari 1915: hermeting te Dordrecht.
Op 29 januari 1918 verkocht aan Leonardus Oerlemans uit Made, volgens akte hypotheekkantoor Rotterdam. Naam gewijzigd in "Adriana".
Het schip voer later onder de naam "Christa".
1927: brandmerk 1957 B Rott 1927
De tweede eigenaar zou Jacob Vermeulen kunnen zijn, geboren in 1859, in 1889 gehuwd met Cornelia van Wijngaarden (geboren omstreeks 1866). Jacob was zeker van 1895 tot na 1921 schipper en woonde vanaf 1889 te Papendrecht. "de vrouw Cornelia" zou naar Jacobs vrouw genoemd kunnen zijn.
Het is denkbaar dat Jacob eerder met de hierboven genoemde in 1895 gebouwde hektjalk "De vrouw Cornelia" voer. Die is datzelfde jaar, weliswaar enkele maanden later, verkocht door een J. Vermeulen te Papendrecht.

"Cornelia" (voorheen "Prima Vera", "Voorzorg" later o.a. "Klaja", "Corline"


Staal ijzeren klipperaakschip, in 1901 gebouwd op een werf in Gouda; volgns latere vermelding: werf Van Vlaardingen in Gouderak.
Eerste naam "Prima Vera"; eerste meting 9 augustus 1901, meetplaats Rotterdam, meetnummer R1869N.
Lengte 42 meter, breedte 6 m 62 cm, waterverplaatsing 333,529 ton.
Eerste eigenaar A.J. Storm Domicilie: Rotterdam
21 maart 1906 overgeschreven op het hypotheekkantoor Rotterdam, deel 23 no 5189.
Nieuwe eigenaar NV clipperschip maatschappij Voorzorg, te Rotterdam; schip hernoemd tot "Voorzorg".
op 9 februari 1918 overgeschreven op het hypotheekkantoor te Rotterdam, deel 42 no 10712.
Nieuwe eigenaar Jacob Vermeulen, Papendrecht; nieuwe scheepsnaam "Cornelia"
1928: kadasterbrandmerk 3505 B Rott 1928.
1 augustus 1930 scheepsmeting in Belgi?, AE9889B. Waterverplaatsing 331,385 M3.
15 juni 1946 , scheepsmeting te Rotterdam, meetnummer R15258N.
Naam schip "Klaja", metalen sleepschip, in 1901 gebouwd op de werf Van Vlaardingen te Gouderak.
Lengte: 41 m 79 cm ; breedte: 6 m 60 cm; Inzinking:2 m 04 cm; Waterverplaatsing:336,795 ton .
Eigenaar: G. van Dijk Domicilie:Rotterdam
In 1951 was het een motorschip geworden, varend onder de naam "Corline" met eigenaar C. van groezen uit Made.
Genoemde derde eigenaar moet haast wel Jacob Vermeulen kunnen zijn, geboren in 1859, in 1889 gehuwd met Cornelia van Wijngaarden (geboren omstreeks 1866). In het bevolkingsregister van Papendrecht over de periode 1921-1931 staan hij en zijn gezin vermeld als wonend a/b "Cornelia".
Jacob was zeker van 1895 tot na 1921 schipper en woonde vanaf 1889 te Papendrecht. "de vrouw Cornelia" zou naar Jacobs vrouw genoemd kunnen zijn.
Het is denkbaar dat Jacob eerder met de hierboven genoemde in 1902 gebouwde klipperaak "Cornelia" voer. Die is in januari 1918 verkocht.

"de Vrouw Cornelia"


Houten hektjalk, gebouwd in 1859 op een werf in Sliedrecht.
Scheepsmeting op 7 september 1901 in Dordrecht, meetnummer D961N.
Het schip had een lengte van 21 meter, een breedte van 5 meter 32 cm, en een waterverplaatsing van 124,379 ton.
Eigenaar was ene R. Leunis met als domicilie Terneuzen.
Misschien was dit Reinier Leunis (1847-1916), schipper, toendertijd wonende te Terneuzen; gehuwd met Cornelia Vermeulen (1852-1935).

"Cornelia Hendrika" (voorheen: "Vier gebroeders")


Overdekt hekjalkschip, op 18 mei 1857 in het district Heerenveen opgemeten: 12 ellen 4 palmen 23 duim lengte, 3 ellen 6 palmen 6 duimen breedte, ... geijkt op 82 ton. (bron: kadasterakte Zierikzee 1/116, 15-11-1859)
Door Willem Vermeulen Wz [1823-1895] op 14 november 1859 verkocht voor 4000 gulden onder de naam "Cornelia Hendrika" (vroeger genaamd "de Vier gebroeders") aan een te Tholen wonende beurtschipper Pieter Vermeulen [vermoedelijk Willems broer Pieter (1809-1860)] met al het staand en lopend want, zeilen, ankers, kettingen, en al hetgeen verder tot de complete inventaris behoort. Het vaartuig is gebouwd en gebruikt in Nederland, maar er heeft nooit een overdracht op een hypotheekkantoor plaatsgehad. Koopsom 4000 gulden.
Kadasterbrandmerk 116 ZZEE 1859.
Mogelijk genoemd naar Willems toenmalige echtgenote Cornelia Hendrijna Boluijt.
Het schip was volgens schrijver A.R. Koppejan in gebruik bij Willem Vermeulen(1823-1895) voor de beurtvaart tussen Middelburg en Rotterdam.

Na Willems overlijden in 1895 heeft Willems neef Huibrecht Vermeulen (1841-1919) diens beurtvaart Middelburg-Rotterdam overgenomen, met een bijbehorend "oud versleten Fries tjalkje" (bron: memoires van Huibrechts kleinzoon).
Huibrecht werd op 28 maart 1899 ingeschreven in het schippersregister van Middelburg, met zijn gezin, wonend aan boord van de ?Cornelia Hendrika?.
In 1902 liet Huibrecht een ijzeren klipper bouwen, de "Walcheren". Maar in het schippersregister bleef hij tot 1918 geregistreerd staan als wonend op de "Cornelia Hendrika".

"Cornelia Hendrika"


Overdekte tjalk, van 54 ton, lengte 10el 54 duimen, breedte 3 ellen 28 duimen. (Afmetingen volgens meetbrief afgegeven op 5 augustus 1858 te Papendrecht)
Op 13 september 1858 (bron: Kadaster Zierikzee 1/112) voor 2000 gulden verkocht door Jacob van Duijvendijk, scheepstimmerman wonende in den Noord onder Papendrecht, aan Pieter Vermeulen "Wz" , beurtschipper wonende te Tholen.
Met anker, kettingen, zeilen, staand en lopend want en wat verder tot de complete inventaris behoort. Gemeld schip is in Nederland gebouwd en is onbezwaard eigendom van de verkoper.
Kadasterbrandmerk 112 ZZEE 1858.

Vermoedens:


Vermoedens: dit moet haast wel Pieter Wesselszoon Vermeulen (1809-1860) zijn, in het bevolkingsregister van Tholen rond deze tijd de enige Pieter Vermeulen die qua leeftijd, patroniem en beroep in aanmerking komt. Hij was inderdaad beurtschipper. Maar hij was getrouwd met Aplonia of Plonia Visser. Opmerkelijk is dat Pieter in 1859 een ?ndere, grotere, overdekte tjalk (hektjalkschip) "Cornelia Hendrika" kocht van zijn broer Willem. Zie hierboven. Ik neem aan dat Pieter (1809-1860) de "Beurtman van Tholen P. Vermeulen" was die van 1854 tot 1858 met een poon "de vrouw Plonia" van 44 ton voer, en na 1858 met een poon "de vrouw Plonia" van 55 ton. Deze " Beurtman van Tholen P. Vermeulen " staat in de periode 1854-1860 vermeld bij de betaling van het jaarlijks havengeld te Dordrecht, archief 'Havendienst van de gemeente Dordrecht' (toegang 68a). Mogelijk heeft Pieter in 1858 zijn oude schip "vrouw Plonia" van 44 ton afgedankt, een schip "Cornelia Hendrika" van 54 ton gekocht en het daarna "de vrouw Plonia" genoemd. Dat zou verklaren waarom het havengeld vanaf 1858 ineens van 44 naar 55 ton gaat. Maar het havengeld van 1858 en later spreekt over een poon en de akte noemt het een tjalkschip.

"Dankbaarheid"


Een houten hektjalk, in 1820 gebouwd op een werf te Joure.
In 1874 (26 mei?) werd te Dordrecht aan een schipper Huibrecht Vermeulen een rijnpatent afgegeven voor de tjalk "De Dankbaarheid", grootte 1906,20, gevoerd diepgang 49.
Het gaat hier om Huibrecht Vermeulen (1841-1919), blijkt uit de memoires van diens gelijknamige kleinzoon Huibrecht(1911-2008). Drie van Huibrechts kinderen zijn op een schip "Dankbaarheid" geboren, blijkt uit hun geboortaktes (1883,1884, 1886).
In de krantenbank Delpher komen in de periode 1882-1905 een groot aantal scheepvaartmeldingen voor, omtrent een schip "Dankbaarheid" met schipper Vermeulen [zonder voorletter] , bij het passeren van Lobith of de sluizen te Hansweert. Enkele van deze meldingen komen ongeveer overeen met de geboorteplaatsen van Huibrechts kinderen.
schip Dankbaarheid, Vermeule, Tholen genoemd in scheepsberichten 1884, 1886, 1887, 1889, 1890, 1891, 1893, 1894, 1896.
Bijvoorbeeld: op 28 april 1887 is Lobith gepasseerd met bestemming Tholen. Huibrechts dochter Wilhelmina is op 8 mei 1887 Te Tholen geboren, "aan boord". Op 4 november 1891 werd Lobith gepasseerd, met bestemming Tholen; Huibrechts dochter Pieternella is later die maand in Tholen geboren.
Uit de periode 1878-1895 zijn er nog enkele krantenberichten die melding maken van een schipper H. Vermeulen op een schip "(de) Dankbaarheid".
Zierikzeesche Nieuwsbode, 3 augustus 1878: wordt verwacht binnen enige dagen het schip ?de dankbaarheid?, schipper H. Vermeulen, met een lading puike kachel- en smeekolen [sic] voor rekening van J. den Boer Cz., Brouwershaven.
10-05-1883 Algemeen Handelsblad. Lobith gepasseerd 9 mei 1883. Dankbaarheid, Vermeulen, Zierikzee
- Goessche Courant, rivierberichten scheldevaart; Hansweert gepasseerd 31 januari 1886; H. Vermeulen, schip ?dankbaarheid?, bestemd naar Belgi?
11-05-1895 Het nieuws van den dag : kleine courant. Hansweert gepasseerd 9 mei 1895, met bestemming Belgi?: ?Dankbaarheid?, Vermeulen
Huibrecht 1841-1919) nam in 1895 een beurtdienst Middelburg-Rotterdam over, met een bijbehorend tjalkje "Cornelia Hendrika". In 1902 liet hij een klipper bouwen, de "Walcheren". Maar een "H. Vermeulen" (Huibrecht, of een zoon/verwant?) bleef eigenaar van de "Dankbaarheid", getuige de volgende scheepsmeting:
1 februari 1901[of 1904/ of 1907?; onduidelijk geschreven] te Dordrecht opgemeten, meetnummer D731N, niet vermeld of dit de eerste meting was.
Lengte:20 m 30 cm, breedte:4 m 68 cm, waterverplaatsing:102,506 ton.
Eigenaar was H. Vermeulen, domicilie te Middelburg.

"Delfland"


Stalen rijnsleepschip, in 1913 gebouwd op de werf Ruijtenberg in Waspik, onder bouwnummer 185.
Bij de eerste scheepsmeting op 3 oktober 1913 te Waspik, meetnummer Zb906N, werden de volgende afmetingen genoteerd: lengte 45 m 21 cm, breedte 7 m 08 cm, waterverplaatsing 474,712 ton. Eigenaar was toen de N.V. Mij Sleepschip Delfland met als domicilie Vrijenban.
In oude kranten uit de periode 1913-1926 zijn scheepvaartberichtjes te vinden over een schip ?Delfland? met (zet?)schipper de Boo, waarin de de passage van Lobith of de sluizen bij Hansweert wordt gemeld.
Betreft vermoedelijk Leendert de Boo (1886-1928). Het echtpaar de Boo verhuisde op 23 oktober 1919 van Oudekerk aan de Ijssel naar Vrijenban (tegenwoordig: Delft) en woonde daar aan boord van het schip ?Delfland?, waladres wijk 3 no. 69.
Op 20 december 1920 verhuisden ze vandaar naar Rotterdam; daar werden ze de 30e ingeschreven, adres aan boord van het sleepschip ?Delfland?, waladres ?Beurssteeg (?) 11?. Leendert was toen zetschipper.
Op 29 augustus 1928, enkele maanden na het overlijden van Leendert, verhuisde zijn weduwe, Hectorine de Boo-Vermeulen (1887-1959), naar de Bruynstraat 4b, op 14 november 1934 naar de Bruynstraat 4c.
De NV Mij Sleepschip ?Delfland? (eigenaar in 1913) was volgens het adresboek van Delft over 1932, toen gevestigd op de Rotterdamscheweg 320. De NV ging begin 1933 in liquidatie.
Het lijkt er op dat Hectorine de Boo in in ieder geval van 1944 tot 1951 eigenaresse was van het schip ?Delfland?. Bij een scheepsmeting op 5 juli 1944 in Rotterdam, meetnummer R14702N, staat het vermeld als sleepschip met als eigenaresse weduwe L. de Boo, domicilie Vlaardingen.
De ?Delfland?, met eigenaar ?L. de Boo, Rotterdam? staat op een lijst met schadedossiers van meer dan 1700 schepen uit het archief van de Taxatie-Commissie (Binnenvaart) Zee- en Luchtvaartverzekeringswet 1939. Dit beslaat de periode 1939-1955 met heel veel schadegevallen uit de Tweede Wereldoorlog. Het betreffende dossiernummer 860 ligt in het Nationaal Archief in Den Haag.
Bij een scheepsmeting op 11 mei 1951 te Rotterdam, meetnummer R17981N, was de "Delfland" een motorschip met als eigenaresse weduwe H. de Boo, domicilie Vlaardingen.
Na het overlijden van Hectorine de Boo-Vermeulen in 1959 werd het schip eigendom van haar zoon, A.C. de Boo.
Van 1970 tot 1982 heeft een zetschipper met de ?Delfland? gevaren.
In 1982 voldeed het schip niet meer, het is toen gesloopt.
Delfland

Delfland
De "Delfland" ergens tussen 1970 en 1982. (foto's: D. van Leersum)

"Drie gebroeders"


Houten hektjalk, in 1877 gebouwd op een werf in Papendrecht.
Op 3 juli 1901 werd te Dordrecht een offici?le scheepsmeting uitgevoerd, meetnummer D894N.
De lengte was 23 meter, de breedte 5,75 meter, de waterverplaatsing 146,456 ton.
Eigenaar P. Vermeulen had als domicilie Wemeldinge.

Vermoedens:


Waarschijnlijk Pierre Vermeulen (1865-1933); hij woonde zeker tot 1902 te Wemeldinge, volgens de geboorteakte van de tot dat jaar geboren kinderen. Een van zijn dochters is in 1903 volgens de geboorteakte geboren aan boord van de "Drie gebroeders".

Eben Ha?zer


Ijzeren tjalkschip, in 1902 gebouwd op de werf D. Boot te Gouwsluis.
Op 24 oktober [bedoeld zal zijn 1902] voor het eerst opgemeten te Gouwsluis,meetnummer R2242N.
Lengte 22 m 87 cm, breedte 5 m 15 cm, waterverplaatsing 137,620 ton.
Eigenaar W. Vermeulen had als domicilie Middelburg.
Zeer waarschijnlijk was dit Willem Vermeulen (1857-1934). Hij wordt genoemd in de boeken ?Sturen en turen? en ?De Blikken Motor? van A.R. Koppejan.
Willem trok zich in 1921 terug uit de beurtvaart, zijn zoon Johannes (1890-1944) voer verder met de "Eben Ha?zer".
1923: dat jaar werd het schip vermoedelijk verkocht aan een broer van Johannes, Wessel Vermeulen (1898-1966).
10 september 1923: schip hermeten te Rotterdam, laadvermogen bepaald op 139.394 ton.
11 maart 1924: het tjalkschip "Eben Ha?zer" "afkomstig uit Middelburg, schipper Wessel Vermeulen" werd overvaren door een zeeschip en zonk. Daarbij kwamen de echtgenote van de schipper (Neeltje Maria de Visser, geboren in 1902) en een knecht om het leven. [bron: o.a. krantenbericht in de Breskensche Courant van 15 maart 1924]
De genoemde Wessel Vermeulen (1898-1966) voer later met een metalen tjalk, de "Nieuwe Zorg".
15 september 1925: schip hermeten te Antwerpen, meetnummer AE7176B. Blijkbaar is het schip gelicht en hersteld. In het scheepsmetingsregister staat geen andere scheepsnaam of naam van eigenaar vermeld.

N.B. De naam ?Eben Ha?zer? komt uit de Bijbel en betekent letterlijk ?Steen der Hulp?. Volgens de Bijbel (1 Samuel 7 vers 12) stelde Samu?l deze gedenksteen op, zeggende ?Tot hiertoe heeft de Heer ons geholpen?.

eben_Haezer-

Eben Ha?zer


Stalen rijnschip (klipperaak), in 1904 gebouwd op de werf Joh. Berg te Delfzijl.
Voor het eerst opgemeten op 21 juni 1904 te Amsterdam , meetnummer A1959N.
Lengte, 36 m 20 cm ; breedte 6 m 08 cm; waterverplaatsing 296,130 ton. Eigenaar was toen M. de Haas, met domicilie Bergen op Zoom.
Dit is vrijwel zeker Marinus de Haas (1854-1933), gehuwd met Margaretha Vermeulen (1847-1942). Zij woonden volgens het Bergen op Zoomse bevolkingsregister over de periode 1900-1920, enige tijd aan boord van een schip "Eben Haezer".
Op 21 juni 1911 werd het schip verkocht aan ene L. Hooglander te Papendrecht

Elco


Stalen sleepschip, op 27 februari 1927 te water gelaten op de Scheepsbouwwerf en Machinefabriek Holland te Hardinxveld.
Op 28 februari 1927 voor het eerst opgemeten te Hardinxveld, meetnummer: D3747N.
Lengte:50 m Breedte:6 m 60 cm Inzinking:2.35? Waterverplaatsing:550,875 ton ,
Eigenaar was A.M. Vermeulen met domicilie:Dordrecht.
25 februari 1927: getuigschrift van inbranding Brandmerk 1423 B Rott 1927, betreffende sleepschip "Elco" van ca 525 ton, liggende te Hardinxveld. eigenaar Adriaan Marinus Vermeulen, schipper te Dordrecht [uit eigen onderzoek: geboren op 4 juli 1895 in Rotterdam, overleden op 14 augustus 1932].
19 juli 1929: scheepsnaam gewijzigd in "Alfra"; eigenaresse is Helena de Jong, weduwe van Petrus de Reuver, te Lithoijen.
1930 Alfra 2 A. de Reuver in Lithoijen. NB: er is al een scheepvaartbericht van 7-1-1929 over een schip Alfra met schipper E. de Reuver
Op enig moment is op het voordek een ankerliermotor geplaatst voor het snelle ophalen van ankers, welke motor tevens dienst doet voor het drijven van een pompinstallatie.
25 november 1941: doorhaling van teboekstelling, "Nr. 740 circ 2977". Vermoedelijk is het schip toen door de Duitse bezetters gevorderd.
18 oktober 1952: volgens Getuigschrift van Inbranding weer in gebruik gesteld, deel 74 no. 289, ingevolge Artikel 115 Wet "V O" [?, slechts leesbaar]. Schip is eigendom van de Staat der Nederlanden.
1 november 1952: gebruikers zijn de Erven H. de Reuver, Nijmegen
5 maart 1954, eigenaren volgens het GVI: Albertus Franciscus De Reuver, schipper te Lith; Franciscus Gerardus de reuver, schipper te Maasbracht; Allegonda Alberdina de Reuver, .. onleesbaar] te Sneek. Eronder staat de aantekening "overgedragen 5 maart 1954 Albertus Franciscus De Reuver, schipper te Lith".
30 juni 1955 Scheepsmeting G9055 te Zwartsluis: betreft stalen sleepschip Alfra, lengte 50 meter, breedte 6,6 meter, waterverplaatsing (m3) 553.79 .
Op enig moment (1962?) is een 8 cylinder 4 takt MWM dieselmotor van 252 PK, een een kopschroefmotor ingebouwd. Het was toen een motorvrachtschip geworden.
1962 Alfra 3 W. de Reuver in Utrecht
9 januari 1970: eigenaar Wilhelmus Petrus Antonius de Reuver, schipper te Maasbracht. 1974 Alfra 4 W.P.A. de Reuver in Maasbracht
5 april 1980 waterverplaatsing 603,699 M3
Op 3 september 1986 werd nog een hypotheek afgesloten; het schip was dus toen nog in de vaart.
Het schip staat ook op de website binnenvaart.nl, met foto en EU Nummer 2301423

Elisabeth


Ijzeren klipperaak, in 1884 gebouwd op een werf te Rotterdam.
Een C.P. Vermeulen, domicilie te Dordrecht, liet dit schip op 11 augustus 1904 te Dordrecht opmeten, meetnummer D1558N.
Dit moet haast wel Cornelis Pieter Vermeulen (1870-1937) geweest zijn, in 1903 vanuit Sint Maartensdijk naar Dordrecht verhuisd, en in 1913 daar vandaan weer terugverhuisd naar Sint Maartensdijk. Deze Cornelis Pieter staat ook vermeld in de boeken ?Sturen en turen? en ?De Blikken Motor? van A.R. Koppejan. Cornelis voer later met de in 1909 gebouwde motorboot "Jacoba", zie hieronder.
De lengte van de "Elisabeth" was 38 m 30 cm, de breedte 6 m 43 cm, en de waterverplaatsing 301,114 ton.
De volgende scheepvaartberichten hebben misschien betrekking op dit schip:
29-06-1903, Het nieuws van den dag / kleine courant. Rijnvaart; Lobith gepasseerd 26 juni 1903. Elisabeth, Vermeulen, [bestemming] Wemeldinge
11-05-1907, Het nieuws van den dag / kleine courant: Scheldevaart; Hansweert gepasseerd 8 mei Elisabeth, Vermeulen, [bestemming] St.Maartensdijk
17 mei 1913: overgeschreven op naam van Johannes van Damme te St.Maartensdijk. [ hypotheekkantoor te Dordrecht, deel 15 no 3008] [NB: de hiervoor genoemde Cornelis Pieter Vermeulen nam in augustus 1913 het motorschip "Jacoba" met bijbehorende beurtvaart over van zijn broer Izak Vermeulen].
23 september 1915: overgeschreven op naam van Pieter van Warendorp te Dordrecht. Scheepsnaam veranderd in "Onderneming". [hypotheekkantoor Dordrecht, deel 16 no 3335]
21 februari 1924: overgeschreven op naam van M. [?] Nieuwelinke en J. Reijngoudt, beiden te St. Philipsland.[hypotheekkantoor Dordrecht, deel 23, no 5203]
1927: voorzien van brandmerk 735 B Dordrecht 1927
8 september 1933: scheepsmeting te Belgi?, AE 11689B
september 1951, scheepsmeting nummer R18205N. Eigenaar de weduwe J. Reijngoudt te St. Philipsland. Lengte nog steeds 38 meter, waterverplaatsing 198,748 ton.
3 februari 1975: Blijkens een scheepsmeting (R38535N) te Rotterdam voer het schip toen nog steeds. De naam van de toenmalige eigenaar staat niet vermeld.

Elisabeth


Ijzeren zeilschip, vermeld in een Duitstalig rijnpatent-register uit 1914.
Eigenaar is een C.P. Vermeulen uit Dordrecht, net als het hierboven vermelde gelijknamige schip.
Het lijkt echter om een ?nder schip te gaan dan de hierboven vermelde "Elisabeth", omdat bouwjaar en afmetingen afwijken.

Elsa


Stalen motorschip, in 1926 gebouwd op de werf Smit te Foxhol (Groningen).
Het schip werd voor het eerst officieel opgemeten op 9 oktober dat jaar, te Dordrecht, meetnummer: D3708N. Het had een lengte van 31 m 40 cm, een breedte van 5 m 05 cm en een waterverplaatsing van 174,605 ton. Het kreeg later het kadasterbrandmerk 537 B Dord 1927.
Eigenaar was W. Leunis, met als domicilie Wemeldinge. Op het getuigschrift van inbranding staat zijn volledige naam: Wessel Leunis.
Vermoedelijk was dit Wessel Leunis (1881-1961), zeker vanaf 1913 tot 1935 schipper van beroep, en in ieder geval van 1927-1935 wonend te Wemeldinge.
Beschrijving [getuigschrift]: "1 laadruim, later: vooronder, een woonroef, een stuurhut, een machinekamer met [oorspronkelijk] een 60 PK Hollandia ruwolie motor no. 293 serie B type 2B3"

In 1956 werd de "Elsa" nogmaals opgemeten, nu in Groningen, meetnummer G9322N. De eigenaar was R. Leunis met als domicilie Terneuzen. Op het getuigschrift van inbranding staat zijn volledige naam: Reinier Leunis, schipper te Terneuzen, Korte Dijkstraat 2. Vermoedelijk was hij een zoon van Wessel Leunis. Wessel woonde vanaf 1959 op dit adres.
Het schip had inmiddels een 6 cylinder 165 PK General Motors scheepsdieselmotor.
Op 15 mei 1957: waterverplaatsing van 207.904 M3 [bron: getuigschrift]
Op 15 mei 1957: waterverplaatsing van 207.904 M3 [bron: getuigschrift] Op 25 april 1962: waterverplaatsing van 245 M3 [bron: getuigschrift] Op 15 januari 1964 was ene Stoffel Dragt, schipper te Amsterdam (Westerdok[?] straat 15), eigenaar. Het schip heette toen "Hilke".Op 15 mei 1957: waterverplaatsing van 207.904 M3 [bron: getuigschrift] op 7 september 1973 voer het schip onder de naam "Henriette E", eigenaar Berend [Berenden?] Blokzijl, schipper te Meppel.
20-1-1975: "Cura", eigenaar Arend junior van Dijk, schipper te Kampen.
6-3- 1975 eigenaar "Holland Floats [??] .." Amsterdam.
4-1-1977 adres eigenaar: 2e Sweelinckstraat 12 I, Amsterdam.
Op 2 november 1988 is de te boekstelling doorgehaald. Op het getuigschrift van inbranding staat daarbij een bedrag vermeld van 120.500 gulden. Eigenaar was de V.O.F. "H.A.T." Holland Aqua Tours, Amsterdam. Vennoten P. de Lange en G.M. Wijnbeek . adres te Hillegom.
In 2017 bestond er nog steeds een bedrijf Holland Aqua Tours, actief o.a. op het gebied van boottochten voor vakantiereizen, met een vloot oudere schepen.

Vermoedens:


De in 1926 genoemde "W. Leunis" was vermoedelijk Wessel Leunis (1881-1961), zeker vanaf 1913 tot 1935 schipper van beroep, en in ieder geval van 1927-1935 wonend te Wemeldinge.
Een bericht in de Middelburgsche Courant van 10 oktober 1932 heeft vermoedelijk betrekking op Wessel en zijn schoonvader Martinus August van Leeuwen: "Schepen gestrand-Wemeldinge. Zondagmiddag zijn de schepen van schipper Van Leuven en van Wessel Leunis van Terneuzen, geladen met regeringsgraan, op de Oosterschelde gestrand. Sleepboten waren ter assistentie uitgevaren om eventuele hulp te verlenen."

Emmanuel


1905: gebouwd als stalen tweemastklipper op de werf Boot te Gouwsluis. Oorspronkelijk omschrijving op het GVAB: stalen zeilschip met twee masten, een dek, een roef en een ruim.
In het Maritiem Museum Rotterdam bevinden zich stukken met betrekking tot de bouw van de ?Emmanuel?; daarin onder andere het bestek. Het schip was gebouwd volgens de Friese maat: in Friesland gold voor de klasse 1 vaarwegen (de grootste) een maximale lengte van 31,5 m. Deze maat was gebaseerd op de Grote sluis te Stavoren, die toen 32,5 meter lang was.
27 maart 1905: voor het eerst opgemeten te Gouwsluis, meetnummer Ga200N.
Lengte 31 m 30 cm, breedte 5 m 86 cm, waterverplaatsing 217,649 ton.
Eigenaar was toen Abraham Rijnhout, domicilie te Middelburg [NB: geboren Dordrecht 17-5-1873 - overleden Middelburg 1957; gehuwd met Maatje La Brujeere (geb. ca 1874 Middelburg, overleden); bewijs: op 23 juli 1910 is hun zoon Jikke Reijnhout geboren aan boord van het klipperschip "Emmanuel"]
April 1922: schip gekocht door Willem Vermeulen (1888-1972). Een Abraham Reijnhout te Middelburg [vermoedelijk de 1e eigenaar] verleende hem een hypotheek voor 5500 gulden. De hypotheek is in december 1937 doorgehaald.
28 september 1928: op verzoek van Willem Vermeulen, schipper te Middelburg, werd het brandmerk 3640 B Rott 1928 aangebracht.
11 maart 1932: Een krantenbericht in "De Zeeuw" heeft vermoedelijk betrekking op dit schip. "Hansweert: Het zeilschip "Emmanuel", schipper Vermeulen van Middelburg is gistermorgen bij Bath aan de grond gevaren en blijven zitten. Bergingsvaartuigen zijn van hier vertrokken om te trachten het schip met hoog water vlot te slepen, hetgeen ook mocht lukken". Willem Vermeulen woonde zeker tot 1919 te Middelburg en is ergens voor 1938 naar Rotterdam verhuisd.
1937: de "Emmanuel" werd opnieuw opgemeten, nu te Raamsdonkveer, meetnummer R10532N. Het was inmiddels een klippersleepschip geworden, met nog steeds vrijwel dezelfde afmetingen, maar een iets grotere waterverplaatsing, 227,251 ton. Eigenaar was Willem Vermeulen, met domicilie Rotterdam.
Ergens voor 1940 is het zeiltuig verwijderd; en is een eigen sleepbootje/opduwer gekocht, de "Jowi".
Willem Vermeulens gelijknamige zoon woonde tot zijn huwelijk in 1943 aan boord van een schip "Emanuel".
Op 22 oktober 1948 is de Emmanuel tijdens harde wind vergaan, vlak bij de haven van Zierikzee. Willem Vermeulen, zijn zoon Joop en diens vrouw Hannie hebben zich toen kunnen redden op de ?Jowi?.
In februari 1949 is de Emmanuel gelicht; het schip bleek gedeukt en natuurlijk verroest maar verder niet al te zwaar beschadigd en is naar een werf gesleept (misschien in Hellevoetsluis of Rotterdam) en verkocht. Het is daarna hersteld, verlengd en van een motor voorzien.
15 februari 1951: brandmerk 3640 B Rott 1928 opnieuw aangebracht op de "Frisa", ex "Emmanuel". Op het GVAB beschreven als een stalen sleepschip groot 316 M3 volgens meetbrief 15-2-1951
12 maart 1951 vermelding [op GVAB] vorige eigenaar : De Wit's Berging en Transportonderneming NV te Rotterdam
12 maart 1951 vermelding nieuwe eigenaar: Cornelis Knobbe, schipper te Sneek. Hij staat ook vermeld als eigenaar bij een scheepsmeting dat jaar. Het was toen een motorschip van 41 meter lang, ruim 316 ton metend, varend onder de naam ?Frisia?.
18 april 1961: als eigenaar staat vermeld Jan Feenstra, schipper te Delfzijl. Het schip heette toen "Zwaluw", en was uitgerust met een 5 [of 6?, moeilijk leesbaar] cylinder dieselmotor 150 PK. Dit is later doorgehaald, de motor is op zeker moment blijkbaar vervangen door een 120 PK 3cylinder Bolnesmotor.
1964: lengte inmiddels 47 meter.
5 oktober 1965: waterverplaatsing 399,215 M3
3 mei 1971: als eigenaar vermeld Marten Nanko Feenstra, schipper te Rotterdam. 1974: volgens een scheepsmeting voer het nog steeds onder de naam ?Zwaluw?, inmiddels 47 meter lang en met een waterverplaatsing van bijna 400 ton.
3 mei 1971: Gekozen domicilie eigenaar: Zegenstraat 95a, Rotterdam. Motor beschreven als een 8 cylinder MAN dieselmotor, 240 PK (dit laatste doorgehaald). Verder: hypotheek van 50.000 gulden verleend door Willem Johannes Feenstra, schipper te Sliedrecht.
6 januari 1977: motor beschreven als 415 PK typ W8 V17 1/2 / 22A met drukvulling, bouwjaar 1916, motornummer 302298
8 juni 1977 doorhaling van de teboekstelling, ingevolge artikel 752 lid b. Volgens de website www.debinnenvaart.nl had het als EU Nummer 2303640

Emmanuel
De "Emmanuel" als tweemaster. (foto: collectie W. Vermeulen)

Geertruida Maria


1878: volgens het Middelsburgse adresboek van dat jaar woonde een P. Vermeulen, schipper, aan boord van ?de Geertruida Maria?.
In het scheepsmetingsregister en de Zeeuwse krantenbank was (begin 2017) niets over dit schip te vinden.
Schrijver dezes vermoedt dat het om Pieter Vermeulen (1851-1929) zou kunnen gaan, schipper, in 1878-1880 wonend te Middelburg (blijkt o.a. uit geboorteakten kinderen), en in 1880 vanuit Middelburg naar Vlissingen verhuisd (bevolkingsregister).
Pieters echtgenote was Maria Hendrika Kegge. Hij had geen naaste verwanten met voornamen "Geertruida Maria"; dus het is niet onmiddelijk duidelijk waar de scheepsnaam vandaan komt, als P. Vermeulen inderdaad Pieter was.
Auteur A.R. Koppejan over Pieter Vermeulen: "startte omstreeks 1875 vanuit Middelburg met een houten scheepje een beurtdienst op Antwerpen. Over dit scheepje is niets bekend."
Pieter liet in 1892 op de werf van de Wed. Duijvendijk in Papendrecht de zeilklipper "Maria Hendrika" bouwen, die (in 2017) nog steeds in de vaart was.

Gunst en Vlijt


Tjalk, in juli 1835 vermeld in een overlijdensakte. Willem Marinus Vermeulen (toen 35 jaar oud, schipper, wonende te Sint Maartensdijk) deed te Rotterdam aangifte van het overlijden van zijn neef Marinus Vermeulen ( leeftijd 22 jaar, 10 mnd en 19 dagen - ongeh.), schippersknecht, op 9 juli om 11:00u aan boord van het "Tjalkschip Gunst en Vlijt" liggende aan de Zeevismarkt.

Vermoedens:


Gaat zonder twijfel om Willem Marinus Vermeulen (1799-1862) uit Sint Maartensdijk. Mogelijk voer zijn neef als schippersknecht mee.
In de Zeeuwse Krantenbank, in Delpher, en in het scheepsmetingsregister was in oktober 2016 geen relevante vermelding te vinden.
Mogelijk was Willem de "beurtman W.M. vermeulen van St. Maartensdijk" die in 1854 en later havengeld betaalde te Dordrecht voor een poon "(de) vrouw Johanna". Willems vrouw had als voornamen Johanna Adriana.

Hoop op Welvaart


Een zeilschip met deze naam, met schipper P. Vermeulen te Wemeldinge, staat vermeld in een duitstalig Rijnschipperspatent-register van 1890. Aan de schipper was op 18 maart 1879 te 's-Gravenhage een patent uitgereikt, geldig vanaf Keulen tot in zee.
In een register uit 1896 staat - waarschijnlijk - hetzelfde schip, zelfde naam, zelfde schipper/eigenaar. Het wordt nu uitgebreider beschreven: houten tjalk, draagvermogen 2689 centenaar, "ungesohlt", in 1864 te Joure gebouwd, met vast dek en met lekkleed, 2 bemanningsleden, getaxeerde waarde 6000 duitse mark, voor het laatst ge?nspecteerd op 2 september 1893 te Antwerpen.
Deze scheepsnaam staat niet in de scheepsmetingsdatabase lvbhb in combinatie met ?Vermeulen? of ?Wemeldinge?;
ook niet in de krantenbank Zeeland
07-07-1889 Algemeen Handelsblad Lobith gepasseerd 4 juli 1889 met bestemming Middelburg: ?Hoop op Welvaart?, vermeulen.
03-10-1893 Het nieuws van den dag : kleine courant. Scheldevaart, Hansweert gepasseerd 30 september 1893: Hoop op Welvaart, Vermeulen, Wemeldinge


Het meest waarschijnlijke schipper "P. Vermeulen" die rond die tijd in Wemeldinge woonde was Pierre Vermeulen (1865-1933). Alleen: Piere was nog geen 14 jaar toen (in 1879) het rijnpatent voor dit schip werd uitgeschreven. Pieere's vader was ook schipper, maar voer op de "Marinus Cornelis".
Ook de website "weumelinge.nl" is geen relevante P. Vermeulen te vinden.

Hoop op Welvaren

21-05-1886 Algemeen Handelsblad Lobith gepasseerd 19 mei 1886. ?Hoop op Welvaren?, Vermeulen, bestemming St.Maartensdijk

Hoop op Zegen

Stalen klipper,in 1908 gebouwd op de werf Kalkman in Capelle a/d IJssel.
Op 25 maart 1908, te Rotterdam, voor het eerst opgemeten, Meetnummer R3362N.
Lengte 24 m 00 cm, breedte 5 m 02 cm, waterverplaatsing 111,823 ton.
Eigenaar H. van Waardenburg, Domicilie Rotterdam.
Op 17 augustus 1926 overgeschreven op het hypotheekkantoor te Dordrecht, deel 25 no. 5840.
Nieuwe eigenaar Jacob Vermeulen, domicilie Middelburg. Schrijver dezes vermoedt dat dit Jacob Vermeulen (1888-?) is. Jacob had tot 1926 diverse beroepen gehad, (schipper, varensgezel, en het laatst magazijnbediende) maar was in ieder geval vanaf 1929 schipper te Middelburg.
In 1927 kreeg het schip het brandmerk 479B Dord 1927.
1934: genoemde schipper Jacob Vermeulen (1888-)verhuisde uit Middelburg naar Rotterdam, werd daar ingeschreven als wonend "a/b Hoop op Zegen".
18 augustus 1937: schip opnieuw opgemeten, nu te Amsterdam, meetnummer A9404N. Het was nu een motorschip, met vrijwel dezelfde meetgegevens als eerder. Lengte nu 23 m 90 cm, waterverplaatsing 108,994 ton.
Eigenaar was J. Vermeulen met domicilie Rotterdam.
Bij een volgende meting (R24236N), 7 oktober 1958 te Groot-Ammers, staat geen naam van de eigenaar vermeld.

Jacoba


Een stalen paviljoenschuit, in 1902 gebouwd op een werf in Capelle a/d IJssel.
Onder meetnummer D1139N voor het eerst opgemeten op 23 juni 1902 te Dordrecht.
Lengte: 17 m 55 cm ; Breedte:4 m 75 cm; Inzinking:? ; Waterverplaatsing:71,343 ton.
Eigenaar was J. Vermeulen met als domicilie St. Maartensdijk.
Schrijver dezes acht het aannemelijk dat het hier gaat om Izak Vermeulen (1861-1948). Rond deze tijd leefde er namelijk geen schipper J. Vermeulen in Sint Maartensdijk.
Genoemde schipper ruilde in 1909 een [niet met naam genoemde] paviljoenschuit in bij de aanschaf van een motorboot "Jacoba", zie hieronder.
25 december 1914: op naam van Pieter Priem en Adriaan Priem te Yerseke, overgeschreven op het hypotheekkantoor Dordrecht, deel 16 no 3257; .. [onleesbaar] 22 juli 1916. . Scheepsnaam gewijzigd in "Nooitgedacht"
21 juli 1916: hermeten te Roodevaart.
1928: bij een scheepsmeting (D4022N), was de paviljoenschuit eigendom van Pieter Priem en Adriaan Priem uit Yerseke; het voer toen nog steeds onder de naam "Nooit Gedacht".

Stalen motorboot ?Jacoba


begin 1909: onder nummer 359 voor 8300 gulden gebouwd op de werf D. Boot te Alphen a.d. Rijn.
Beschrijving: machinekamer, 1 vooronder, 1 achteronder, 1 laadruim, 40 PK Kromhoutmotor
15 april 1909: Voor het eerst opgemeten te Gouwsluis, meetnummer Ga686N.
Het schip had een lengte van 20,99 meter, was 4,76 meter breed, en had een waterverplaatsing van 55,118 ton.
In het archief van het Maritiem Museum te Rotterdam bevindt zich een gedrukt en geschreven bestek voor een te maken staal ijzeren motorboot ?Jacoba? voor rekening van den Heer J. Vermeulen schipper te Sint Maartensdijk. Dit bestek is afkomstig van scheepswerf De Vooruitgang en De Industrie te Alphen aan den Rijn. Scheepsafmetingen: lengte 21 meter; breedte 4.50 meter; diepte 1.70 meter. Machine: te leveren uit de N.V. Machinefabriek Drakenburgh voorheen D.W. van Rennes te Utrecht. Aannemingssom en betaling: 8300 gulden waarvan 7800 gulden te betalen in vier termijnen en waarvan 500 gulden werd betaald door het inruilen van een gebruikte ijzeren paviljoenschuit, schrijver dezes vermoedt dat het de hier boven genoemde "Jacoba" betreft.
Geen hypotheek. Getekend: leveringsdatum maart 1909. Gedrukt getypt en geschreven contract met nummer 1162 met betrekking de verkoop van een petroleum bootmotor van 20 e.p.k. door Machinefabriek ?Drakenburgh? voorheen D.W. van Rennes te Utrecht aan D. Boot te Gouwsluis voor de prijs van 2375 gulden en getekend 26 november 1908. Op dit contract is de naam J. Vermeulen te Sint Maartensdijk vermeld. [* bron: Maritiem Museum Rotterdam, inventarisnummer TA3422 *]
Bij de eerste meting in 1909 staat als eigenaar vermeld "J. Vermeulen" met als domicilie St. Maartensdijk. Rond deze tijd leefde er, voor zover schrijver dezes bekend, in Sint Maartensdijk geen J. Vermeulen die in aanmerking zou kunnen komen. Vermoedelijk betreft het beurtschipper Izak Vermeulen (1861-1948). Het lijkt aannemelijk dat Izak het schip noemde naar zijn echtgenote, Jacoba van den Hoek.
1913: Izak deed in augustus dat jaar zijn beurtveer en kolenzaak over aan zijn broer Cornelis Pieter Vermeulen (1870-1937).
1921: schip voorzien van kadasterbrandmerk 4643 Dord 1921
In een hypotheekregister [Dagregister zaak 19 nummer 508] opgemaakt op 9 juli 1921, verklaarden Cornelis Pieter Vermeulen en Adriaan Vermeulen, beiden schipper wonende te Sint Maartensdijk, samen eigenaar te zijn van het ijzeren vaartuig "Jacoba", metende 55.118 ton , in de Nederlanden thuis behorende, gebouwd in 1909 te Gouwsluis thans liggende in de haven te Sint Maartensdijk.
December 1921: Cornelis Pieter richtte, samen met zijn broer Adriaan (1877-1953), de Naamloze Vennootschap Motorvrachtboot "Jacoba" op, gevestigd te Sint Maartensdijk. De broers, beiden schipper te St.Maartensdijk, namen ieder deel voor 5 aandelen van f 1000.
30 april 1931: Opheffing van de NV Motorvrachtboot "Jacoba", beurtdienst te St.Maartensdijk. Het bedrijf is overgegaan aan C.P. Vermeulen Wzn, die de zaak onder eigen naam voortzette. Dit betreft zonder twijfel Cornelis Pieter Vermeulen (1906-1990), zoon van Willem Marinus Vermeulen. C.P. Vermeulen Wzn was een neef van de eerder genoemde eigenaar C.P. Vermeulen (1870-1937), die geen kinderen had.
mei 1931: schip voorzien van kadasterbrandmerk 1827 B Dord 1931 op verzoek van Cornelis Pieter Willemszoon Vermeulen, schipper te Sint Maartensdijk, Markt A25.
10 juni 1931: hypotheek van 4000 gulden verleend door Cornelis Pieter Adriaansen Vermeulen. De hypotheek is doorgehaald in april 1939
2 februari 1934, Middelburgsche Courant: "Wemeldinge. Het lege motorschip van schipper Vermeulen van St. Maartensdijk werd door de storm op de berm geworpen. het kon er op eigen kracht niet af komen. De sleepboot ?Zeehond? heeft het schip er afgetrokken." [Cornelis was in 1934, zover schrijver dezes bekend, de enige schipper Vermeulen in St. Maartensdijk met een motorschip.] 1942: De "Jacoba" werd op 9 september dat jaar opnieuw opgemeten, nu te Rotterdam; meetnummer R13581N. Van het "metalen motorschip" staat bij deze scheepsmeting niet vermeld waar en wanneer het geschip gebouwd is. De lengte was 20,94 m, de breedte 4,75 meter, de inzinking 1,74 meter en de Waterverplaatsing 76,232 ton. Eigenaar C.P. Vermeulen had als domicilie St. Maartensdijk. Kadasterbrandmerk: 1827 B Dord 1931.
6 april 1946: hypotheek van 3000 gulden verleend door NV Nederlandse scheepsverband Mij te Rotterdam. [veronderstelling: misschien had dit te maken met de inbouw van een andere motor?] Hypotheek doorgehaald in juni 1949 [dus ongeveer ten tijde van de verkoop van het schip].
1949: dat jaar stopte C.P. Vermeulen met de beurtvaart. Hij was de laatste beurtschipper die vanuit Sint Maartensdijk voer.
5 april 1949; verkoop, nieuwe eigenaren Jan Dingemanszoon de Ronde, en vier broers: Engel, Mart[?], Jacob en Jan, "Janszoon" de Ronde. Allen mosselvisser, de eerste vier te Bruinisse, de laatst eerst te Rotterdam, later ook te Bruinisse. Het schip kreeg de naam "De Vijf Gebroeders" (BRU26); in november werd opnieuw het brandmerk 1827 B Dord 1931 aangebracht. Volgens het getuigschrfit van inbranding had het toen een bruto inhoud van 123.82 M3. De motor was inmiddels een 44 PK 2 cylinder Kromhout, type 2 MI [?] no 4106.
20 februari 1951: doorhaling van de teboekstelling. Het schip is later [datum niet vermeld op het getuigschrift] weer te boek gesteld.
Volgens schrijver A.R. Koppejan, in zijn boeken ?De Blikken Motor? en ?Sturen en turen?, is het schip daarna nog enkele malen van eigenaar en naam gewisseld, en was het (in 2008) nog steeds als vissersschip in bedrijf.

Jeannette


Een tjalk of klipper, eigendom van Pieter Vermeulen (1878-1957), vrijwel zeker genoemd naar zijn echtgenote Jeannette de Graaf (1878-1956).
Pieter en zijn gezin werden op 8 oktober 1904 in het schippersregister van Middelburg ingeschreven, wonend aan boord van de klipper "Jeannette".
Pieters dochter Toos vertelt in het boek "Sturen en turen" van A. Koppejan, dat haar vader een houten tjalk "Jeannette" heeft gehad, maar dat ze niet weet waar die vandaan is gekomen en gebleven is.
Berichtje in de Vlissingse Courant, 29-12-1906: "Dinsdagnacht is te Wemeldinge door de sleepboot "Edison" met kapitein Groenewegen binnengebracht het tjalkschip "Jeannette", schipper P. Vermeulen, komende met beurtgoederen van Middelburg, met bestemming naar Rotterdam. Het schip dreef op de Oosterschelde zonder mast en tuigage. Alleen de schipper en zijn knecht waren op het schip. De vrouw en kinderen waren des middags reeds in een roeiboot gered door de bemanning van de Zierikzeese boot."
Pieter Vermeulen voer vanaf 1923 met de dat jaar verbouwde klipper "Maria Hendrika", die hij herdoopte tot "Jeannette". Zie hieronder.
In de scheepsmetingsregisters komt, behalve de genoemde "Maria Hendrika/Jeannette", maar ??n tjalk of klipper voor die ooit ook onder de naam "Jeannette" voer (maar dat wil niet zeggen dat het om hetzelfde schip moet gaan):
het in 1889 op een werf in Papendrecht gebouwde ijzeren tjalkschip "Hendrina", voor het eerst op 23 februari 1900 te Dordrecht opgemeten, meetnummer D239N.
Lengte 21 m 50 cm, breedte 4 m 57 cm, waterverplaatsing 91,833 ton.
Eigenaar G. v.d. Berge had als domicilie Middelburg. [NB: dat zou de in 1910 te Gorkum aan boord van een vaartuig overleden schipper Gillis van den Berge kunnen zijn geweest, getrouwd met Hendrina Westdorp (overleden 1901). Gillis was sinds 1880 beurtschipper van Middelburg/Vlissingen op Gorkum].
Het schip voer later [na 22 januari 1906?] onder de naam "Jeannette".

Jobina


Stalen clipperaak, in 1898 gebouwd op een werf in Papendrecht.
4 oktober 1898: te Dordrecht voor het eerste opgemeten, meetnummer: D255N
Lengte:, ? Breedte:, ? Inzinking:? Waterverplaatsing:268,025 ton
Eigenaar: W. Borsje Domicilie:Papendrecht.
Vermoedelijk Willem (Leenderts) Borsje (geboren 17-4-1858 in Papendrecht, overleden 17-8-1941 in Papendrecht). Zijn tweede echtgenote was Jobina van Westen (geboren 29-8-1863 in Zierikzee, overleden op 2-1-1940 in Dordrecht).
(Zie ook webpagina https://blokland.dordtenazoeker.nl/scheepswerf_02.htm , door H.W.G. van Blokland-Visser.)
Het echtpaar Borsje-Van Westen woonde in ieder geval in de periode 1900-1910 te Papendrecht, blijkt uit het bevolkingsregister.
In krantenbank Delpher staan tussen 1895 en 1926 vele tientallen scheepvaartberichtjes over een schip "Jobina" met schipper Borsje. Het lijkt er op dat Willem voor 1898 een ander schip met de naam "Jobina" had.

Johanna


Meetnummer: R671N District en volgnr.:Rotterdam 671 Meetdatum:? Meetplaats:? Eerste meting?:Ja Naam schipJohanna Opmerking bij naam schip:? Scheepstype:lichterschip Materiaal:ijzer Werf:Fa. A. Kalkman & Zn. Plaats werf:Kralingscheveer Bouwjaar:1891 Lengte:48 m 68 cm Breedte:6 m 20 cm Inzinking:2 m 06 cm Waterverplaatsing:155,010 ton Eigenaar:J.C. Warnitz Domicilie:Rotterdam Opmerking bij eigenaar:Gemeten voor 1899, geregistreerd 13 jan 1900. EIgendomswijziging Dordrecht 3/1/1907 Er bestaat een Volgende meting voor dit schip onder meetnummer: R8800N (Klik op het nummer om de details te zien. Daarna komt u terug in dit scherm.) Opmerkingen Opmerking uit ligger:? Aanvullende info:Maten aangevuld uit Mulder en Weijling (2005) Literatuur:Mulder, Ger en Paul Weijling (2005) Verdwenen scheepshellingen Ruim drie eeuwen scheepsbouw in Capelle aan den IJssel, Historische Vereniging Capelle aan den IJssel Status:? Hermeting Datum:20 mei 1904 Plaats:Dordrecht Opmerking:? Lengte:27 m 25 cm Breedte:5 m 19 cm Inzinking:? Waterverplaatsing:151,037 ton Andere naam: Vahalis Naam:Vahalis Jaar van ingang:? Opmerking:? Andere eigenaar, naam is Hector Vermeulen Domicilie:Middelharnis Jaar van ingang:? Opmerking: EIgendomswijziging Dordrecht 19/2/1913 Andere eigenaar, naam is N.V. Mij. Schip Cornelia domicilie:Alblasserdam Jaar van ingang:? Opmerking:? Andere eigenaar, naam is Adr. Bonis Naam:Adr. Bonis Domicilie:Andel Jaar van ingang:?

Johanna Adriana


Ijzeren aakschip, gebouwd te Kralingscheveer in 1891 [bron: Rijnpatentregister 1914, MMR].
op 24 juni 1901 te Amsterdam opgemeten, meetnummer A276N. Er staat niet vermeld of het de eerste meting was, of waar en wanneer het schip is gebouwd.
De lengte was 37 m 25 cm, de breedte 6 m 13 cm en de waterverplaatsing 286 ton.
Er bestaat een volgende meting voor dit schip onder meetnummer: Ae10598B; ook staat een hermeting vermeld op 27 juli 1904 te Boom.
De eigenaar in 1891, J. Vermeulen, had toen als domicilie Amsterdam.
Mogelijk gaat het hier om Jacob Vermeulen (1862-1939). Hij was schipper, trouwde in 1884 te Willemstad met Johanna Adriana Vermeulen (1862-1931) en woonde zeker van 1886-1899 te Amsterdam. Hij verhuisde toen met zijn gezin naar Rotterdam, en woonde daar volgens het bevolkingsregister aan boord van het klipperschip "Johanna Adriana" per adres Stampioenstraat 40.
Enkele vermeldingen die misschien betrekking hebben op deze J. Vermeulen en/of dit schip "Johanna Adriana":
Een Jacob Vermeulen Wzn. uit Willemstad liet op 26 januari 1886 een grote reparatie uitvoeren op zijn houten tjalk ? Johanna Adriana? . Het schip werd "gewonden" op een scheepstimmerwerf van de familie Ruijtenberg te Waspik (Noord-Brabant).
Nieuwe Zeeuwsche Courant van 28 augustus 1906: Hansweerd; Het ijzeren klipperschip ?Johanna Adrina?, schipper J. Vermeulen, geladen met steen van Duffel naar Den Haag, is hier in aanvaring geweest, waardoor grote gaten in het voorschip ontstonden, welke nog tijdig gestopt konden worden. Het schip heeft de reis sleepende met pompers voortgezet. In 1914 staat een schip

Johanna Adriana?, later o.a. "Andr?"


Een stalen sleepschip, in 1906 op de werf van Suijlekom [In de ligger van het scheepsmetingsregsterstaat als Werfnaam Van Zuilekom, de website lvbh meldt dat die die nooit bestaan heeft]. in Raamsdonkveer gebouwd voor Hector Vermeulen (1872-1956). Het werd te Dordrecht op 4 oktober 1906 voor het eerst officieel opgemeten, meetnummer:D1861N. Het had een lengte van 57,75 meter, was 7,7 meter breed en had een waterverplaatsing van ruim 648 ton. Een andere bron noemt een diepgang van 2,13 meter. Eigenaar H. Vermeulen had als domicilie Middelburg . Eerste brandmerk: 1878 Dord 1906 [verwijderd in 1936].
1934: opnieuw opgemeten, de resultaten zijn te vinden onder meetnummer: R9181N.
1 april 1936: voorzien van brandmerknummer 2055 B Dord 1936, op verzoek van Hector Vermeulen, schipper te Rotterdam, Wolphaertsbocht 342 b. [NB: betreft de hierboven genoemde Hector Vermeulen (1872-1956). Nieuwe naam "Andr?". Beschrijving: ijzeren sleepschip, met 4 ruimen, 1 mast, woonroef achterop, vooronder, zonder mechanische bewegkracht; met ankermotor. Groot 637.980 ton
8 april 1936: eigenaar Jan meinen, schipper te Rotterdam. [betreft Hectors schoonzoon Jan Meinen (1902-1970)].
1938: omgebouwd tot motorvrachtschip, met een voortstuwingsmotor ?MAK 240PK?. Beschrijving op het GVAB [22 november 1955]: motorschip, 1 dek, 1 dichte stuur... [onleesbaar], schroef aangedreven door ruwolie "Deutse Werke" [=Deutz?] dieselmotor type 6 MU 36 6 cylinder 500 toeren no 3652/57, bouwjaart 1938.
25 februari 1942: eigenaar NV Rijn Overslag Scheepvaart en expeditiebedrijf te Rotterdam.
24 maart 1942: scheepsnaam "Regina"
14 april 1949: eigenaar Johannes Adrianus H. Korste, schipper te Rotterdam, Nieuwehoovestr [?] 113b. Scheepsnaam "Florentin"
12 juni 1951: eigenaar Cornelis Marts. Johannes Korste, schipper te Rotterdam, Nieuwehoovestr [?] 113b. Scheepsnaam "Florentina"
1954 verlengd met 10 meter
9 november 1955: brandmerk 2055 B Dord 1936 opnieuw aangebracht. waterverplaatsing 627.4 M3
november 1962: de motor was inmiddels een 375 PK Deutz type RN 6M536.
19 oktober 1970 eigenaar Marinus Willem van Dijke, schipper te Rotterdam; gehuwd met Willy de Man. scheepsnaam "Muscari" [?, slecht leesbaar]; een andere bron noemt de scheepsnaam "Florentia".
17 december 1973: eigenaar Jan van Vliet, schipper te Ouderkerk aan de Ijssel. scheepsnaam "Res Nova"
" 30 december 1976: eigenaar Leendert Cornelis Mes uit Nieuw-Lekkerland. scheepsnaam "Daytona"
15 april 1980: de motor was inmiddels een 400 PK Mitsubishi type 6 ATK. Er was ook een 160 PK Deutz boegschroefinstallatie type 6CL V4, [type aanduiding later doorgehaald, vervangen door 8V9 14].
1 september 1983; eigenaar vermeld als Pieter Groenendijk, directeur van "P. Groenendijk Scheepsreparatie" , te krimpen aan de Lek 14 maart 1984: scheepsmeting RN3614, scheepsnaam "Erna-G", waterverplaatsing 725,502 ton
2 april 1986: scheepsnaam "Mon-Desir". Doorhaling teboekstelling, bedrag op GVAB "330000 gulden". Eigenaar Willem Verwaal, schipper gedomicilieerd te Rotterdam.
In 1993 of daarna voorzien van een 500 PK MTU
in 2012 gesloopt onder de naam ?Babbelberg?, ENI nummer 02102055.

Johanna Catharina


Stalen motorschip 44 pk, in 1923 gebouwd op de N.V. Scheepsbouwwerf 's Lands Welvaren (Bouwnummer 174), te Maassluis.
Dit schip en haar schippers komen uitgebreid aan bod in het boek "Sturen en turen" van schrijver A.R. Koppejan, blz. 116-125.
Het schip is op 11 april 1923 te Rotterdam voor het eerst opgemeten, meetnummer R5535N.
Lengte was toen 25 m 98 cm, breedte 5 m 38 cm, met een waterverplaatsing van 149,156 ton.
Eigenaar was Johannes Hendrikus Vermeulen (1890-1944) met domicilie Middelburg.
Blijkbaar had het schip in 1923 het brandmerk 15004 Rott 1923; later (1926?) werd het brandmerk 263 B Rott 1926.
In 1937 stopte Johannes met varen. Zijn enig kind, dochter Johanna, was toen 21 jaar. Een neef van Johannes, Wessel Vermeulen(1876-1964), werd eigenaar van de "Johanna Catharina".
Schrijver A.R. Koppejan vermeldt dat Wessels zoon Huib (Huibrecht Cornelis, 1909-2006) schipper was.
In 1940 woonde volgens het Middelburgse adresboek een H.C. Vermeulen, schippersknecht aan boord van de "Johanna Catharina".
Op 7 januari 1943 vond een hermeting plaats, meetnummer R13755N.
De "Johanna Catharina" werd beschreven als een motorschip van metaal, lengte en breedte vrijwel gelijk als de 1e meting, met een inzinking van 2 m 03 cm en een waterverplaatsing van 139,231 ton.
Eigenaar was de genoemde Wessel Vermeulen , domicilie te Middelburg.
1962: in de PZC staat een interview met Huibrecht en zijn broer. Ze waren toen de laatste beurtschippers die nog vanuit Middelburg voeren.
Uit "Sturen en turen", A.R. Koppejan:
Huibrecht is enkele jaren later gestopt met de beurtvaart, hij verkocht het schip. Dat is nog enkele jaren als werkschip gebruikt en later gesloopt.

Johanna Pieternella


Houten tjalk, volgens schrijver A.R. Koppejan in 1856 gebouwd voor Jacob Vermeulen (1814-1900). (Vermoedelijk vernoemd naar Jacobs tweede echtgenote Jacoba Pieternella Cornelissen (1821-1895)).
Door Jacob gebruikt voor de beurtvaart vanuit Middelburg op Rotterdam.
Na Jacobs overlijden in 1900 erfde zijn zoon Willem (1857-1934) deze tjalk, gewaardeerd op f 1081. (bron: memorie van successie).< /> In de Zeeuwse- en in de Delpher krantenbank is niets over een schip met deze naam te vinden, in combinatie met "Vermeulen".
Ergens voor 1900 woonde Jacobs dochter Tannetje Vermeulen (1859-1923) aan boord, als gezinshoofd, blijkt uit een vermelding in het schippersregister van Middelburg. De aanvangsdatum niet ingevuld, laatste kolom aanmerkingen: N196 15-11-1901. In potlood staat vermeld: ?schip behoort aan Wm. Vermeulen?; dit zal de hiervoor genoemde Willem zijn geweest, Tannetjes broer.

Jonge Jacob


Vermoedelijk een houten tjalk van 60 ton, zeker vanaf januari 1883 in gebruik bij Pieter Vermeulen (1851-1929) op de beurtdienst Vlissingen-Antwerpen.
Misschien is het schip vernoemd naar Pieters vader Jacob (1814-1900)?.
Middelburgse Courant van 17 januari 1883: Schipper P. Vermeulen, beurtman op Antwerpen, Schip de ?Jonge Jacob?, vertrekt van Middelburg: zaterdag a.s. 20 januari, Van Antwerpen: 27 januari voorts om de 14 dagen.
In de Zierikzeesche Nieuwsbode van 19 mei 1887 bood Pieter een tjalkschip te koop aan, groot 60 ton, dragende 70.000 kilo, met complete inventaris, varende in het beurtveer Middelburg, Vlissingen en Antwerpen. Adres: schipper P. Vermeulen, Vrouwestraat te Vlissingen.
Aannemelijk is dat het om de "Jonge Jacob" ging, misschien is die toen niet verkocht.
P. Vermeulen, Vlamingstraat te Vlissingen, bood in maart 1892 zijn tjalk de ?Jonge Jakob? [Jakob nu in inderdaad met een K, dus niet Jacob] groot 60 ton, varende in het beurtveer op Antwerpen en Middelburg. (nogmaals?) te koop aan in krantenadvertenties.
In de Goessche Courant werd in 1932 aandacht besteed aan Pieter Vermeulen (1878-1957), zoon van de even hierboven genoemde Pieter Vermeulen. In dat artikel wordt ook de "Jonge Jacob" genoemd: "In 1882 zeilde een houten tjalkje, groot 70 ton, de Schelde op, het kwam op de zeilen van Vlissingen en had peulvruchten als lading aan boord. Als jongste schippersknecht, vaarde mee Piet Vermeulen, zoon van de scbipper. Het Zuiderdok werd in die dagen gegraven en de "Jonge Jacob", zoals het tjalkje was geheten, meerde aan de Koolvliet. 't Was een zware reis in die dagen, daar alles op de zeilen moest geschieden en men van weer en wind meer afhankelijk was. Waren de lijnen vast aan den wal, dan ging de jongste naar school. Werken en leren was het wachtwoord van vader Vermeulen, en dan zat de huidige feesteling op de banken bij meester Muller in de Pachtstraat. Er werd naar een nieuwe lading gezocht voor Middelburg en Vlissingen en als een vracht ook ginds gevonden werd voer men weer terug naar Antwerpen. . De eerste der vele beurtvaarten op Antwerpen was gesticht.Enige jaren nadien maakte de "Jonge Jacob" plaats voor de ,Maria-Hendrika'. "

Jonge Jan


Houten zeilschip, Tjalk?, gebouwd te Middelburg in 1870.
een schipper "Joh. Vermeulen" woonde "aan boord van het vaartuig de Jonge Jan" volgens het adresboek van Middelburg 1874. Schrijver deze vermoedt dat het om Johannes Vermeulen (1849-1920) gaat, zoon van Jacob (1814-1900)
Een schipper ?I. Vermeulen? woonde in 1878, 1885, 1886, 1888,1889*, 1890, 1892, 1893, 1894, 1895, 1896, 1897 aan boord van een vaartuig "Jonge Jan", te Middelburg
[* 1889 vermeldt ?L. Vermeulen?, dat is vermoedelijk een verschrijving.]. Schrijver dezes vermoedt dat het om Izak Vermeulen (1847-1930) gaat, een broer van de hiervoor genoemde Johannes. Hij is in maart 1898 vanuit Middelburg naar Rotterdam verhuisd.
- Goessche Courant, Hansweert gepasseerd 30 januari 1886: J. Vermeulen, schip ?de Jonge Jan?, bestemd naar Belgi?
In een (Duitstalig) Rijnvaartpatent-register van 1890 staat een zeilschip "(de) Jonge Jan" vermeld, met eigenaar Isaak Vermeulen uit Middelburg. In 1886 was voor dit schip een Rijnvaartpatent toegekend, voor de Rijn tot aan Keulen.
Hetzelfde schip met dezelfde eigenaar staat ook in het Rijnvaartpatentregister van 1896: als "Tjalk ungesohlt" had het een patent voor "G.R" (Ganz Rein?). Het schip was in 1870 te Middelburg gebouwd, met als hoofdmateriaal hout; voorzien van een vast dek en uitgerust met een "leckkleid" (mogelijk als provisorische afdichting bij een eventueel lek in de romp?). Het voer met 3 bemanningsleden, met een diepgang van 2,28 en had een laadvermogen van 2394 centenaar. Op 2 oktober 1888 was het voor het laatst ge?nspecteerd, te Dordrecht.
- Middelburgsche Courant, 1 januari 1895: nieuwjaarswensen van: I. Vermeulen, schip ?de Jonge Jan?
Tussen 1886 en 1897 meer dan 15 Rijnvaartberichten, Scheldevaartberichten betreffende de ?Jonge Jan? [met schipper] Vermeulen, onder andere :
- 17-01-1896 Het nieuws van den dag : kleine courant; Hansweert gepasseerd 15 januari 1896; ?Jonge Jan?, Vermeulen; bestemming Belgi?
Op 28 april 1897 werd een hektjalkschip " de Jonge Jan", groot 113 kubieke meters, openbaar verkocht in caf? Rotterdam aan de Kinderdijk te Middelburg, door notaris J.W. Verhulst: een hektjalkschip, genaam ?de Jonge Jan? groot 118 kubieke meters, liggende aan de scheepstimmerwerf ?de Volharding? te Middelburg. Inbegrepen waren staand en lopend want, roeiboot, zeilen. ankers, kettingen en verdere inventaris. [*MdC 15-4-1897*] Het schip bracht f 701 gulden op; in het krantenbericht staat geen naam vermeld van koper of verkoper. Het is dus niet zeker dat dit hetzelfde schip is als de "Jonge Jan" van Izak Vermeulen.
Maar Izak staat in 1898 niet meer in het adresboek van Middelburg vermeld als wonend "aan boord van de Jonge Jan". Hij is in april dat jaar naar Rotterdam verhuisd.
Opvallend is wel dat op 15 september 1899 een scheepvaartbericht meldt dat een vaartuig ?Jonge Jan?, schipper Vermeulen, Hansweert is gepasseerd op 13 september 1899 , met bestemming Belgi?

Jonge Willem


Tjalk
In 1872 is aan boord van dit schip een dochter geboren van Izak Vermeulen(1847-1930), zoon van Jacob Vermeulen (1814-1900).
In 1874 bewoond door Izak Vermeulen, volgens het schippersregister van Middelburg.
Schrijver A.R. Koppejan meldt dat de tjalk ?Jonge Willem? werd bevaren door een zoon van Jacob Vermeulen, beurtschipper op Rotterdam, en later in andere handen is overgegaan.

Jowi


In 1928 te Leiden gebouwde stalen motorsleepboot, volgens beschrijving op het GVAB: met een voorkajuit, machinekamer en een ca 18 PK Deutz gloeikopmotor .
Begin oktober 1940 verkocht door de firma Rodeives en Dutmer te Groningen, nieuwe eigenaar Willem Vermeulen, schipper te Rotterdam.
4 oktober 1940: opgemeten in Groningen, meetnummer G5645N.
Lengte 10 m 20 cm, breedte 2 m 82 cm, waterverplaatsing 3,367 ton.
Eigenaar H. vermeulen met als domicilie Rotterdam.
Eigendomsgegevens aangevuld uit ligger Binnenmeetbrieven Groningen 2
9 oktober 1940 : Getuigschrift van inbranding opgesteld te Groningen, betreft kadaster Brandmerk 6398 B Rott 1940.
Op het getuigschrift staat dat de verplaatsing 3,367 M3 was, maar meer dan 20 M3 bruto.
Hypotheek van 3000 gulden gevestigd, doorgehaald 21 oktober 1942.
de "Jowi" had een 20 PK Deutz-dieselmotor.
De eigenaar was Willem Vermeulen (1888-1972), getrouwd met Johanna Jacoba Fran?oijs (1888-1965). De naam ?Jowi? is samengesteld uit de beginletters van de voornamen Johanna en Willem.
De "Jowi" werd tot oktober 1948 gebruikt om het sleepschip "Emmanuel" van Willem Vermeulen te slepen. 22 oktober 1948: de "Emmanuel", gesleept door de "Jowi", is tijdens zwaar weer gezonken bij Zierikzee. De bemanning van eerstgenoemd schip kon zich redden op de "Jowi"
26 november 1948: als eigenaren staan vermeld Arie Borsje en Josephus Kamoen [?, slecht leesbaar], kooplieden te Rotterdam

Jozina Martina


(Het schip staat in krantenberichten ook vaak vermeld als "Josina Martina").
Stalen sleepschip, in 1905 gebouwd op de werf Leeuwen. Een scheepsmeting uit 1930 vermeldt als bouwjaar 1903, werf Meijer te Zaltbommel.
Het oorspronkelijke brandmerk 1680 Dord 1905 werd in 1926 niet meer aangetroffen, noch sporen daarvan.
Voor het eerst opgemeten op 23 maart 1905 te Rotterdam, meetnummer: R2806N.
Lengte 43 m 10 cm, breedte:7 m 18 cm, waterverplaatsing 489,082 ton.
Eigenaar P.L. Vermeulen had als domicilie Dordrecht.
Vrijwel zeker gaat het om Pieter Leendert Vermeulen (1873-1930), die begin 1905 verhuisde van St. Maartensdijk naar Dordrecht, en in 1919 weer terugkeerde. Zijn echtgenote heette Jozina Martina Zeedijk, het schip zal naar haar vernoemd zijn.
Op Pieters gezinskaart in het bevolkingsregister van Dordrecht staat dat dit echtpaar tot augustus 1919 aan boord van een schip "Josina Martina" woonde.
Nieuwe Zeeuwsche Courant, 11 januari 1913: Het Nederlandse sleepschip "Josina Martina", schipper Vermeulen, met een lading ijzer onderweg van Ruhrort naar Antwerpen, kwam te Antwerpen in aanvaring met een uit het dok komende zeeboot, waardoor de "Josina Martina" in zinkende staat met assistentie van vier sleepboten op het droge moest worden gezet. (een krantenberichtje in de "de Zeeuw", over dezelfde gebeurtenis, meldt dat het om schipper P. Vermeulen van St. Maartensdijk gaat.) Twee dagen later werd de "Josina Martina" van "schipper Vermeulen uit St.Maartensdijk" gelicht en naar de werf in Zaltbommel gesleept.
De "Jozina Martina" wordt in de periode 1905-1918 een aantal malen genoemd in scheepvaartberichten bij het passeren van Lobith of Hansweert.
Bijvoorbeeld: 29-10-1907 Algemeen Handelsblad. Te Hansweert gepasseerd op 28 oktober 1907, bestemming Wormerveer: Jozina Martina, Vermeulen
Ergens voor 30 maart 1911 is de "Jozina Martina" ongeveer 10 meter verlengd. Bij een hermeting op die datum ,te Arnhem, was de lengte 52.98 meter en het tonnage 628 ton.
In 1914 staat de Josina Martina vermeld in een Duitstalig Rijnvaartpatent-register: stalen schip,gebouwd 1905 te Leeuwen, lengte 52,98, breedte 7,19, draagvermogen 627,8 ton, met vast dek. Laatste grote reparatie in1911, voor het laatste ge?nspecteerd op 23 september 1912 in Dordrecht. 3 bemanningsleden, eigenaar is P.L. Vermeulen uit Dordrecht.
23 oktober 1919: eigenaarwijziging, overgeschreven op het hypotheekkantoor te Dordrecht, deel 20 no 4259. Nieuwe eigenaar N.V. Rijnkaan Josina Martina, domicilie Rotterdam.
11 november 1920: eigenaar vermeld als N.V. Rijnkaan Josina Martina, domicilie Rotterdam.
Vanaf 1919 staan er in scheepvaartberichten verschillende namen bij de "Jozina Martina" vermeld, vermoedelijk zetschippers:
o.a. 1919-1924 Van Wijngaard(en); 1925 Van de Ijssel; 1925-1926 Brouwer; 1926-1927 Akkerman; 1927-1929 van de Ende(n) , 1927 ook Van Linden; 1930-1938 Dodde; 1939 Kroezen.
1926: Het schip kreeg het kadasterbrandmerk:152 B Dord 1926. Bijzonderheden op het getuigschrift: staalijzeren sleepschip met 3 laadruimen, ingericht tot goederenvervoer, geen masten, 1 achterroef met houten dekhut. Laadruimte 627.8 M3. Eigenaar NV Rijnkaan Jozina Martina, te Rotterdam.
2 juli 1930: hermeting te Bolnes, meetnummer R7714N. In het scheepsmetingsregister is geen naam van de eigenaar vermeld.
1-12-1941 doorhaling te boekstelling [no 352, corr 4/7510 (circ 2977)]
18-8- 1943 weer in gebruik gesteld [aantekening op getuigschrift: "no 411]"
18 augustus 1943: scheepsmeting R14194N te Rotterdam. De "Jozina Martina" had toen als eigenaar ene Veltenaar, Vollenhovestraat 24 te Rotterdam. Afmetingen vrijwel gelijk, laadvermogen 633,92 ton.
8-12-1950 [volgens scheepsmetingsregister; op het getuigschrift staat 21-9-1950]: scheepsnaam gewijzigd in "Triviaal". Eigenaar Hendrik Johan Fongers, reder te Rotterdam. [21/50]
2-3-1951 [volgens scheepsmetingsregister; op het getuigschrift staat 31-1-1951] scheepsnaam gewijzigd in "Michri". Eigenaar Christiaan Fongers, reder te Rotterdam. [21/64]
18-1-1954: doorhaling van de te boekstelling. [bron: getuigschrift, vermeld 33/38]

klipper ?Lena Adriana


Stalen klipperaakschip ?Lena Adriana?, in 1910 gebouwd op een werf in Vrijenban (bij Delft).
Het schip werd op 18 oktober te Vrijenban voor het eerst officieel opgemeten, meetnummer H1446N. De lengte was 26 m 35 cm, de breedte 5 m 65 cm , en de waterverplaatsing 150 ton.
Eigenaar was C. Kristalijn met als domicilie Middelburg.
Mogelijk ging het om Cornelis Kristalijn (1865-1961), gehuwd met Johanna Vermeulen (1863-1950). Cornelis was schipper en woonde zeker tot 1940 in Middelburg. Volgens de huidige (2019) eigenaar is het schip genoemd naar "de dochters van de bouwer". Cornelis en Johanna hadden meerdere dochters, o.a. Jannetje (1892-1970), Neeltje (1907-1987) en Adriana Pieternella (1907-?).
Een schipper C. Kristalijn staat in het adresboek van 1940 als inwoner van Middelburg vermeld op de Havendijk 17.
De ?Lena Adriana? werd op 7 augustus 1943 opnieuw opgemeten, nu te H.I. Ambacht, meetnummer R14178N, kadasterbrandmerk 1307 sHage 1910. Het was inmiddels een motorklipperschip, vrijwel dezelfde lengte en breedte, nu met een waterverplaatsing van 139,464 ton. Eigenaar was nog steeds C. Kristalijn, domicilie Middelburg.
Scheepvaartberichtjes:
3 oktober 1959 Hansweert gepasseerd "Lena Adriana" [schipper] Kristelijns [sic]
10 oktober 1961 Scheldevaart [zonder verdere toelichting], "Lena Adriana" [schipper] Christalyn [sic]
21 nov 1961 Hansweert gepasseerd "Lena Adriana" [met schipper] Kristallyn[sic], bestemming Maarssen
Volgens de huidige (2019) eigenaar heeft het schip tot aan de Oostzee toe goederen vervoerd. Sinds 1976 is het een omgebouwd charterschip, een motorzeilklipper. In 1990 is het opnieuw ingericht. Het heeft nu als thuishaven Stavoren.
Website (in 2019) : http://www.lena-adriana.nl/

Lena Pieternella?, voorheen "Maria", later o.a.


Stalen sleepschip, in 1907 gebouwd op de werf W. Schram te Slikkerveer.
Op 11 maart 1907 te Slikkerveer voor het eerst opgemeten, meetnummer R3180N.
Scheepsnaam was toen "Maria", eigenaar P.L. Buschgens met domicilie Berg (Limburg).
Lengte 50 m 00 cm Breedte:6 m 60 cm Inzinking:? Waterverplaatsing:545,817 ton
25 maart 1920 overgeschreven op het hypotheekkantoor Dordrecht , deel 20 no 4379. Nieuwe eigenaar W.C. Baaij, Sint Maartensdijk.
[NB: betreft Willem Cornelis Baaij (1879-1960), in 1910 te Sint Maartensdijk gehuwd met Lena Pieternella (1877-1942.]
1923 gezin Baaij vanuit Sint Maartensdijk naar Engelen verhuisd.
1927 (?) voorzien van brandmerk 614 B Dord 1927
2 juli 1930: te Waspik opgemeten, meetnummer Hb500N.
Lengte en breedte als eerder, waterverplaatsing:545,618 ton
Eigenaar:W.C. Baay Domicilie:Engelen.
6 september 1943: scheepsmeting te Rotterdam, meetnummer R14224N.
gewijzigd t.o.v. vorige meting: Lengte:50 m 08 cm, Inzinking:2 m 34 cm Waterverplaatsing:552,687 ton
Eigenaar: W.L. Baay Domicilie:Tholen , Vosmeerschepoort 22.
Het schip is later met een motor uitgerust, veranderde nog enkele malen van naam, en was in 1974 nog in de vaart onder de naam "Cora"
Een foto van (het achterste deel) van de "Lena Pieternella", met het schippersgezin is te bekijken op de site van het Gemeentearchief Tholen.
.

Ligt te Vreden


Zeilschip, in 1890 vermeld in een (Duitstalig) register van Rijnvaartpatenten. Eigenaar was J. Vermeulen uit Middelburg. Op 18 juli 1884 was te 's-Gravenhage een Rijnvaartpatent verleend voor het deel van de Rijn vanaf Keulen tot aan zee.
Het schip staat niet meer vermeld in het Rijnvaartpatentregister van 1896, althans niet als eigenaar van een schipper Vermeulen.
In oude kranten (Zeeuwse krantenbank, Delpher) is niets te vinden over een schip "Ligt te vreden" of "Ligt tevreden", met schipper Vermeulen.
De scheepsnaam komt ook niet voor in het scheepsmetingsregister lvbhb.nl.

Luctor et Emergo


Motorschip van staal, in 1904 gebouwd op een werf in Papendrecht.
Op 24 maart 1904 voor het eerst opgemeten te Dordrecht, meetnummer D1460N
Lengte 16 m 50 cm, breedte 3 m 84 cm, waterverplaatsing 35,851 ton
Eigenaar N.V. Luctor et emergo, Domicilie: Yerseke
De N.V. oester- en mosschelvisserij Luctor et Emergo is in maart 1904 opgericht door Johannes Plansoen (1852-1906) uit Yerseke, kweker van en handelaar in mosselen en oesters, en de Middelburgse koopman Eliazar Bannet. Johannes fungeerde als directeur en bezat de helft van de aandelen.
Er werd een kapitaal gestort van 10.000 gulden, wat in mei 1905 naar 25.000 gulden werd verhoogd. In 1905 werd ook een korstoomboot aangeschaft, zie hieronder.
Na het overlijden van Johannes Plansoen in 1906 werd het bedrijf door enkele van zijn zonen voortgezet. Een reeks visserij-incidenten en aanvaringen (soms letterlijk) met de wet leidde er toe dat de hele familie Plansoen vanaf eind 1908 naar Amerika emigreerde/vluchtte. Hun schepen zijn verkocht.
In een krantenbericht van januari 1915 wordt nog melding gemaakt van een motorkorboot "Luctor et Emergo 78" uit Yerseke. Misschien is dat hetzelfde schip.

Luctor et Emergo



Stalen stoomkorschip 20 pk, in 1905 gebouwd op een werf in Rotterdam .
Op 24 mei 1905 te Rotterdam voor het eerst opgemeten, meetnummer R2836N.
Lengte 28 m 30 cm, breedte 6 m 25 cm, inzinking:? , waterverplaatsing 38,759 ton.
Eigenaar: N.V. Oester en Mosselvisscherij Luctor et Emergo, Domicilie:Yerseke.
(zie hierboven bij het motorschip "Luctor et Emergo"). De NV werd mede-opgericht door Johannes Plansoen uit Yerseke; na diens overlijden in 1906 werd de NV voortgezet door enkele van zijn zonen.
1908: na een reeks visserij-incidenten en veroordelingen kwam het in december bijna tot een aanvaring tussen de "Luctor et Emergo" en een visserij-inspectieschip. Enkele ambtenaren op het laatstgenoemde schip werden mishandeld door een of meer van de gebroeders Plansoen. Kort daarna zijn de Plansoens de een na de ander ge?migreerd/gevlucht naar Amerika. Hun visserij-vergunning werd ingetrokken.
De "Luctor et Emergo" was eigendom van een gelijknamige NV; wie na eind 1908 daarvan aandeelhouder was of werd, heeft schrijver dezes niet uitgezocht. Hun schepen zijn in ieder geval verkocht, door wie en aan wie is schrijver dezes niet bekend. Afgaande op de volgende krantenberichten bleef het schip nog enige tijd vanuit Yerseke varen:
20 juni 1910 Zierikzeesche Nieuwsbode; Visserij-berichten, Yerseke: "De kor-stoomboot 'Luctor et Emergo' van hier is voor de 3e maal naar de Noordzee vertrokken om oesters te korren".
28 september 1911 , Nieuwe Zeeuwsche Courant; Visserij, Yerseke: "De stoomboot 'Luctor et Emergo' kwam vorige week weer met een lading van 200 bennen Noordee Oesters aan. De oesters zijn mooier en beter dan de vroegere".
Op 8 mei 1923 heeft een eigenaarswijziging plaatsgevonden, te Rotterdam. Als een van de volgende eigenaren staat W.D. Eerland met domicilie Lekkerkerk vermeld. Het schip is op enig moment van naam veranderd in "Jan".
Literatuur: Eerland-Adam, Netty (1998) Eerland Lekkerkerk, 100 jaar transport over water (1898-1998) Geschiedenis van een familiebedrijf, Lekstroom Transport B.V. Status:
In 1926 kreeg het schip het kadasterbrandmerk 432 B Rott 1926
Bij een ongedateerde vermelding in het kadaster staat een latere meting "Risico U685 Gouwestroom"
Op 16 september 1954 werd het te Lekkerkerk opnieuw gemeten, Meetnummer R20364N
De "Jan" was inmiddels een sleepschip geworden, lengte:27 m 27 cm, Breedte:5 m 95 cm, Inzinking:2 m 19 cm, Waterverplaatsing 148,324 ton. Bij de meting staat geen eigenaar vermeld. op 15 november 1982 is het schip gesloopt.

Madi


Een stalen motorschip, in 1928 gebouwd op de werf Fa. J. Smit te Foxhol. Op 18 juli dat jaar werd het daar voor het eerst officieel opgemeten, meetnummer G2648N.
Het was ruim 31 meter lang, 5 meter breed en had een waterverplaatsing van ruim 162 ton. Het kadasterbrandmerk was 801 B Gron 1928. Eigenaar C. de Zeeuw had als domicilie Middelburg.
Het betreft Cornelis de Zeeuw (1872-1968).
De "Madi" is vernoemd naar de twee dochters van Cornelis de Zeeuw en zijn echtgenote Dina Vermeulen: MAria en DIna.
Schipper C. de Zeeuw staat in het Middelburgse adresboek van 1940 vermeld als wonend aan boord van de ?Madi?.
Cornelis heeft op 6 juni 1950, van de ?MS Madi? afstand gedaan ten gunste van zijn zonen Pieter Huibrecht en Cornelis de Zeeuw .
15 juni 1965: Bij een scheepsmeting te Rotterdam (R29640N) heette het schip nog steeds "Madi"; eigenaar niet vermeld op de site lvbhb.org.
1989: Blijkens een scheepsmeting (HN202) was het schip inmiddels hernoemd tot "Alternatief"

Majo


Stalen motoraakschip met zeiltuig, in 1913 te Lekkerkerk gebouwd. Volgens een scheepsmeting (R9921N) op 15 juni 1936 te Rotterdam was het ruim 19 meter lang en had het een waterverplaatsing van bijna 65 ton. Eigenaar J. Beijer had als domicilie Rotterdam.
Het gaat hier om Johannis Beijer(1881-1976), die sinds mei 1936 in Rotterdam aan boord van de "Majo", samen met zijn gezin. Hij voer eerder op de "Vertrouwen", die hij samen met zijn broer in eigendom had.
Blijkens volgende scheepsmetingen was Johannis in 1940 nog eigenaar, en is het ergens voor 1952 verkocht.

De vrouw Maria


Houten koftjalk, in 1873 (volgens scheepsmetingsregister) op een werf te Sappemeer gebouwd.
Op 1 december 1900 te Sas van Gent opgemeten, meetnummer Sg87N.
Lengte 23 meter, breedte 5 m 50 cm, waterverplaatsing 149,916 ton
Eigenaar L. Borsje, met domicilie Papendrecht.
Het betreft hier Leendert Borsje (geb. Papendrecht 1835, overleden Papendrecht 1904), gehuwd met Maria Vermeulen (1854-1911). In september 1904 is het schip in eigendom overgegaan naar H. Mooij uit Groningen, die er als schipper op ging varen en het hernoemde tot "Dankbaarheid".

tjalk ?Maria Catharina


Het is mogelijk, maar niet waarschijnlijk dat het hier om twee (of meer?) gelijknamige schepen gaat.
- volgens een vermelding (volgnummer 4821) in een Rijnpatent-register uit 1896 gaat het om een in 1860 te Middelburg gebouwde houten tjalk, draagvermogen 2481 centenaar [=124 ton?], diepgang (beladen) 2,16 , met vast dek en lekkleed, bemanning 3 personen.
- volgens een advertentie uit 1883 gaat het om een overdekt staatsie tjalkschip "Maria Catharina", in 1861 te Middelburg gebouwd, 49 last groot [98 ton], 12,82 meter lang, 1,86 meter diep.
Het schip met inventaris werd in oktober 1883 te koop aangeboden, liggende aan de Rouaansekaai te Middelburg. [bron: advertentie Middelburgsche courant, 25 september 1883].
- Op 19 oktober 1883 werd het op een openbare verkoping te Middelburg gekocht door "J. Vermeulen" voor f 1601. Het betreft vrijwel zeker Johannes Vermeulen (1849-1920).
- Volgens Middelburgse adresboeken van 1888, 1889, 1892, 1893, 1895, 1897, 1898, 1899, 1902, 1904,1905, 1906, 1908, 1909 woonde een schipper Johs. Vermeulen toen ?aan boord van het vaartuig Maria Catharina?.
- Uit 1886 is een ijkbrief/ijkboekje Rijnvaart bewaard gebleven, nummer 2123, opgesteld te Dordrecht op 14 augustus 1886; uitgereikt aan de hiervoor genoemde Johannes Vermeulen.
Het betrof een eerste ijking. Het schip werd geijkt op 2481 centenaars, 18 kilogram. [bron: de originele documenten zijn bewaard gebleven bij een nazaat van Johannes.]
- 1887: scheepvaartmeldingen; 8 mei Lobith gepasseerd: schip "Maria Catharina", schipper Vermeulen, met bestemming Middelburg; 3 juli 1887 Lobith gepasseerd: schip "Maria Catharina", schipper Vermeulen, met bestemming Middelburg.
- 1890: in een Duitstalig rijnschipperspatent-register staat vermeld het zeilschip "Maria Catharina", schipper Johannes Vermeulen uit Middelburg, Rijnpatent verstrekt in 1886 te Dordrecht. Niet ingevuld is voor welke gebied het patent gold.
- 1892: ook in het Rijnvaartpatent-register van dit jaar staat de "Maria Catharina". Schipper is Johannes Vermeulen, eigenaar Borsius van der Leije te Middelburg. Klasse A1 [ijzer]; diepgang 2,14; laatste inspectie 6-10-1887 te dordrecht; laadvermogen 2481 centenaar, gebouwd te Middelburg in 1860; laatste grote reparatie in 1885; houten schip; "ungesohlt Tjalk", f.D. [vast dek]; met lekkleed; 3 bemanningsleden; getaxeerde waarde 8600 DM.
Scheepvaartberichten [Bekeken over periode 1890-1908]
5 maart 1892 Lobith gepasseerd met bestemming Belgi?: "Maria Catharina", [schipper] Vermeulen
[geen berichten : 1893-1895]
26 augustus 1896 Lobith gepasseerd met bestemming Duitsland: "Maria Catharina", [schipper] Vermeulen
[geen berichten : 1897, 1898, 1899, 1900] [meerdere berichten 1901, 1902, 1903] 18 december 1903 Lobith gepasseerd met bestemming Culenborg: "Maria Catharina", [schipper] Vermeulen "Maria Catharina", [schipper] Vermeulen 25 april 1904 Hansweert gepasseerd met bestemming Utrecht: "Maria Catharina", [schipper] Vermeulen 3 oktober 1904 Lobith gepasseerd met bestemming Belgi? via Sas van Gent: "Maria Catharina", [schipper] Vermeulen - Op 10 oktober 1895 werd het tjalkschip "Maria Catharina", groot 109 ton (38 tweederde last tegen 2,84 K.M., toebehorende aan Johannes Vermeulen te Middelburg, door een notaris te koop aangeboden. Het schip lag toen aan de Londonse Kade te Middelburg, en werd te koop aangeboden met alle toebehoren. [bron: Krant "de Zeeuw", 8 oktober 1895 *]
- In een advertentie van 15 oktober 1895 staat de verkoop niet plaats zou vinden.
- eind januari en in februari 1896 werd een Executoriale verkoping aangekondigd, op verzoek van Jacob Borsius, koopman te Middelburg, handelend voor de firma Den Bouwmeester, Borsius en Van der Leijer, scheepmakers, handelaars, vroeger gevestigd te Middelburg. Ten laste van Johannes Vermeulen, schipper en eigenaar, wonende aan boord van het hierna te melden schip, gedomicilieerd te Middelburg, zal aan de meestbiedende worden verkocht het staatsie-tjalkschip "Maria Catharina", groot volgens meting de datum 30 december 1895 109 ton (38 tweederde last tegen 2,84 K.M.) met al wat aan, op en in het schip aanwezig is. Het schip is in beslag genomen en is thans liggende te Middelburg bij de Bateauporte. [bron: advertenties in o.a. Middelburgsche Courant 29 januari 1896]
- Het schip werd op 19 maart verkocht voor 600 gulden aan "M.J. de Witt Hamer qq" [bron: Middelburgsche Courant 19 maart 1896].
- in 1896 staat het schip vermeld in een Duitstalig rijnschipperspatent-register, volgnummer 4821. Schipper was J. Vermeulen [Johannes?] uit Middelburg, maar eigenaar "Bolsius van de Leije" [misschien de firma die in januari de executoriale verkoop gelastte?]. Bouwjaar en -plaats: Middelburg 1860; draagvermogen 2481 centenaar; laatste grote reparatie in 1885; laatste inspectie op 6 oktober 1887 plaatsgevonden, te Dordrecht.
- in 1898 staat het schip vermeld in het Duitstalig rijnschipperspatent-register van dat jaar. Schipper was J. Vermeulen [Johannes?] uit Middelburg. Rijnvaartpatent verleend te Dordrecht in 1886, geldig voor "Mannheim bis ins meer". [schrijver dezes heeft helaas verder geen gegevens overgenomen uit het register].
Scheepvaartberichten: geen berichten in 1897, 1898, 1899, 1900.
meerdere berichten 1901, 1902, 1903]. Maar dit zou ook om de hieronder vermelde "Maria Catharina" van ruim 21 meter kunnen gaan, schipper Catharina Vermeulen.
18 december 1903 Lobith gepasseerd met bestemming Culenborg: "Maria Catharina", [schipper] Vermeulen "Maria Catharina", [schipper] Vermeulen
1904: 25 april 1904 Hansweert gepasseerd met bestemming Utrecht: "Maria Catharina", [schipper] Vermeulen; 3 oktober 1904 Lobith gepasseerd met bestemming Belgi? via Sas van Gent: "Maria Catharina", [schipper] Vermeulen
- Johannes Vermeulen voer vanaf 1904 met de dat jaar nieuwe gebouwde stalen klipper "Risico". Hij staat echter de jaren 1904-1909 nog in Middelburgse adresboeken genoteerd als wonend "aan boord van de Maria Catharina"
==================
Niet zeker dat dit hetzelfde schip betreft, want de lengte klopt niet:
Op 29 oktober 1901 werd te Sas van Gent een houten hektjalk "Maria Catharina" opgemeten, meetnummer Sg119N. Het was in 1861 op een werf in Middelburg gebouwd, had een langte van 21 m 09 cm, was 5 m 20 cm breed en had een waterverplaatsing van 123,836 ton.
Eigenaar was Catharina Vermeulen, met domicilie Middelburg. [NB: geen nadere gegevens te vinden over een relevante Catharina Vermeulen].
In februari 1908 werd het schip te Rotterdam opgemeten; het voer toen onder de naam "Onderneming".

Risico
De "Maria Catharina" van Johannes Vermeulen

klipper ?Maria Hendrika?, vanaf 1923 "Jeannette", vanaf 1987 "Anna Catharina"


Aan dit schip wordt aandacht besteed in de boeken "de Blikken motor" en "Sturen en turen" van Arnold Koppejan.
Ook op de schepengalerij van de website www.lvbhb.org is veel informatie over de "Maria Hendrika" te vinden. Verder op de site van de Stiching Cultureel Erfgoed.Zeeland.
Onderstaande informatie komt deels uit de hiervoor genoemde bronnen.
1892: het schip werd als stalen zeilklipper gebouwd op de werf Wed. Duyvendijk te Papendrecht. De eerste eigenaar was Pieter Vermeulen (1851-1929), die het schip vernoemde naar zijn echtgenote, Maria Hendrika Kegge (1855-1936). Pieter onderhield sinds 1883 een beurtdienst tussen Middelburg en Antwerpen, en voer toen met een tjalkschip "Jonge Jakob", groot 60 ton, "dragende 70.000 kilo". In maart 1892 had hij dat schip te koop aangeboden in een advertentie in de Zierikzeesche Courant.
Het is schrijver dezes niet bekend hoe lang Pieter met de "Maria Hendrika" heeft gevaren, maar het lijkt er op dat dit tot omstreeks 1909 is geweest.
Pieter staat namelijk op 1 januari 1908 nog vermeld als "P. Vermeulen, beurtschipper op Antwerpen" op een krantenpagina met nieuwjaarswensen; en op 1 januari 1909 als "P. Vermeulen Jz, schipper, Oostpunt". Op 1 januari 1910 als "P. Vermeulen, Punt", maar zijn zoon Andries als "A. Vermeulen Pz. beurtschipper Middelburg-Antwerpen".
juni 1909: Andries Vermeulen (1882-1965) en diens echtgenote woonden aan boord, na hun huwelijk in die maand. Dat blijkt uit een inschrijving in het schippersregister van Middelburg.
Uit enkele scheepvaartberichten in diverse kranten blijkt het vaargebied. [schip] "Maria Hendrika", [met schipper] Vermeulen, passeerde de sluizen te Hansweert op de volgende data, met als bestemming: 9 mei 1919, Rotterdam; 12 juni 1919, Belgi?; 18 juni 1919, Haarlem; 4 maart 1920, Duitsland; 7 december 1920, Wilhelminadorp; 11 december 1920, Belgi? 16/17 juli 1922, Goes.
15 januari 1920: scheepsmeting te Utrecht, meetnummer U393N (het is onbekend wanneer de "Maria Hendrika" voor het eerst werd opgemeten) :
"Maria Hendrika", klipperaak, materiaal: staalijzer, lengte 22 m 20 cm, breedte 5 m 01 cm, waterverplaatsing 102,605 ton; eigenaar A. Vermeulen met als domicilie Middelburg. Vermoedelijk was dit de hiervoor genoemde Andries.
Ergens tussen 1920 en eind augustus 1923 verkocht Andries het schip aan zijn broer Pieter Vermeulen (1878-1957), die het schip naar zijn echtgenote, Jeannette de Graaf noemde.
29 augustus 1923: in een kadasterakte verklaart Pieter Vermeulen, schipper, gedomicilieerd te Middelburg, dat hij de enige eigenaar is van het motorzeilschip "Jeannette". In 1923 werd het schip op de werf Figee te Maassluis met 5 meter verlengd en van een motor voorzien.
7 september 1923: bij een scheepsmeting te Rotterdam staat genoteerd: stalen motorzeilschip 45 pk "Jeannette", gebouwd in 1923 op een werf te Maassluis [dit betreft dus de verbouwing, niet de oorspronkelijke bouw], lengte 27 m 07 cm, breedte 5 m 01 cm, waterverplaatsing 134,881 ton.
In 1923 werd het schip voorzien van brandmerk 15259 Rott 1923.
10 januari 1927 : voorzien van kadasterbrandmerk 777 B Rott 1927; oude brandmerk vernietigd. Op het GVI omschreven als een "stalen motorklipperzeilschip voorzien van een 45/50 PK Deutz gloeikopmotor, motornummer 150078/79, hebbende 1 laadruim, ook met zeilvermogen." Eigenaar Pieter Vermeulen, met domicilie Middelburg, Kinderdijk 76.
Tot kort voor de Tweede Wereldoorlog hield het schip het oude zeiltuig. Er werd uitsluitend vracht gevaren.
1940: afgaande op het schippersregister woonden Pieter en zijn zoon Andries Vermeulen (1919-1994) aan boord van de "Jeannette".
1 januari 1947: uit een kadasterakte blijkt dat Andries het schip voor 10.000 gulden van zijn vader had gekocht. Andries woonde aan boord.
In de akte wordt het schip als volgt beschreven: motorschip "Jeannette", gebouwd bij de Wed. Duivendijk te papendrecht in 1892, metende volgens meetbrief 135.801 M3, gemerkt 777B Rott.1927, hebbende ??n laadruim, machinekamer, roef en stuurhut en wordt voortbewogen door 2 cylinder 2 tact 45 PK Deutz gloeikop ruwe olie motor, motorno. 1500078/79 aangebracht op voorste cylinder.
Andries ging in de zomer met passagiers (vakantiegangers, in het begin vooral kinderen) varen, en ?s winters met vracht. Er werd later een demontabele opbouw en inrichting voor de passagiers gemaakt, die in de winter op de wal werd opgeborgen om dan weer met vracht te kunnen varen. Menig Middelburger heeft wel eens meegevaren op een dagtocht of schoolreisje. In het scheepsmetingsregister staan nog zeker tien metingen, uit de jaren 1951-1973. In 1951 wordt het daar een ?motorpassagiersschip? genoemd.
In de loop van de jaren ?50 werd het schip ontdaan van de mast en het zeilgerei. Op het achterste deel van het dek werd een dekhuis gebouwd, het voorste deel werd een vlak zonnedek. Het werd daarna alleen nog als passagiersschip gebruikt, vanaf 1958 steeds meer voor volwassenen. Later werd het dekhuis vergroot.
4 januari 1955: in een kadasterakte wordt aangegeven dat in de beschrijving van de "Jeannette" het volgende veranderd is: de waterverplaatsing was 140M3, is thans 135,8 M3; het zeilvermogen is vervallen. Op het Getuigschrift van Inbranding staat als eigenaar vermeld Andries Vermeulen, schipper te Middelburg.
In 1963 werd een andere motor geplaatst, ook weer een Deutz [NB: misschien de 116PK die in 1987 wordt genoemd].
Rond 1976 voldeed het schip niet meer eisen van de tijd. Het publiek vroeg om grotere schepen met meer luxe. De Vermeulens kochten een ander schip en de ?Jeannette? bleef aan de kade in Middelburg liggen.
7 mei 1987, als eigenaren vermeld F. Koudenburg en J. Voorbach. Zij noemden het schip ?Anna Catharina?. Beschrijving motor: 6 cylinder 4 takt 116 PK Deutz dieselmotor type 517, motornummer 1249594/599 .
Gezien een aantekening op het GVI lijkt het er op dat de teboekstelling is doorgehaald: "7-5-87, [f] 32000"
Het echtpaar Koudenburg-Voorbach heeft het schip in originele staat teruggebracht. In 2000 had het schip nog steeds Middelburg als thuishaven.


De "Maria Hendrika" op een foto die is doorgelinkt
van de schepengalerij op de website http://www.lvbhb.org

motorschip ?Maria Hendrika


Aan dit schip wordt aandacht besteed in de boeken "de Blikken motor" en "sturen en turen" van Arnold Koppejan. Een deel van onderstaande informatie is daaraan ontleend.
Stalen motorschip, in 1922 gebouwd op de werf Figee te Maassluis.
Voor het eerst opgemeten op 10 oktober 1922 te Maassluis, meetnummer R5462N.
Lengte 27 m 95 cm, breedte 5 m 16 cm, waterverplaatsing 138,010 ton, motor met 12 "effectieve paardekrachten".
Eigenaar A. Vermeulen [NB: Andries Vermeulen (1882-1965)] had als domicilie Middelburg.
Andries Vermeulen voer tot ongeveer 1922 met de hierbovengenoemde zeilklipper "Maria Hendrika" een beurtdienst van Middelburg op Antwerpen.
Het schip komt ook voor in de boeken van schrijver A.R. Koppejan
Onderstaande mutaties zijn overgenomen van de website https://www.binnenvaart.eu/motorvrachtschip/37900-maria-hendrika.html.
Een nazaat van Andries Vermeulen weet dat de eerste motor een 40-48 PK Deutz Brons 4 takt was, die in 1957 werd vervangen door een 60 PK Brons 2 takt, en in de jaren '60 door een Gardner 110 PK.
1953; Naam Maria Hendrika; Eigenaar P. Vermeulen in Middelburg. [NB: Pieter Vermeulen (1910-1978).
1971; Naam Nomadisch ; Eigenaar A. van Maren in Woudenberg
1993; Naam Kabouter; Eigenaar Uto Holding BV in Schiedam.
Volgende eigenaar Distilleerderij H. Jansen in Schiedam.
2005; Naam Kabouter; Eigenaar Stichting De Schiedamse Molens in Schiedam.

sleepschip "Marina?, later motorschip.


Stalen sleepschip, in 1926 gebouwd op de werf Holland in Hardinxveld.
26 oktober 1926 voorzien van brandmerk 19B Rott 1926
4 november 1926 voor het eerst opgemeten, te Hardinxveld, meetnummer D3716N.
Het schip was 50 meter lang, 6.60 meter breed en had een waterverplaatsing van bijna 523 ton.
Eigenaar Marinus Aren Jacques Elv? (1882-1952) had als domicilie Stad a/h Haringvliet. Het schip is vermoedelijk naar zijn echtgenote genoemd, Maatje Marina Koppenol.
12 juni 1937 Bij een scheepsmeting (R10340N) was Elv? nog steeds eigenaar.
25 november 1941 doorhaling van de teboekstelling, No 653 Circ 2977. Aannemelijk is dat het schip door de Duitsers in beslag genomen of anderszins als gevolg van oorlogshandelingen niet meer in Nederland voer.
18 oktober 1952, schip weer ingebruik gesteld, dl 74 no. 289 ingevolge Art 115 Wet van .. [onleesbaar]. Eigenaar de Staat der Nederlanden; gebruiker op 1 november: M.A.J. Elv? te Middelharnis. Marinus overleed in december dat jaar
4 maart 1953, eigenaren: Maatje Marina Elv?-Koppenol, weduwe van M.A.J. Elv?, te Middelharnis; en hun zonen Jannis Cornelis Elv?, sleepbootkapitein te Dordrecht; en Lieven Jan Elv?, schipper te Middelharnis.
1955, scheepsmeting, geen eigenaar vermeld.
In 1955 of 1956 is een motor ingebouwd; bij een meting op 4 maart 1956 staat het vermeld als motorschip.
30 juni 1959, In een krantenartikel wordt schipper J.C. Elv? uit Middelharnis genoemd, die met zijn motorkempenaar "Marina" 500 ton fijn grind aanvoerde voor de aanleg van de Hellegatdam.
10 juli 1962, eigenaar Jannis Cornelis Elv?, schipper te Dordrecht.
25 januari 1968; bij een scheepsmeting werd het nog steeds onder de naam "Marina" vermeld.
16 december 1969, eigenaar Robin [?] Arie Vogel, schipper te Mijdrecht [?].
2 april 1973, scheepsnaam "Vita", eigenaar Bernardus Doode, schipper te Rotterdam.
12 februari 1978, scheepsnaam "Tertia". Eigenaar Storm Stavast, schipper gedomicilieerd te Dordrecht.

30 september 1993, scheepsnaam "Berk", eigenaar Evert Zwiggelaar, wonende te Alblasserdam. Motorvermogen 147 kW; waterverplaatsing opgegeven als 499,883 M3.
Het schip was in december 2016 niet te vinden op de site debinnenvaart.nl en ook niet op de site gesloopte sleepschepen, http://www.sleepschepen.nl/gesloop.htm.

Marinus Cornelis


Houten hektjalk van 130 ton, gebouwd in 1861 te Dordrecht
Lengte 21 m 35 cm, breedte 5 m 63 cm, waterverplaatsing 132,505 ton. [bron: scheepsmeting 1901].
In 1871 was Jacob Vermeulen (1830-1899) schipper. Zijn zoon Hector (1871-1951) is aan boord van "het tjalkschip marinus Cornelis" geboren, blijkt uit zijn geboorteakte.
In de Goessche Courant, rubriek Scheldevaart staan de volgende berichten: [sluizen van] Hansweert gepasseerd op 19 januari 1886, schipper J. Vermeulen, ?Marinus Cornelis?, bestemming Belgi?; 30 januari 1886, J. Vermeulen, schip ?Marinus Cornelis?, bestemd naar Belgi?.
12-08-1893, Het nieuws van den dag : kleine courant. Scheldevaart; Hansweert gepasseerd op 10 augustus. Marinns Corn. Vermeulen, Wemeldinge;
idem 11 maart 1899
Goessche Courant, rivierberichten scheldevaart; Hansweert gepasseerd 19 januari 1886 J. Vermeulen, ?Marinus Cornelis?, bestemming Belgi?
30 januari 1886: J. Vermeulen, schip ?Marinus Cornelis?, bestemd naar Belgi?
29-09-1894 Het nieuws van den dag : kleine courant. Scheldevaart; Hansweert gepasseerd 27 sept. 1894 Marinus Cornelis, Vermeulen, Wemeldinge
idem 15 maart 1895; 1 mei 1895; 29 juni 1895; 18 september 1897; 1 april 1898; 11 maart 1899;
In 1899 is Jacob Vermeulen overleden. Volgens de memorie van successie, opgemaakt na zijn overlijden, maakte een tjalkschip "Marinus Cornelis" deel uit van de nalatenschap.
In 1901 liet Jacobs weduwe, Tietje Vermeulen-Lindeboom (1838-1918), het schip opmeten, meetnummer D888N.
Zonder twijfel is ze de "Weduwe J. Vermeulen, Wemeldinge", die bij de meting als eigenaar staat vermeld.
Mogelijk heeft een van haar zoons nog enige tijd met de "Marinus Cornelis" gevaren. In het scheepsmetingsregister of in kranten komt de scheepsnaam niet meer voor.

Morgenster


In 1914 gebouwd als stalen aak op de scheepswerf J. Peters te Avereest. De eerste eigenaar was Johannes Berends (1869-1950) met domicilie Avereest. Het schip is op 16 november 1914 voor het eerst opgemeten, te Dordrecht, meetnummer D2784N. Lengte was 26.5 meter, breedte 5.06 m, diepgang 1.86 m, waterverplaatsing 156 ton.
In 1914 voorzien van kadaster-brandmerk 2619 Zwolle 1914.
26 juli 1932: volgens meetbrief A7891N had het schip een verplaatsing van 154.626 M3.
Op 24 november 1938 was het oorspronkelijke (1914) brandmerk niet meer zichtbaar, en kreeg het een nieuw brandmerk: 658 B Zwolle 1938. Als eigenaar vermeld Johannes Berends; op 16 december 1938 was eigenaar: Jurjen Berends [NB: (1910-1989), zoon van Johannes ], schipper te Avereest.
Eind 1939, tijdens de mobilisatie van het Nederlandse leger, lag ?De Morgenster? bij Vreeswijk als wachtschip voor de defensie bij de munitieschepen. In de Tweede Wereldoorlog werd het schip door de Duitsers gevorderd en moest het tuig plaatsmaken voor afweergeschut op het mastdek.
Rond 1947-1948 is te Vreeswijk de eerste aandrijfmotor ingebouwd, een 83 pk GMC rc motornummer "onbekend" volgens het GVAB.
Bij een scheepsmeting eind 1950 was het een motorschip, lengte en waterverplaatsing ongeveer gelijk als voorheen. Eigenaar Jurjen Berends had als domicilie Kampen.
26 juni 1953: schip op het GVAB als volgt beschreven: stuurhut, machinekamer, voortbewogen door de hiervoor genoemde 83 PK GMC
In 1954 is het schip verlengd bij scheepswerf Kooiman in Zwijndrecht, nieuwe maten: lengte 32.50 m., 228 ton.
maart 1957: motor was nu een 130 PK Smit type 6BDM, nr 60013.
1961: een scheepsmeting geeft een lengte van 32.5 meter en een waterverplaatsing van 213 ton.
1963: motor vervangen, nu een 200 PK GM Diesel, type 6 V A no 18244.
1968: foto's gemaakt tijdens de suikerbietencampagne in het haventje van Hoofdplaat (Zeeuws Vlaanderen). De toenmalige schipper was Kees Berends, zoon van Jurgen. De foto's waren (in 2017) te zien op de website Kustvaartforum.nl.
17 maart 1970: domicilie "Avereest" van eigenaar Berends doorgehaald en veranderd in Terneuzen, Hendrikstraat 5
21 september 1970: doorhaling van de teboekstelling. De ?Morgenster? is dat jaar gesloopt bij van der Marel in het haventje van Viane.
Een model van het schip staat bij EFM te Meppel.

Nieuwe Zorg? (voorheen "Onderneming")


Een metalen tjalk die in 1893 op een werf in Hoogezand is gebouwd.
In augustus 1900 voer het onder de naam ?Onderneming? en werd toen te Sas van Gent opgemeten, meetnummer Sg31N.
Het had een lengte van 24 m 27 cm, een breedte van 4 m 96 cm en een waterverplaatsing van 146,527 ton. De eigenaar was ene H.O. de Vries met als domicilie Terneuzen.
Vermoedelijk was dit Heintje Oene[s] de Vries (geb 9-5-1847 te Haskerland, overleden in oktober 1920 te Oost-Souburg; hij was gehuwd met Gertruda Uilke Hazewindus 1863-1954), van wie in 1914 op een akte werd vermeld dat hij schipper was. Vanuit Terneuzen verhuisd naar West- en Oost Souburg, waar hij - blijkens kranteadvertenties - scheepsbevrachter was. Na zijn overleden werden zijn zaken voortgezet door zijn weduwe en hun zoon, Oene (Heintjeszoon) de Vries, schipper van beroep. [NB geboren 19-11-1880, overleden 13-10-1964, beide te Terneuzen]
1 september 1920: vaartuig in eigendom overgegaan op Oene de Vries, Heintjeszoon, te Dordrecht. Gepasseerd op het hypotheekkantoor te Middelburg, in deel 3 no. 500.
12 juli 1924: op het hypotheekkantoor te Middelburg, 4 no 52, overgeschreven op naam van W. Vermeulen te Middelburg. Vaartuig hernoemd in ?Nieuwe Zorg?.
Vrijwel zeker betreft het Wessel Vermeulen 1898-1966. In een artikel in de PZC van 14-11-2009 staat een interview met de dochter van Wessel, mevrouw Jo de Kaart-Vermeulen. Zij vertelt dat haar vaders tweede schip de "Nieuwe zorg" heette. In maart 1924 was zijn eerste schip, de tjalk "Eben Haezer", overvaren, waarbij de vrouw van Wessel en een knecht om het leven kwamen.
15 juli 1927, Nieuwe Rotterdamsche Courant: Delfzijl 14 juli. "Het te Middelburg thuisbehorende zeilschip Nieuwe Zorg, van de heer W. Vermeulen, is onderhands verkocht aan schipper K. Manlea te Stade aan de Elbe. De prijs is geheim. Het schip wordt in Louise herdoopt".

Genoemde Wessel Vermeulen liet in 1927 zijn derde schip, de "Cornelia", bouwen. Dat werd in juli 1927 voor het eerst opgemeten.

Nijverheid


Stalen motorboot 40 pk, in 1911 gebouwd op de werf Fa. de Haan en Alta in Heusden.
Voor het eerst opgemeten op 16 januari 1912 te Amsterdam, meetnummer A3244N.
Lengte 19 m 75 cm, breedte 5 m 70 cm, waterverplaatsing 48,474 ton.
De eigenaren waren de Gebr. Vermeulen met als domicilie Yerseke.
Vrijwel zeker waren dit Jacob Corneille (1880-1955), Pierre (1865-1933) en Hector Vermeulen (1871-1951). Zij hadden van hun vader een aantal huizen geerfd nabij Wemeldinge. In 1910 werd de huizen en grond onteigend vanwege de aanleg van sluizen in het kanaal door Zuid-Beveland. Aannemelijk is dat zij de opbrengst hiervan (deels) gebruikten voor de aanschaf van dit schip. Met de bouw daarvan werd in mei 1910 begonnen.
De "Nijverheid" was het eerste gemotoriseerde schip in Yerseke wat werd gebruikt voor de oestervisserij.
Het zonk in november 1910 in de buurt van Hoorn, door het verschuiven van de lading tijdens zwaar weer. De bemanning werd gered en het schip werd later gelicht.
De gebroeders Vermeulen verhuurden het schip later aan oester- en mosselkwekers, en verkochten het in 1919 aan de Maatschappij ?de Waddenzee?.
Omstreeks 25 oktober 1922 werd de motorkorboot, voorheen van Jac. Vermeulen, publiek verkocht te Amsterdam aan A. Pikaar te Ierseke en J. Nieuwenhuizen te Goes voor f 5000 plus 12% plus f 50 blokgeld.

Onderneming


Een stalen klipperaak, begin 1905 gebouwd op de scheepswerf A. van de Adel te Papendrecht.
Op 2 februari dat jaar voor het eerst opgemeten, te Dordrecht, meetnummer D1651N.
Het schip was 28,75 meter lang, 5,75 meter breed en had een waterverplaatsing van 174 ton.
Eigenaar J.C. Vermeulen [NB: Jacob Corneille Vermeulen (1880-1955)]had als domicilie Wemeldinge.
Het schip werd in 1914 vermeld in een Duitstalig register met rijnvaartpatenten: bouwjaar 1905 te papendrecht, stalen zeil schip met vast dek, lengte 28,75 meter, breedte 5,76 meter, laadvermogen 174,5 ton, in 1908 voor het laatst uitgebreid gerepareerd, op 21 januari 1909 te Papendrecht voor het laatst ge?nspecteerd. Bemaaning van 2 personen, getaxeerde waarde 15200 Duitse Mark. Eigenaar was J.C. Vermeulen te Wemeldinge. Aan hem was op 11 september te Den Haag een rijnvaartpatent uitgereikt, geldig van Mannheim tot aan zee.
Op 2 mei 1928 werd het schip opnieuw gemeten, nu te Middelburg, Meetnummer:Mb251N.
Het was nu een motorklipper geworden, met een 50/60 pk motor en een waterverplaatsing van 168,476 ton. Voor het kadaster had het schip als brandmerk 1101 B Dord 1928. De eigenaar, Jacob Corn. Vermeulen had nog steeds als domicilie Wemeldinge.
Op 16 mei 1928 werd op verzoek van Jacob "Cornelis" [sic] Vermeulen, schipper te Wemeldinge, een kadasterbrandmerk aangebracht, 1101 B Dord 1928.
Op het getuigschrift van inbranding wordt het schip als volgt beschreven: stalen motor klipperschip met 1 laadruim, ingericht tot goederenvervoer, 1 mast met volledig zeiltuig, 1 achterroef, een 50/60 PK 2 cylinder Deutz dieselmotor.
31 mei 1928: hypotheek afgesloten voor 7000 gulden, doorgehaald op 8 juni 1939.
Volgens een opmerking op www.kustvaartforum.nl was het schip ?voor de oorlog gebouwd met 70/77 blauwe Deutz met spoelpompen, leeg in Terneuzen in 1940 gevorderd?.
25 september 1943: doorhaling van de teboekstelling, "no 418 (circ 2977)". Maar: "later teboekgesteld 2526B". Een mogelijke verklaring is dat het schip in de oorlog is gevorderd en/of gezonken, en later geborgen en/of opnieuw (in Nederland) in de vaart is gebracht.
Ergens voor 1950 is ?de Onderneming? van eigenaar veranderd. Bij een scheepsmeting dat jaar was het in bezit van G. Buis.
In oktober 2015 was een pagina op het www.kustvaartforum.nl aan de "Onderneming" gewijd, nevenstaande foto is daar van doorgelinkt.

Onderneming
De "Onderneming" op een foto van J. Vermeulen, doorgelinkt van de site www.kustvaartforum.nl

Petronella


Houten zeilschip, tjalk?, met een laadvermogen van 1860 centenaar. [een centenaar is 50 kilo, omgerekend zou het dan om 93 ton gaan].
De "Petronella", met schipper J. Vermeulen uit Zierikzee, staat vermeld in Duitstalige Rijnvaartpatent-registers uit de jaren 1879, 1882, en 1884.
In de kolom bouwjaar/bouwplaats staat niets ingevuld {alleen een vraagteken], maar het moet dus v??r of in 1879 gebouwd zijn. Het gaat om een schip met een vast dek; in 1879 niet, maar in 1884 w?l voorzien van een lekkleed; varend met 3 bemanningsleden.
Het wordt in 1879 aangeduid als "ungesohlt", en in 1884 als "ung[esohlt] Tjalk".
In 1879 getaxeerd op een waarde van 6000 Duitse marken; in 1884 op 3000 DM.
Schipper Vermeulen was tevens de eigenaar. Uit de registers van 1882 en 1884 blijkt dat in januari 1879 te 's-Gravenhage aan hem een Rijnvaartpatent was uitgereikt, geldig voor het riviergedeelte van Ruhrort tot aan zee.

"de vrouw Petronella"


Houten zeiltjalk, vermeld in Rijnvaartpatentregisters van 1890 en 1896, met een schipper J. Vermeulen uit Zierikzee.
Het register van 1890 vermeldt dat aan schipper Vermeulen een Rijnvaartpatent was verleend op 15 januari 1879 te 'Gravenhage, geldend voor de Rijn vanaf Ruhrort tot in zee.
Het registers van 1896 meldt over het schip: in 1880 gebouwd op een werf in Hoogezand, uitgerust met een vast dek en een lekkleed; diepgang van "1,85"; 3 bemanningsleden; laatste grote reparatie in 1894; getaxeerd op een waarde van 7000 Duitse Mark .
[bron: bibliotheek MMR].
In het Rijnvaartpatent-register van 1898 staat dezelfde ?vrouw Petronella? als in de registers uit 1890 en 1896 vermeld, zelfde bouwjaar enz. Alleen nu met schipper Van Der Klooster en als eigenaar J. Vermeulen uit Zierikzee.
In oude kranten uit de jaren 1884-1905 zijn vele tientallen scheepsberichten te vinden over de passage van een schip "Petronella" of "vrouw Petronella" met een schipper Vermeulen, bijvoorbeeld:
6 juli 1884 Lobith gepasseerd richting Walsoorden; 5 juni 1888 Lobith gepasseerd met bestemming Duitsland; 24 april 1891 Lobith gepasseerd met bestemming Middelburg; 2 december 1891 Lobith gepasseerd met bestemming Sliedrecht; 1 februari 1894 Hansweert gepasseerd richting Belgi?; 7 mei 1897 Lobith -> Rosendaal; 10 juni 1897 Hansweert -> Belgi?; 24 november 1897 Hansweert -> Belgie; 1 september 1899 Lobith naar Belgi?; september 1899: Hansweert naar Belgi? via Sas van Gent; 27 juni 1904: "Vr. Petronella", [schipper] Vermeulen, Lobith gepasseerd richting Bergen op Zoom.
Verwarrend is dat in de periode 1896-1901 er ook scheepsberichten zijn van een ?(vrouw) Petronella? met een schipper Van der Klooster.

Vermoedens:


Het lijkt om twee verschillende schepen te gaan: de "Petronella" van 1860 centenaar, in ieder geval in gebruik in de jaren 1879-1884. In 1879 getaxeerd op 3000 DM.
En de "vrouw Petronella" van 2082 centenaar, gebouwd in 1880 te Hoogezand, in gebruik in 1896, toen getaxeerd op 7000 dm; mogelijk ook in gebruik in 1890.
Schrijver dezes is er vrijwel zeker van dat het gaat om Jacob Vermeulen (1841-1921), gehuwd met Pieternella van Westen. Jacob was schipper en woonde van ongeveer 1860 tot 1898 in Zierikzee.
De schepen zouden goed naar Jacobs vrouw genoemd kunnen zijn.
Een sterke aanwijzing is dat van genoemde Jacob een Rijnvaartpatent bewaard is gebleven, uitgereikt te 's-Gravenhage op 15 januari 1879, geldig voor Ruhrort tot aan zee. Dus exact hetzelfde als de vermelding in het register.
De scheepvaartberichten zouden over hetzelfde schip en schipper kunnen gaan. Maar: Jacob Vermeulen liet in 1897 een nieuw schip bouwen, de "Advendo". Het zou natuurlijk kunnen dat zijn zoon Hector, ook schipper, vanaf 1897 enkele jaren met de "Pieternella" heeft gevaren. Hector liet begin 1904 een motorschip bouwen, de "Advendo III".
In 1897 verhuisde Jacob vermeulen van Zierikzee naar Papendrecht. De in het Rijnvaartpatent-register van 1898 vermelde schipper Van Der Klooster zou een zetschipper geweest kunnen zijn. Afgaande op scheepvaartberichten voer hij vaak op Sint Annaland op Tholen. Omdat in de periode 1896-1901, in hetzelfde jaar er scheepvaartmeldingen zijn van een "(vrouw Petronella" met schiiper Van der Klooster, maar ook schipper Vermeulen: misschien voeren ze afwisselend met het schip?
Rijnschipperspatent J Vermeulen
Rijnschipperspatent van Jacob Vermeulen, 1879.

Pieternella


Houten paviljoenjacht, groot 57 kubieke meters.
Dit schip , varende in het beurtveer van Schore, Kruiningen en Hansweert op Dordrecht en Rotterdam, werd eind maart 1901 in een advertentie te koop aangeboden.
Jacob Vermeulen (1864-1936) was sinds 1887 beurtschipper vanuit Schore. De vorige beurtschipper, Jacob Griep, was begin 1886 overleden. Diens erfgenamen hadden zijn huis en schip in een advertentie te koop aangeboden. Jacob Vermeulen heeft in ieder geval het huis van wijlen Jacob Griep overgenomen; misschien ook diens schip, een overdekte statieschuit genaamd ?de Hoop geleidt ons? van 41 ton.
Jacob vermeulen was getrouwd met Pieternella Philipse; het lijkt aannemelijk dat Jacob zijn schip naar haar heeft genoemd.
De beurtdienst vanuit Schore is april 1901 voortgezet door D. van der Voorden. Misschien heeft hij de "Pieternella" overgenomen.

Pieternella


Stalen sleepschip, in 1926 gebouwd op de werf Holland in Hardinxveld.
Daar voor het eerst opgemeten op 30 augustus 1926, meetnummer D3687N.
Lengte 50 m 00 cm, breedte 6 m 60 cm, waterverplaatsing 526,209 ton.
Eigenaar J.A. Vermeulen had als domicilie Stad a/h Haringvliet.
Het schip had een roef, v??r- en achteronder, 2 laadruimen, 1 dek en 1 mast. [bron: getuigschrift inbranding 1928]
Krantenberichtje in de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 12 augustus 1926 : Scheepsbouw - Hardinxveld, 11 augustus. Bij de NV Scheepsbouwwerf en Machinefabriek Holland alhier werd heden met goed gevolg te water gelaten het sleepschip Pieternella voor rekening van de heer J.A. Vermeulen te Stad aan 't Haringvliet. De hoofdafmetingen van het schip zijn: lengte 50 meter, breedte 6.60 meter en holte 2.30 meter. Op het voordek is een motor geplaatst voor het snelle heffen der ankers, welke tevens dienst doet voor het aandrijven van de pompinstallatie.
Dit is zonder twijfel Jan Adriaan Vermeulen (1886-1960), een schipper die in 1910 in stad aan het Haringvliet trouwde met Pieternella de Wachter (1883-1964). Het schip is mogelijk naar haar genoemd. Het echtpaar woonde vermoedelijk rond 1941 in Rotterdam, en is ergens voor 1960 naar Dordrecht verhuisd.
Bij een volgende scheepsmeting, nummer R6779N, op 14 augustus 1928 te Rotterdam, staat nog steeds als eigenaar vermeld J.A. Vermeulen, domicilie Stad a/h Haringvliet.
8 augustus 1928: voorzien van kadasterbrandmerk 1174 B Dord 1928, op verzoek van Jan Adriaan Vermeulen, schipper te Stad aan het Haringvliet. Het getuigschrift vermeld dat de "Pieternella" inmiddels een motorschip (Kempenaar) was geworden, afmetingen vrijwel gelijk, waterverplaatsing 497,865 ton. Voorzien van een 125-150 PK dieselmotor, .. [rest onleesbaar]
6 februari 1931: de motor was vervangen door een 150/180 PK .. [onleesbaar] Deutz Dieselmotor model SVMD.
22 december 1941: doorhaling van de teboekstelling. Mogelijk was het schip door de Duitsers afgevoerd naar Duitsland.
8 augustus 1947 volgens scheepsmetingnummer R15766N had eigenaar J.A. Vermeulen Dordrecht als domicilie.
16 oktober 1952: schip weer in gebruik gesteld. eigenaar de Staat der Nederlanden. Op 1 november 1952 staat J.A. Vermeulen te Dordrecht vermeld als gebruiker.
29 april 1954: eigenaar Jan Adriaan Vermeulen, schipper te Dordrecht. "toewijzing"
26 januari 1960 Jan Adriaan Vermeulen overleden.
26 januari 1962: eigenaar Pieternella de Wachter te Dordrecht, weduwe van Jan Adriaan Vermeulen.
30 juli 1964: vermelding motor als verticale 4 takt 6 cylinder omkeerbare scheepsdieselmotor, merk Deutz type RA 6M van 290 PK (213 Kw) bij 750 omw/min.
13 september 1964 Pieternella de Wachter overleden.
19 februari 1968 eigenaar Cent Bruss?, schipper te Krimpen a.d. Ijssel.
21 februari 1968: hypotheek van 40.000 gulden verstrekt door vijf kinderen van Jan Adriaan en Pieternella Vermeulen-de Wachter: Wessel, Teunis Jacob, Elizabeth Cornelia, Maatje, Cornelia Machieltje. De regle met daarop de naam Cent Bruss? is later doorgestreept, eronder staat: Johanna Cornelia Heikoop [?]
Scheepsnaam was in februari 1968 "Vijf Gebroeders".
1 juni 1971: scheepsnaam "Con Amore". Eigenaar firma G. Rink en Zoon, Krimpen a.d. Ijssel. firmanten Gijsbert en Arie Rink, schippers.
29 december 1983 eigenaar Arie Rink, schipper, Krimpen a.d. Ijssel.
27 februari 1984: eigenaar VOF A. Rink en Zoon, Krimpen a.d. Ijssel
2017: schip blijkbaar nog steeds in de vaart onder de naam "Con Amore", eigenaar VOF Rink te Krimpen aan de Ijssel. Registratienr 2101174 [bron: www.shipfoto.nl)

"de vrouw Pieternella"


In 1899 op een werf te Papendrecht gebouwde clipperaak van staal.
Op 20 juni 1900 te Dordrecht voor het eerst opgemeten, meetnummer D438N.
Lengte:28 m 85 cm ; Breedte:5 m 71 cm ; Inzinking:- ; Waterverplaatsing:164,542 ton .
Eigenaar :H. Leunis , Domicilie:Terneuzen..

Vermoedens:


Schrijver dezes vermoedt dat het gaat om: Huibrecht Leunis (geboren 16-5-1853 te Bruinisse, overleden 1935), gehuwd met Pieternella Dieleman (geboren 6-1-1858 te Terneuzen, overleden 1946).
Vermoeden gebaseerd op:
- Huibrechts was in 1878 schipper. Ook in 1899 en 1906 van beroep schipper, toen wonend te Terneuzen (blijkt uit geboorteakte+huwelijksakte kinderen).
- was (in 1915) schipper, gezin woonde toen in Dordrecht.
- naam van het schip, aannemelijk dat dit is vernoemd naar Huibrechts echtgenote.

"Risico"


Stalen klipper, in 1904 gebouwd op de werf ?Vooruit? in Enkhuizen.
Het schip is volgens ?Friesche maat? gebouwd. Dit betekent dat het schip in Friese sluizen paste en binnenwateren goed ermee te bezeilen waren.
Het werd op 5 december 1904 voor het eerst officieel opgemeten in Rotterdam, meetnummer R2757N.
Het had een lengte van ruim 31 meter, een breedte van 6 meter en een waterverplaatsing van bijna 221 ton.
Eigenaar J. Vermeulen [Johannes Vermeulen 1849-1920) had als domicilie Middelburg.
Hij voer vracht, onder andere tussen Zeeland en Friesland. Enkele krantenberichtjes over de "Risico"
10-07-1905 Het nieuws van den dag : kleine courant. Rijnvaart; Lobith gepasseerd 7 juli 1905. Risico, Vermeulen, Wemeldinge
In mei 1906 had de ?Risico? ijzer geladen in Alsum, vermoedelijk bij Duisburg in Duitsland; daar lag lange tijd een staalfabriek van Krupp. Onderweg naar Antwerpen moest schipper Vermeulen in Hansweert binnenlopen met weggescheurde zeilen. De schade moest daar worden hersteld voor het schip de reis kon vervolgen.
Johannes Vermeulen is in 1920 aan boord van de "Risico" overleden.
Zijn weduwe, Pieternella Vermeulen-van den Broeke, werd eigenaresse bleef nog zeker tot 1941 met het schp varen.
Een scheepsmeting uit 1941, meetnummer G6223N, vermeldt als eigenaresse van het "klipperschip" de weduwe J. Vermeulen met domicilie Middelburg.
Ergens in de periode 1940-1945 is de zeilklipper overgenomen door Cornelis Vermeulen.
In de zomer van 1949 zijn de masten er afgegaan en is de zeilklipper voorzien van een motor, 90 pk M.W.M. Gelijktijdig is de woning vergroot en is er een stuurhut geplaatst.
Een scheepsmeting uit 1955, meetnummer G9047N, vermeldt dat het motorschip "Risico" een andere eigenaar had: L. Vermeulen [moet zijn: C. Vermeulen] uit Middelburg.
Bij een scheepsmeting uit 1967, meetnummer A21181N, staat geen naam van de eigenaar vermeld.
In juli 1971 maakte de familie Vermeulen de laatste reis met de "Risico",van Luik naar Vorchten, geladen met steenslag. De "Risico" heeft daarna een tijd in Maasbracht stil gelegen in verband met de aankoop van een ander schip.
Op 24 december 1973 is de "Risico" verkocht aan mevrouw C.J.P. Boschman-Arts. Het echtpaar Boschman heeft de scheepsnaam veranderd in "Aegir" . Eerst heeft het een tijd als woonark in Schellingwoude gelegen, vervolgens zijn ze er - zonder succes - goederen mee gaan vervoeren. De "Aegir" is in Willebroek uitgebrand.
In 1983 zag de huidige schipper en eigenaar Jaap Gomes het schip verwaarloosd en uitgebrand in Antwerpen liggen en was meteen verkocht. Van 1983 tot 1986 heeft hij het oorspronkelijke casco hersteld tot een comfortabel, maar vooral goed zeilschip. Sinds 1986 vaart Jaap met de "Aegir" weer op de Waddenzee en het Ijsselmeer.
http://aegir.hollandsail.nl.
Risico
De "Risico", foto van de website http://aegir.hollandsail.nl

"Risico"


Stalen motorschip 60pk, paviljoenspits, in 1927 gebouwd op de werf gebr. Korte te Moerdijk, te water gelaten op 20 oktober 1927.
Eerste scheepsmeting op 9 november 1927 te Moerdijk, meetnummer Zb1317N.
Lengte 38 m 50 cm, breedte 5 m 04 cm, waterverplaatsing 323,070 ton.
Eigenaar J. Vermeulen, domicilie Middelburg.
Opmerking website lvbhb bij eigenaar: Eigendomsgegevens aangevuld uit ligger Binnenmeetbrieven Rotterdam 1
Het betreft hier Johannes Vermeulen, schipper, geboren in 1901 te Vlissingen en in 1996 te Middelburg overleden. Zijn vader Johannes (1849-1920) voer met een (ander) schip "Risico", zie hierboven.
5 november 1927: Op het getuigschrift van inbranding, kadasterbrandmerk 870 B Dord 1927, staat als eigenaar: Johannes Vermeulen, schipper te Middelburg. Het schip wordt als volgt omschreven: "stalen motorschip, 1 dek, voor- en achteronder, 1 ruim, houten luiken"; De eerste motor was een 50/60 PK 2 cylinder Deutz Dieselmotor, later (1954?) vervangen door een 4 cylinder 4takt Deutz scheepsdieselmotor type 4A M428, 125-150 PK.
21-11-1927: hypotheek voor 24.000 gulden bij de NV Rotterdamse scheepshypotheekbank te Rotterdam; hypotheek doorgehaald 25 juli 1945.
1938: Een J. Vermeulen, aan boord van het schip Risico, is kort voor 1 juni dat jaar vertrokken vanuit Middelburg naar Vreeswijk, Prins Hendrikschool. [bron: Middelburgsche courant 1-6-1938 ].
1954: gekozen domicilie: A. de Lange [?], Middelburg, Lange Geere 49
12-8-1954: nieuwe hypotheek voor 35000 gulden bij N.V.N.H. [?? onleesbaar]. "id. id" . Mogelijk zelfde bank en/of zelfde plaats als hypotheek 1927. Hypotheek doorgehaald 13-7-1960
1955: Bij een scheepsmeting te Amsterdam, meetnummer A16204N, staat bij de "Risico" geen naam van de eigenaar vermeld.
Volgens RSR 1956 was de scheepseigenaar Johannes Vermeulen te Middelburg. [bron: website kustvaartforum.com]
Op de website www.kustvaartforum.com staat ook een foto en aanvullende informatie:
"In 1963 staat de Risico nog te boek op naam van Johannes Vermeulen uit Middelburg. [..] 38.50 x 5.10 x 2.37 meter, 150 pk Deutz van 1954, [.. nummer:] 2100870."
Begin mei 1971 is het schip verkocht aan Cornelis Pieter Schipper, schipper te Wemeldinge. Het voer daarna onder de naam "Zeeuwse Meer", maar op een foto is te zien dat op het schip z?lf de naam vermeld stond als "Zeewse Meer" [inderdaad zonder "u" gespeld, dus niet "Zeeuwse Meer"], en de naam van de eigenaar: C.P. Schipper, Wemeldinge.
3-5- 1971 hypotheek [door nieuwe eigenaar] voor 29000 gulden bij Johannes Vermeulen. Datum doorhaling moeilijk leesbaar, mogelijk 7-4-1975
Bij een scheepsmeting op 4 mei 1971, meetnummer R34323N staat op de website lvbhb de naam vermeld als "Zweeuwse Meer", de eigenaar is niet vermeld.
9-5-1975 hypotheek voor 20000 gulden bij ABN te Amsterdam. geen datum doorhaling vermeld.
12 april 1978: doorhaling van de teboekstelling.

"Risico", sleepschip


Deze "Engelse bak" is in 1919 gebouwd op de werf Joseph Evans in Wolverhamton (Engeland) [bron: scheepsmeting R15083N, G10010N] .
Volgens een andere bron is het misschien gebouwd als "Across Channel Cargo Barge" in de eerste wereldoorlog door Thornycroft in Southampton [bron: stamboom familie Vermeulen, verdere gegevens onbekend].
Volgens familieoverlevering is het ergens voor of in 1927 met geleend geld gekocht door Pieter van den Broeke (1884-?). Hij noemde het schip "Risico", misschien omdat zijn stiefvader en moeder ook een schip met die naam hadden. Vermoedelijk omstreeks 1927 kreeg het schip het brandmerk 2118 B Rott 1927, dat merk staat althans in het scheepsmetingsregister. Eigenaardig is wel dat er nog een ander schip met het zelfde brandmerk was, een in 1901 gebouwd motorschip: zie scheepsmeting R1940N.
In maart 1935 klaagt schipper P.van de Broeke, sleepschip "Risico", in een ingezonden brief in de krant "De Zeeuw" dat er in Zeeuwse havens zoveel verschil is in de hoogte van het havengeld.
Volgens familieoverlevering is het schip in de Tweede Wereldoorlog gevorderd door de Duitsers, en moest schipper van den Broeke daarom noodgedwongen aan wal verblijven, mogelijk in Ijsselmonde.
Ergens voor 1946 is het schip opgemeten onder meetnummer: AE6088B. Deze meting komt niet voor in de Nederlandse scheepsmetings-database, mogelijk omdat het een buitenlandse meting is.
Op 8 februari 1946 werd het schip te Rotterdam opgemeten, meetnummer R15083N. Dit was niet de eerste meting.
Het werd omschreven als stalen sleepschip "Risico", in 1919 gebouwd op de werf Joseph Evans te Wolverhamton (Gb).
Afmetingen 38 m 42 cm x 5 m 05 cm, inzinking 2 m 38 cm, waterverplaatsing 306,664 ton
Eigenaar P. v.d. Broeke had als domicilie IJsselmonde.
Volgens familieoverlevering heeft Pieter van den Broeke de "Risico" omstreeks 1952-1955 als sleepschip verkocht.
Daarna is het omgebouwd tot motorschip, en voorzien van een motor 200 pk "Ruston".
Bij een scheepsmeting (G10010N )op 15 oktober 1958 te Dedemsvaart staat het vermeld als motorschip "Go-on", vrijwel dezelfde afmetingen, waterverplaatsing 292,601 ton.
Eigenaar was J. Jansen met domicilie Amsterdam
Op 14 april 1970, scheepsmeting A22178N, voer het onder de naam "Marjo", en later als "Twee gebroeders".
Sleepschip Risico
Boven: het voorschip met sierkrul; onder: het achterschip, waar de meest linkse persoon Pieter van den Broeke is.
Sleepschip Risico

"De Schelde"


Houten zeilschip, in 1890 en 1896 vermeld in Duitstalige Rijnvaartpatent-registers [bron: MMR]. Volgens het register van 1896 was het schip in 1877 te Hoogezand gebouwd, voer eerst onder de naam "Philippine Adriana", had het een laadvermogen van 2891 centenaar, voorzien van een vast dek, uitgerust met een "leckkleid", een bemanning van 2 personen, en een opgegeven waarde van 7000 Duitse Mark. Het patent gold voor "G.R" [Ganz Rhein ?] en was op 20 maart 1890 te Dordrecht toegekend. Het schip had voor het laatst in 1888 een uitgebreide reparatie ondergaan.
Eigenaar was J. Vermeulen te Sint Maartensdijk.
[ Opmerkelijk is dat er in het register van 1890 TWEE zeilschepen "de Schelde" met eigenaar J. Vermeulen te St.Maartensdijk, vermeld staan. In 1896 staan er ook twee schepen "de Schelde", een houten en een ijzeren. Maar de ijzeren "De Schelde" is gebouwd in 1895 en kan dus niet niet in het register van 1890 hebben gestaan.
Opmerkelijk is ook dat er rond 1890-1896 geen ?J. Vermeulen? in St.Maartensdijk woonde ; misschien gaat het om Izak Vermeulen (1861-1948), en had hij twee schepen. Zie ook hieronder. Deze Izak voer vanaf 1902 met het dat jaar gebouwde schip ?Jacoba?.]
Wat betreft de vroegere naam "Philippine Adriana": een schip met die naam, met schipper Hamel, wordt in 1887 en 1888 vermeld in scheepvaartberichten in oude kranten [Delpher].

"De Schelde"


Ijzeren klipperzeilschip, in mei 1895 gebouwd op de werf Meijer te Zaltbommel.
4 mei 1895, Krantenbericht uit het Algemeen Handelsblad:" van de werf van de heer Meijer te Zaltbommel is met goed gevolg te water gelaten het ijzeren klipperzeilschip ?De Schelde?, metende ruim 70 last en gebouwd voor rekening van schipper Vermeulen te Maartensdijk.[sic]"
Op een getuigschrift van inbranding (1928) omschreven als een "zeilschip, gedreven door wind, hebbende 1 mast, 1 ruim, 1 roef en open .. [onleesbaar] stelling [?]".
30 mei 1895: eerste scheepsmeting, meetnummer: D365N, te Dordrecht. Lengte:? Breedte:? Inzinking:? Waterverplaatsing:160,040 ton
Eigenaar:J. [of I. ?] Vermeulen Domicilie:St. Maartensdijk. De voorletter "J." of "I." is later doorgehaald, en gewijzigd in "A."
[Rond 1895 woonde er geen ?J. Vermeulen? in St.Maartensdijk ; misschien gaat het om Izak Vermeulen (1861-1948), hij voer vanaf 1902 met het dat jaar gebouwde schip ?Jacoba?.
Het schip is dus ergens tussen 1895 en 1910 eigendom geworden van een A. Vermeulen te St. Maartensdijk. Mogelijk in 1902?; mogelijk was dit Izaks jongere broer Adriaan Vermeulen (1877-1953), wonende te Sint Maartensdijk. Genoemde Izak had geen zoon, en zijn dochter is jong gestorven [16 jaar oud, in 1904)].
In 1896 werd "De Schelde" vermeld in een Duits register van Rijnvaartpatenten:
gebouwd te Zaltbommel (geen bouwjaar vermeld), hoofdmateriaal ijzer, laadvermogen 3200 centenaar, met vast dek, voorzien van een "Leckkleid", laatste inspectie 14 juni 1895 te Antwerpen, in bijzonder goede onderhoudstoestand (A1, ijzer), varend met twee bemanningsleden, opgegeven waarde 13600 Duitse Mark. Eigenaar Vermeulen [voorletter onleesbaar op de kopie van het register] te St. Maartensdijk. Het patent gold voor "G.R." [Ganz Rhein?]
08-07-1897 Algemeen handelsblad. Lobith gepasseerd 6 juli 1897. ?Schelde? Vermeulen, bestemming St.Maartensdijk
25-04-1902 Het nieuws van den dag : kleine courant. Hansweert gepasseerd 23 april 1902. ?Schelde?, Vermeulen, naar Mariapolder
8 augustus 1903, hermeting te Dordrecht.
22 juni 1907, Het nieuws van den dag, kleine courant: Rijnvaart, Lobith gepasseerd 20 juni ?Schelde? Vermeulen St.Maartensdijk
7 mei 1908, hermeting te Rijswijk.
3 juni 1909 Lobith gepasseerd, bestemming St.Maartensdijk
15 augustus 1910 Algemeen Handelsblad: Hansweert gepasseerd 14 augustus 1910. Schelde, Vermeulen; bestemming St.Maartensdijk
1914: schip vermeld in Duitstalig register van uitgereikte rijnvaartpatenten. Betreft zeilschip "Schelde"; hoofdmateriaal ijzer; met vast dek; lengte 27,65, breedte 5,8; laadvermogen 155,4 ton; laatste grote reparatie in 1907, laatste inspectie op 18 maart 1910 in Antwerpen; bemanning 2 personen; getaxeerde waarde 11500 duitse mark; schipper+eigenaar A. Vermeulen te St. Maartensdijk; patent uitgereikt 2 april 1906 te Den Haag; patent geldig vanaf Mannheim tot in zee;
24 augustus 1910: overgeschreven op naam van Jac. Broekaert te Hontenisse [NB: Vrijwel zeker was dit schipper Jacobus Broeckaert, geboren in 1864 en overleden in 1920 te Hontenisse].
20 maart 1920: schip overgeschreven op naam van Wed. Jacobus Broeckaert te Hontenisse.
9 juli 1928: eigenaar Anna Catharina Broekaert-van Goethem, weduwe van Jacobus Broeckaert te Baalhoek.
Op deze datum voorzien van brandmerk 13 B Zzee 1928, geen sporen van eventuele eerdere brandmerken aangetroffen.
Schip omschreven als "hebbende een vooronder, een laadruim, een machinekamer, een dek met luikhoofd en een salonroef met stuurhut".
24 augustus 1928, scheepsmeting D4032N te Kinderdijk: "Schelde", ijzeren motorklipperschip , lengte:27 m 49 cm, breedte:5 m 77 cm. inzinking:?, waterverplaatsing:152,405 ton, eigenaar:? Domicilie:Hontenisse
Later (datum niet vermeld) is de toenmalige motor beschreven als een 60 PK Holandia 2 cylinder gloeikopmotor.
12 februari 1935: beslag gelegd op het schip; opgeheven op 8 maart
7 februari 1939, eigenaar: Leo Andreas Broeckaert [NB:geb. ca 1905-overleden 1973 te Sas van Gent ] te Baalhoek [NB: Zeeuws-Vlaanderen].
1946, scheepsmeting: eigenaar L. Broeckaert, Hontenisse
29 oktober 1953: domicilie eigenaar Terneuzen, Korte kerkstraat 7
30 januari 1963, eigenaar Eduardus Johannes van Leemput te Lamswaarde (gemeente Hontenisse), Frederik Hendrikstraat 5
13 juni 1967, domicilie eigenaar: Sas van gent, Kloosterlaan 9. Beschrijving scheepsmotor: 6 cilinder 4 takt Kromhout scheepsdieselmotor, 105 PK bij 1500 omw/min, type 6TH 117
22 maart 1974: eigenaar BV Marinus van de Marel, sloperij te Ouwerkerk, Viane 1.

"Sophia Wilhelmina", "Geertruida", "Oso III" enz.


Een metalen klipperaak, in 1885 gebouwd op de werf Hoebee in Papendrecht.
3 januari 1901 opgemeten onder de naam ?Sophia Wilhelmina?, te Sas van Gent, meetnummer Sg92N: lengte 43 meter, waterverplaatsing ongeveer 384 ton. Het was toen eigendom van Wilhelmina van den Berge met als domicilie Terneuzen; zij was weduwe van schipper Cornelis Vel, die begin december 1900 overleden is.
In 1927 beschreven als: ijzeren sleepschip met 2 laadruimten, ingericht tot goederenvervoer, geen mast, 1 achterroef.
1 juli 1901: in eigendom overgegaan naar Cornelis Levinus Hamelink, schipper wonende te Terneuzen, schip hernoemd tot "Geertruida" (bron: MMR).
Schrijver deze vermoedt dat het gaat om Cornelis Levinus Hamelink (1877-1959), schipper en wonende in Terneuzen. Schippers noemden een schip vaak naar hun vrouw maar Cornelis was in 1904 nog niet getrouwd; de scheepsnaam komt misschien van zijn moeder, Geertruij Vereijke. Cornelis trouwde in 1905 met Wilhelmina Kuik (1878-1949), een Vermeulen-nazaat.
5 februari 1904 : een berichtje in de Middelburgsche Courant verhaalt dat de zeilaak ?Geertruida?, met schipper Hamelink, met superfosfaat op weg van Antwerpen naar Rotterdam, op de oostberm bij Hansweert lek was gestoten en in zinkende staat door de sleepboot ?Leopold? op het droge gesleept. Met ?spek? en cement werd het schip dicht gemaakt. [Blijkbaar werd soms in zo?n geval een groot stuk spek voor het lek gehouden, wat door het naar binnenstromende water erin werd gezogen/gedrukt en zo provisorisch de zaak dichtte].
17 september 1913: hermeting te Dordrecht; laadvermogen bepaald op 394,661 ton.
4 juni 1918 overgegaan in eigendom op H.B. Peelen te Rotterdam (akte hypotheekkantoor Dordrecht deel 19 no 3895, scheepsnaam "Hubert". bron: MMR)
3 juni 1919 overgegaan in eigendom op Hendrikus Johannes Dingemans te Rotterdam, thans genaamd "Christina" (bron: MMR)
15 juni 1920: overgegaan in eigendom en veranderd van scheepsnaam(bron: MMR, registratie in het hypotheekkantoor te Dordrecht) "Oso III", N.V. Scheepv. Mij. Oso III, domicilie Rotterdam .
7 januari 1927 gebrandmerkt met 183 B Dord 1927. Eigenaar nog steeds N.V. Scheepv. Mij. Oso III.
4 juni 1930 hermeting te Bolnes, meetnummer R7652N. Naam schip Oso III, sleepschip, Materiaal: staal Werf:Hoebee Plaats werf:Dordrecht Bouwjaar:1885
Lengte: 43 m 11 cm Breedte: 7 m 06 cm Inzinking: ? Waterverplaatsing:392,703 ton
Naam eigenaar niet vermeld, ook geen domicilie.
4-2-1943 eigenaar: Transport en Handel Mij D. Rijnzaad [?] NV te Rotterdam.
29 september 1943 eigenaar: Jacob Sieper [?] te Amsterdam. [bron: getuigschrift brandmerk].
7 februari 1946: hermeting te Rotterdam, meetnummer R15081N
Naam schip "C.B.V. 543", metalen sleepschip, in 1885 gebouwd op werf Hoebee te Dordrecht.
Lengte: 42 m 98 cm Breedte: 7 m 07 cm Inzinking: 2 m 13 cm Waterverplaatsing: 383,781 ton.
Eigenaar: Ned. Staat Domicilie:'s-Gravenhage
8 dec. 1948 : naamswijziging "Evelja"
20-5-1955 doorhaling van de teboekstelling [41/32]. Eigenaar was toen ene Hermann Abheiden [?], schipper uit Papenburg (Duitsland)[bron: getuigschrift brandmerk]. Mogelijk heeft het daarna nog enige tijd in Duitsland gevaren.

"Spes Salutis", ook wel "Spes Salutus"


Stalen clipperaak, in 1903 gebouwd op de werf van A. van de Adel te Papendrecht. [de naam van de werf staat niet bij de scheepsmeting vermeld maar blijkt uit onderstaande kadasterakte].
Voor het eerst opgemeten als "Spes Salutus" op 7 oktober 1903 te Papendrecht, meetnummer D1392N.
Lengte 28 m 50 cm, breedte 5 m 77 cm, waterverplaatsing: 175,825 ton.
Eigenaar R. Leunis, domicilie Terneuzen.
12 oktober 1903: Kadasterakte Dordrecht 7/1552. "ingebrand 1552 Dord 1903" Dagregister deel 13 nummer 268.
Reinier Leunis, schipper te Ter Neuzen, verklaart hiermee enig en alleen eigenaar te zijn van het stalen Rijnzeilschip "Spes Salutis" volgens meetbrief Dordrecht 8 oktober 1903 groot 175,862 ton, hetwelk in het jaar 1903 gebouwd is aan de werf van de heer A. van den Adel te Papendrecht. Genoemd vaartuig, door mijzelf [Leunis] als schipper bevaren, is nog niet aan enig kantoor van Hypotheken en scheepsbewijzen ingeschreven, weshalve ik de teboekstelling daarvan te mijner name als eigenaar vermocht te doen plaats hebben, door middel van overschrijving dezer verklaring in de daartoe bestemde openbare registers van Scheepsbewijzen te Dordrecht. Genoemd schip hoort thuis in Nederland. 971 geregistreerd te Dordrecht 12 oktober 1903, deel 121 folio 103 verso vak 7.
[schrijver dezes vermoedt dat de eerste eigenaar Reinier Leunis (1847-1916) was , schipper, in 1904 wonende te Terneuzen en ergens voor 1913 verhuisd naar Dordrecht, daar volgens het schippersregister "aan boord" wonend met zijn gezin.]
1905-1939: in deze periode zijn er tientallen scheepvaartberichtjes te vinden omtrent de passage van Hansweert en Lobith van een schip Spes Salutis( ook wel Spes Salutus) met een schipper Leunis.
Ergens voor april 1917 heeft een schip Spes Salutis tijdens een storm, bij Krabbendijke de havenbeschoeiing beschadigd.
8 juni 1916: schipper Reinier Leunis overleden. Op de gezinskaart van zijn weduwe, Cornelia Leunis-vermeulen (1852-1935), staat dat ze te Dordrecht "aan boord" woonde met onder andere haar jongste zoon Jacob Leunis (1891-1959). Jacob had als beroep "schipper zeilschip Spes Salutis". [NB: aannemelijk is dat genoemd schip van zijn vader is geweest]
maart 1923: Jacob Leunis verhuist met zijn moeder naar Wemeldinge, woont ook daar aan boord.
15 juli 1924: hypotheekakte Dordrecht dd 15 juli 1924 deel 24 no. 5306.
23 maart 1926 [Vlissingse Courant] : Voor rekening van J. Leunis te Terneuzen werd opdracht gegeven om bij scheepsbouwer G. Timmer te Schiedam het zeilschip "Spes Salutis" tot motorvrachtboot te verbouwen. Het vaartuig wordt daartoe naar de eisen des tijds ingericht en uitgerust met een 60 PK 2 cylinder Hollandie motor van Smit &Co's Machinefabrieken te Kinderdijk.
15 juli 1926: hermeting van de "Spes Salutus". Het is nu een motorclipper "10/60"[? niet goed leesbaar], zelfde afmetingen, tonnage 172.547. Eigenaar is nu "J. Leunis Rzn uit Wemeldinge".
[schrijver dezes meent dat dit nog steeds de hiervoor genoemde Jacob Reinierszoon Leunis (1891-1959) is.
7 januari 1957 hermeting te Sliedrecht, meetnummer R22541N. Naam schip Spes Salutis, stalen motorschip. Lengte: 28 m 35 cm; Breedte:5 m 80 cm ; Inzinking:1 m 96 cm ; Waterverplaatsing:174,676 ton. Geen eigenaar vermeld.
9 juli 1959 hermeting, meetnummer: R24836N. Naam schip Spes Salutis, scheepstype motorschip (klipper), materiaal onbekend. Werf: Fa. A. v.d. Adel, plaats werf Papendrecht, bouwjaar 1903, lengte 28 m 29 cm ; breedte 5 m 82 cm ; inzinking 2 m 19 cm; Waterverplaatsing:206,561 ton. Geen eigenaar vermeld.

Vermeldingen in kadaster no 1288 Dord B 1928: motorschip Spes Salutis (AE 13085) (R22541) R24836)

MS "Tanja"


Rond 1940/1968 eigendom geweest van Jacob Vermeulen (1904-1971), gehuwd met Tannetje Cornelia Adamse.
in december 1945 genoemd als laatst bekende verblijfadres van "Jac. Vermeulen", betreft teruggaaf van in de oorlog door de Duitsers in beslag genomen radio.
In de periode 1949-1960 diverse krantenberichtjes betreffende de passage van Hansweet/ kanaal door Zuid-Beveland van een schip "Tanja" met schipper Vermeulen, o.a.:
21 september 1949 passage van Hansweert met bestemming Belgi?,
1 oktober 1949, bestemming Nijmegen ; 7 oktober 1949, bestemming Belgi?
7 oktober 1949:
17 december 1968: Interview in de PZC met schipper J. Vermeulen, aan boord van de "Tanja". Het interview betreft onder andere de ervaringen met het nieuwe kanaal termeuzen-Gent.
In 1971 was het schip eigendom van de dochter en schoonzoon van Jacob en Tannetje Vermeulen-Adamse. Het schip lag toen in Veere.

"Tannetje Maatje"


Metalen zeilschip, in 1882 gebouwd op een werf te Hoogezand, metend 3181 centenaar [=159 ton].
Vermeld in het Rijnvaartpatent-register van 1898: Schipper C. Vermeulen, eigenaar W. Vermeulen, uit Amsterdam; Rijnvaartpatent verleend te s'Gravenhage in 1885, geldig voor Mannheim bis ins meer. Klasse A2, GR, 3181 centenaar, gebouwd te Hoogezand 1882; Nederlandse vlag; M[etaal];ung[esohlt] tjalk; f.D. [vast dek] ; mit[met lekkleed]; 3 bemanningsleden; taxatie 8000 [?, slecht leesbaar] DM
In oude kranten staan een aantal berichtjes/scheepvaartmeldingen over een schip "Tannetje Maatje" met schipper Vermeulen:
Zierikzeesche Nieuwsbode 12-12-1885: Willem Vermeulen, van het zeilvaartuig ?Tannetje Maatje? wordt uitgenodigd zijn woonplaats op te geven aan het departement van waterstaat, handel en nijverheid, teneinde aan hem een ordonnatie van betaling te kunnen uitreiken.
[schipper] Vermeulen [met schip] Tannetje Maatje
5-4-1886 Lobith gepasseerd met bestemming Ommelanderwijk ; 26 januari 1887 Lobith gepasseerd met bestemming Belgi?; 2 december 1891 Lobith gepasseerd met bestemming Duitsland; 19 december 1891 Lobith gepasseerd met bestemming Rotterdam; 28 februari 1892 Hansweert gepasseerd met bestemming Belgi?; 30 mei 1893 Lobith -> Duitsland; 31 januari 1894 Hansweert => Belgi?; 13 februari 1894 Hansweert=>Belgi?; 21 april 1894 Hansweert=>Rotterdam; 8 augustus 1897 Hansweert=>Amsterdam; 20 april 1898 Hansweert=>Belgi?;

Vermoedens:


C. Vermeulen is vrijwel zeker Cornelis Vermeulen (1859-1943), getrouwd met Tannetje Maatje Vermeulen (1860-1924). Ze woonden van 1884 tot 1914 in Amsterdam. In 1883 voer Cornelis met een vaartuig ?Tannetje Maatje?, blijkt uit de geboorteakte van zoon Willem.
Eigenaar W. Vermeulen zou Willem Vermeulen (1828-1911) kunnen zijn, de vader van Cornelis. Hij was ook schipper en woonde van 1871 tot 1893 in Amsterdam. willem voer met een schip "de vrouw Cornelia".

"Twee Gebroeders"


Schip van Jacob Vermeulen (1784-1853), genoemd o.a. bij de geboorteregistratie van drie van zijn kinderen:
In 1828 "poonschuit "genoemd in de geboorteregistratie van zijn zoon Willem. Het schip lag toen aan de Spaanse Kade in Rotterdam.
Eveneens bij de geboorte van Wesselina in 1836 te Utrecht; "tealschip" genoemd op de (Franstalige) geboorteakte van zoon Marinus (1841).
Een advertentie in de Vlissingse Courant van 11 augustus 1843 noemt een kapitein J. Vermeulen met zijn schip ?de Twee Gebroeders?. Hij had voor rekening van ene A. Ruysch vanuit het Belgische binnenland kolen voor huishoudelijk gebruik aangevoerd naar Vlissingen.

houten tjalkschip "Twee Gebroeders"


Als laadvermogen wordt vermeld 2780 centenaar [=139 ton], of 121 KM, 121 ton (60 last).
In ieder geval van 1882 tot 1896 eigendom van Cornelis Pieter Kuijk(1851-1913).
Misschien is dit hetzelfde schip als de hier boven genoemde "Twee gebroeders". Lena Vermeulen, de vrouw van Cornelis Kuijk, was een kleindochter van de hierboven genoemde Jacob Vermeulen (1784-1853.
Cornelis was al vanaf 1875 schipper; in 1875, 1876, en 1880 zijn kinderen van hem aan boord van een - niet bij name genoemd - schip geboren, blijkt uit de geboorteaktes. Het zou kunnen dat dit de "Twee gebroeders" is geweest.

- 1882, 1884: kinderen van Cornelis Pieter Kuijk(1851-1913) zijn geboren aan boord van het vaartuig "Twee gebroeders", of het "segelschiff Zwei Gebr?der", blijkt uit de geboorteaktes.
- 1891: een krantenartikel meldt dat schipper C. Kuijk met zijn tjalkschip "Twee gebroeders" aan de grond is gelopen. [bron: Middelburgsche Courant, 8 september 1891].
- 1893: Krantenbericht "In zake C.P.K., 41 j. schipper op het tjalkschip "De Twee Gebroeders" te Hardinxveld. " [bron: Middelburgsche Courant 3 mei 1893]
- 1896: houten schip "de Twee Gebroeders", draagvermogen 2780 centenaar, eigenaar Cornelis Pieter Knijk [sic], woonplaats Hardinxveld, staat vermeld in een Duitstalig register van verleende rijnpatenten, volgnummer 6410. Het schip was voor laatst ge?nspecteerd te Ruhrort, op 6 december 1893; het had twee bemanningsleden. Het register is voor dit schip is maar zeer ten dele ingevuld.
- Krantenbericht uit De Zeeuw, 31 maart 1896. In het gerechtsgebouw te Middelburg werd j.l. vrijdag executoriaal verkocht het tjalkschip "De twee gebroeders" groot 121 KM, 121 ton (60 last), [eigenaar Cornelis Pieter Kuijk], met al wat er op dat schip aanwezig is, zoo en in dier voege als het is in beslag genomen en thans ligt te Ter Neuzen in de vluchthaven aldaar. Koper werd de heer J.W. Verhulst qq voor f 510.
[NB: Rond die tijd was er in Middelburg een notaris J.W. Verhulst. Mogelijk was hij slechts een tussenpersoon; zijn naam komt in ieder geval niet voor in het scheepsmetingenregister (voor zover dat in 2018 online stond).
Het is schrijver dezes onbekend wat er verder met het schip is gebeurd. In het scheepsmetingsregister staan minstens vier tjalken die qua bouwjaar (1858-1876) en qua laadvermogen (ca 120 ton) in aanmerking komen. En natuurlijk kan het schip in 1896 of later een andere naam hebben gekregen.

- 1898: het schip staat nogmaals vermeld in het Duitse Rijnvaartpatentregister van dat jaar. Schipper Cornelis Pieter Knijk [sic] uit Hardinxveld, 2780 centenaar metend, laatste insepctie 6-12-1893 te Ruhrort.
Schrijver dezes vermoedt dat de eigenaarswisseling van 1896 niet aan het Rijnvaartpatentregister is doorgegeven. Cornelis Pieter Kuijk woonde sinds 1896 in Terneuzen, was eerst binnenloods, werd begin 1898 failliet verklaard, was nog korte tijd scheepsbevrachter.

"Het vertrouwen"


Houten hektjalk, in 1870 gebouwd op een werf in Papendrecht.
In 1890 werd een zeilschip "(Het) Vertrouwen" vermeld in een Duitstalige register van Rijnvaartpatenten [bron: MMR]. In 1881 was te Dordrecht een Rijnvaartpatent verleend, voor de Rijn tot aan Ruhrort. Eigenaar van het schip was Isaak Vermeulen uit Sint Maartensdijk.
In het Rijnvaartpatent-register van 1898 staat bovendien dat hij zowel schipper als eigenaar was. Houten zeilschip; vaargedeelte: Rhein bis Rurohrt; klasse A2; diepgang GR 1,77; laadvermogen 1353 centenaar [=67,65 ton], gebouwd te Papendrecht 1870; varend onder nederlanfse vlag; ung tjalk; f.D [vast dek], ohn. [leckkleid], 2 bemanningsleden
Op 19 april 1900 liet ene A. Vermeulen met domicilie Sint Maartensdijk dit schip te Dordrecht officieel opmeten, meetnummer D336N.
Er staat niet vermeld of dit de eerste meting was.
Het schip had een lengte van 17,85 meter, een breedte van 4,38 meter en een waterverplaatsing van 66,989 ton.

Er zijn een aantal krantenberichtjes die mogelijk betrekking hebben op dit schip:
18-01-1884 Algemeen Handelsblad. Lobit gepasseerd 15-1-1884. Vertrouwen, Vermeulen, bestemming st. maartensdijk; idem mei, juli 1886 ?(Het) vertrouwen?
07-09-1889 Rotterdamsch nieuwsblad. Rijnvaart, Lobith gepasseerd 5 september met bestemming St.Maartensdijk. ?Het Vertrouwen?, Vermeulen
04-10-1894 Het nieuws van den dag : kleine courant. Lobith gepasseerd 2 oktober 1894, ?Vertrouwen?, Vermeulen, bestemming St.Maartensdijk
18-11-1896 Het nieuws van den dag : kleine courant. Hansweert gepasseerd 15 november 1896. ?Vertrouwen?, Vermeulen, bestemming St.Maartensdijk
8 mei 1909 hermeten onder nummer Br1239B; 58118 kilo. "Thans eigenaar C. Fluijt St. Maartensdijk. gewijzigd 8 mei 1909, thans genaamd 'Vertrouwen' ".

Vermoedens:


De in 1890 en 1898 genoemde "Isaak" Vermeulen was volgens mij Izak vermeulen (1861-1948). Hij woonde zeker vanaf 1880 te Sint Maartensdijk en was zeker vanaf 1888 (huwelijksakte) schipper. Maar aan hem zou dan al op 20 jarige-leeftijd in 1881 een Rijnvaartpatent zijn verleend. Mij is niet bekend met welk schip hij eerst voer; vanaf 1902 in ieder geval met een dat jaar nieuw gebouwde paviljoenschuit "Jacoba". Wat betreft de vanaf 1900 genoemde "A. Vermeulen": mogelijk was dit Adriaan Vermeulen (1835-1906), schipper, geboren en overleden te St.Maartensdijk,gehuwd met Ap(o)lonia Hage (1834-1917).
Het zou ook kunnen gaan om zijn gelijknamige zoon Adriaan Vermeulen, 1877-1953.
Adriaan senior voer mogelijk tussen 1862 en 1887 met een schip "Apolonia" of "Plonia", of achtervolgens met twee schepen met dezelfde naam, de eerste 46 ton metend, de laatste 58 ton.
C. Fluijt was misschien Cornelis Fluijt, geboren 1877, beroep in het bevolkingsregister van St. Maartensdijk over de periode 1904-1936 eerst vermeld als "schipper", later "havenarbeider"]

"Vertrouwen"


Stalen zeilschip, blijkens een scheepsmeting (nr. D4915N) op 12 oktober 1932 te Dordrecht was dat in 1912 op de werf van de Weduwe Boot te Woubrugge gebouwd, ruim 31 meter lang, met een waterverplaatsing van ruim 240 ton. Eigenaren waren de gebroeders A. en J. Beijer et als domicilie Ooltgensplaat.
Het gaat hier om Johannis Beijer(1881-1976) en zijn broer Aart (geboren in 1893). Johannis voer in ieder geval in oktober 1934 nog op de "Vertrouwen". In mei 1936 verhuisde hij van Ooltgensplaat naar Rotterdam; hij voer toen op de "Majo", zie elders op deze pagina.

"Verwisseling"


Zeilschip wat in 1914 vermeld staat in een Duitstalig register van Rijnpatenten [bron MMR]:
De schipper, tevens eigenaar, was ene Adr. Vermeulen uit St. Maartensdijk. Het schip was in 1895 gebouwd te Zwartsluis, was 40,63 meter lang, 6,16 meter breed, had een laadvermogen van 300,1 ton, een vast dek en een bemanning van twee man.
Als waarde werd opgegeven 14000 Duitse Mark. In 1912 was het voor het laatst uitgebreid gerepareerd; op 19 juni 1914 was het voor het laatst ge?nspecteerd, te Ruhrort. Het viel in de klasse A1 (bijzonder goed onderhouden).
Het Rijnvaartpatent gold voor "G.R." (Ganz Rhein = gehele rivier de Rijn).
De in het rijnpatent-register vermelde "Adr. Vermeulen" zou [volgens schrijver dezes] vermoedelijk Adriaan Vermeulen (1877-1953) kunnen zijn, die tot 1909 eigenaar was van een hektjalk "Het Vertrouwen", en vanaf 1921 mede-eigenaar van het motorschip "Jacoba".
Van 1910 tot 1915 staat in scheepvaartmeldingen in oude kranten [bron: Delpher] regelmatig een schip "Verwisseling" met schipper Vermeulen vermeld, bij passage van Lobith of de sluizen bij Hansweert.
Mogelijke latere vermelding in het scheepsmetingsregister: betreft een stalen sleepschip "Verwisseling" wat ook in 1895 te Zwartsluis is gebouw, en vrijwel dezelfde afmetingen heeft.
Op 5 april 1937 te Rotterdam opgemeten, meetnummer: R10198N, naam "Verwisseling", kadasternummer 154 B Zwolle 1928, afmetingen 40 m 55 cm x 6 m 13 cm; waterverplaatsing 303,306 ton; eigenaar F.H. van Rossum met als domicilie ?s-Gravenhage,
Uit een latere scheepsmeting (18234N), te Amsterdam op 7 juli 1959, blijkt dat het toen een motorklipperschip was geworden, varend onder de naam "Carp?".
Bij een meting uit 1969 stond het vermeld als "Twee gebroeders", oude namen "Corp?" en "Lijopa".

Volharding



"Voorzorg"


tweemastklipper van Pierre Vermeulen (1865-1933).
De naam van het schip wordt genoemd door diens zoon Dingenus Vermeulen, in een interview in het blad "Kanaal verhaal" van november 1992, blz 9.
Genoemde Pierre voer in 1903 nog met een houten tjalk "de Drie gebroeders".
Schrijver dezes kon verder geen vermelding van de "Voorzorg" vinden in de het scheepsmetingsregister (lvbhb) of de Zeeuwse krantenbank.

"de Vriendschap"


Tjalkschip met een diepgang van "47" en een grootte van "2005,04" [op de website Dordtenazoeker staat dat de grootte met 100 moet worden vermenigvuldigd, en gedeeld door 2, om -tonnen- te krijgen].
Op 21 mei 1873 werd te Dordrecht een Rijnvaartpatent afgegeven aan schipper Hector Vermeulen, varend met dit schip.
Dit moest haast wel Hector Vermeulen (1817-1909) geweest zijn, de eerste schipper met deze naam. Uit een aantal krantenberichten uit de periode 1878-1885 blijkt dat een schipper H. Vermeulen regelmatig kolen vervoerde vanuit het Rurgebied naar Burghsluis en Brouwershaven.
In een (Duits) register uit 1879 van Rijnvaartpatenten staat een W. Vermeulen uit Zierikzee vermeld, met een houten schip "De Vriendschap". Verder staat alleen vermeld dat het schip in 1877 voor het laatst was ge?nspecteerd; andere details (bouwjaar enz.) ontbreken helaas. [bron: bibiliotheek MMR].

"de vrouw Elisabeth"


Geen gegevens over het schip bekend.
Hector Vermeulen (1872-1956) woonde rond 1899 aan boord van dit schip, blijkt uit het Middelburgse schippersregister. Vermoedelijk tot 1906, daarna woonde hij op de "Johanna Adriana".

"Walcheren", later : "Plonia Pieternella"


Stalen klipper, in 1902 gebouwd de werf v.d. Adel in Papendrecht.
Op het Getuigschrift van Inbranding (1927) staat als oorspronkelijke omschrijving: "klipperschip van ijzer en staal, hebbende 1 dek, 1 mast, 1 roef en 1 laadruim, zijnde een zeilschip".
De eerste scheepsmeting vond plaats op 21 januari 1902 te Papendrecht, meetnummer: D1029N.
Lengte 23 m 20 cm, breedte 5 m 48 cm, waterverplaatsing 134,415 ton.
Eigenaar H. Vermeulen Jzn (Huibrecht Jacobszoon Vermeulen, 1841-1919) had als domicilie Middelburg.
Genoemde Huibrecht Vermeulen, diens voorouders en nageslacht, en de schepen waarmee zij voeren, komen uitvoerig aan bod in de boeken "De Blikken Motor De laatste beurtschippers van Zeeland", en "Sturen en turen" van A.R. Koppejan. Uitgeverij ADZ, Vlissingen.
11 juni 1919 Na het overlijden van Huibrecht nam Huibrechts zoon Wessel (1876-1964) zijn vaders beurtdienst met de "Walcheren" over, vermoedelijk tot 1923. In dat jaar liet hij een nieuw schip, de "Walcheren II" bouwen.
12 april 1923 schip overgeschreven op naam van C.A. Schippers te Goes; scheepsnaam gewijzigd in "Plonia Pieternella". [bron: MMR, "hyp. kantoor Rotterdam, deel 57 H(?):15017"]. [NB: betreft Cornelis Abraham Schippers (1881-1970); hij was getrouwd met Plonia Pieternella Vermeulen (1884-1954), een dochter van Huibrecht Vermeulen].
16 juli 1923: scheepsmeting te Leiden.
3 januari 1927: voorzien van kadaster brandmerk 594 B Rott 1927. Daarbij zijn "oude merken aanwezig bevonden en vernietigd". Eigenaar Cornelis Abraham Schippers, schipper te Goes; scheepsnaam "Plonia Pieternella", klipperschip, groot 134,415 ton.
2 juli 1937: hermeting, meetnummer RRt1448D, in Duitsland(?).
29 juli 1948; bij een scheepsmeting te 's-Hertogenbosch, meetnummer R16310N, werd vermeld dat het schip een zijschroefinstallatie had gekregen. Als eigenaar staat vermeld C.A. Schippers met als domicilie Middelburg.
Op enig moment is een 14/16 PK Deutz dieselmotor ingebouwd, fabrieksnummer 263644. {NB: misschien is dit de zijschroefmotor?]. Die is later vervangen door [of aangevuld met?] een 3 cylinder 83 PK GMC motor. Uit de notities op het Getuigschift van Inbranding valt niet op te maken wanneer een en ander is gebeurd.
De "Ms Plonia Pieternella" werd overgedragen aan de 2 dochters van Cornelis: Cornelia Elisabeth Schippers en Maria Cornelia Pieternella Schippers.
25 juni 1955: als eigenaar staat vermeld Jurjen Berends, schipper te Avereest. Jurjen Berends (1910-1989) was getrouwd met Cornelia Elisabeth Schippers (1913-2006).
juni 1962; Bij een scheepsmeting (meetnummer A19342N) te Amsterdam voer het schip nog onder dezelfde naam, nu als motorschip. Het was inmiddels 10 meter verlengd tot 33.10 meter , en mat nu ruim 218 ton.
1 februari 1963: inmiddels uitgerust met een 6 cylinder 2 takt 165 PK GM dieselmotor type 3029A, motornummer 87180785.
Cornelia Elisabeth verkocht haar deel in het schip aan haar zwager Johannes Ooms (1908-1996), gehuwd met Maria Cornelia Pieternella Schippers.
17 januari 1969: als eigenaar vermeld Johannes Ooms, schipper te 's Gravenhage (later: Rotterdam).
1970: het schip met als eigenaar Johannes Ooms, werd met subsidieregeling gesloopt.
15 september 1972: doorhaling van teboekstelling [deel 356, nr 152, ingevolge artikel 752 WvK b
Plonia Pieternella
De "Plonia Pieternella" als schaalmodel

"Walcheren II"


Stalen motorschip 44 pk, in 1923 gebouwd op de N.V. Scheepsbouwwerf ?s Lands Welvaren te Maassluis.
Omschrijving: met 1 dek, 1 ruim, 1 roef, een 2 cylinder Deutz Brons motor van 40 PK (later vervangen door een 60 PK motor).
Op 18 april 1923 te Rotterdam voor het eerst opgemeten, meetnummer R5538N.
Lengte 25 m 98 cm, breedte 5 m 38 cm, waterverplaatsing 148,957 ton.
Eigenaar Wessel Vermeulen, [NB: 1876-1964] beurtschipper met domicilie Middelburg.
Genoemde Wessel Vermeulen, diens voorouders en nageslacht, en de schepen waarmee zij voeren, komen uitvoerig aan bod in de boeken "De Blikken Motor De laatste beurtschippers van Zeeland", en "Sturen en turen" van A.R. Koppejan. Uitgeverij ADZ, Vlissingen.
Op de website http://www.lvbhb.org staat vermeld dat de werfnaam uit "Statistiek van den Nederlandschen Scheepsbouw 1923" komt.
1923: voorzien van brandmerk 15011 Rott 1923.
3 december 1926: uit een op deze datum te Rotterdam opgesteld getuigschrift van inbranding blijkt dat het schip toen het kadasterbrandmerk 156 B Rott 1926 kreeg. Het brandmerk uit 1923 werd verwijderd.
De "Walcheren 2" werd toen beschreven als een stalen motorvrachtschip, 148.450 ton metend. Eigenaar was Wessel Vermeulen, beurtschipper, gekozen domicilie Middelburg, Havendijk 42.
Het schip werd nog meerdere malen opgemeten, in 1946 (meetnummer R15350N) voer het nog onder dezelfde naam en dezelfde eigenaar.
Wessel Vermeulen overleed in 1964.
In 1967 (meetnummer R30888N) was het schip hernoemd in "Albatros", de naam van de eigenaar staat niet vermeld.
14 maart 1968: eigenaar Willem de Graaf, schipper te Bruinisse. Het schip "Albatros" werd vermeld als sportvaartuig. 70/77 PK motor, nummer D 7171.
Ook in 1977 (R40740N) voer het nog onder de naam "Albatros".
30 november 1978; motor vermeld als 6 cylinder 2 takt 165 PK GM dieselmotor nr 6A18112. Waterverplaatsing 14,542 M3. Brandmerk uit 1926 opnieuw aangebracht.

"Wilhelmina?, later mogelijk "de vrouw Catharina"


Poonschuit genoemd in de overlijdensakte van Wessel Pieterszoon Vermeulen (1786-1832). Hij is overleden op 5 september 1832, 45 jaar oud, aan boord van een poonschuit ?Wilhelmina? die op dat moment aan een steiger in Rotterdam lag. Wessel was beurtschipper van Tholen op Rotterdam, en gedomicilieerd te Tholen. Zijn broer Willem Marinus deed te Rotterdam aangifte van het overlijden.

Vermoedens:


De poonschuit ?Wilhelmina? zal vermoedelijk vernoemd zijn naar Wessels echtgenote, Willemina/Wilhelmina Deurloo (1786-1844).
Na Wessels overlijden in 1832 is de poonschuit mogelijk enige tijd in gebruik geweest bij zijn weduwe, die nog als "beurtschipperesse" wordt vermeld.
Na haar overlijden in 1844 blijkt uit een kadasterakte dat hun zoon Izak (1811-1886) een hypotheek vestigde op een poonschuit "Wilhelmina" van 36 ton, die hij voor 1600 gulden had gekocht. Het is aannemelijk dat Izak bij de boedelverdeling van zijn moeders erfenis het schip overnam. De hypotheek werd geroyeerd in 1859.
Het lijkt schrijver deze aannemelijk dat Izak de "J. Vermeulen, Beurtman van Tholen op Dordrecht, Poon De Vrouw Catharina, 35 Tonnen" is die van 1854 en 1859 vermeld staat in de lijst van betaalde havengelden te Dordrecht. Gezien het vrijwel gelijke tonnage is het goed mogelijk dat hij de poonschuit "Wilhelmina" (36 ton) hernoemde tot "de vrouw Catharina" (35 ton); Izaks echtgenote heette Katarina/Catharina van der Linde.
In 1859 zal hij het schip verkocht hebben. Izak ging toen met een poonschuit van 52 ton varen, ook weer "de vrouw Catharina" genaamd.

"(De) Weldaad"


. Vermeld in (Duitstalige) Rijnvaartpatentregisters van 1890, 1896 en 1898[bron:MMR]:
In het register van 1890 staat alleen de naam+woonplaats van de schipper: Hector Vermeulen uit Zierikzee
Register 1896: Weldaad(de) ; [schipper + eigenaar] Hector Vermeulen uit Zierikzee. Vaargebied: Rhn bis Coln, Holland und Belgien ; laadvermogen 2394 centenaar [199,7 ton], gebouwd te Papendrecht 1874, varend onder nederlandse vlag, materiaal Hout, ungesohlt Tjalk, f.D. (vast dek), 2 bemanningsleden.
register 1898: Vermeulen Hector, Zierikzee, A1 metaal , Rhn b. Coln, Holland u Belgien, 2894 centenaar [of 2394?; misschien een schrijffout mijnerzijds of in het register], Papendrecht 1874, vlag nied , H, ung tjalk, f.D mit 2

1884-1888 diverse scheepvaartmeldingen van een schipper Vermeulen met een schip "(de) Weldaad", bijvoorbeeld: 01-06-1886 scheepvaartbericht (uit Delpher; Het nieuws van den dag : kleine courant). Lobith gepasseerd 29 mei 1886. ?Weldaad?, Vermeulen, bestemming Burghsluis.

Vermoedens:


Hector Vermeulen (1817-1909) is voor zover schrijver dezes bekend, de enige schipper Hector Vermeulen die in alle drie de jaren (1890, 1896 en 1898) in Zierikzee woonde. Vermoedelijk was hij de Hector Vermeulen aan wie in 1873 een Rijnvaartpatent werd verleend voor een schip "De Vriendschap". In 1879 en 1882 voer een "W. vermeulen" uit Zierikzee (misschien Hectors zoon Wessel?) met een schip "de vriendschap". Misschien was dit Hectors zoon Wessel.
Problematisch is wel dat er tussen 1883 en 1897 ??k een aantal scheepvaartmeldingen zijn van een schipper Vermeulen (zonder voorletter) met een schip "(de) Vriendschap", terwijl tegelijk 1884-1888 een schipper Vermeulen met een schip "(de) Weldaad" voer. Het zou kunnen dat Hector eigenaar was, maar een van zijn zonen schipper.

"Zeeland"


In 1923 gebouwd op de Arnhemse Scheepsbouw Mij te Arnhem, onder de naam ?Rijksbetonning Nr.2?, 28 meter lang en bijna 6 meter breed.
Uitgebreide info met foto's op de website https://www.binnenvaart.eu/dienstvaartuig/29795-rijksbetonning-nr-2.html: Het was oorspronkelijk een loods- en betonningsvaartuig met als standplaats Vlissingen.
Tijdens WO II tweemaal tot zinken gebracht. In 1945 gelicht en weer in de vaart gebracht.
1960-1962 bij Welgelegen in Harlingen omgebouwd tot passagiersschip. Nieuwe motor ingebouwd: 195 pk Volvo Penta.
1962 in de vaart als passagiersschip. 12 daagse reizen vanuit Leeuwarden naar de Rijn en Moezel.
16 mei 1962: scheepsmeting G10885N te Groningen. Naam schip "Zeehond", passagiersmotorschip, 28 m 04 cm x 5 m 87 cm x 2 m 71 cm. Waterverplaatsing 37,901 ton. Eigenaar: Noord. Scheepv. met domicilie Leeuwarden.
1977: gekocht door Andries Vermeulen (1919-1994) en familie, die er vakantiereisjes mee ging varen, ondere andere met gezelschappen ouderen naar de Rijn, de Moezel, bollenvelden en diverse steden. Zoon Adrie nam later het bedrijf over, waarna zijn ouders bij hem in dienst kwamen.
24 oktober 1977: scheepsmeting R40739N te Rotterdam. Naam schip "Zeeland", motorpassagiersschip, 28 m 09 cm x 5 m 87 cm x 1 m 60 cm. Waterverplaatsing 24,166 ton. Geen eigenaar vermeld.
21 maart 1988: scheepsmeting RN6267 te Rotterdam. Naam "Zeeland", motorpassagiersschip, 27 m 86 cm x 5 m 87 cm x 1 m 60 cm. Waterverplaatsing 15,427 ton. Geen eigenaar vermeld.
Het had in 2016 het EU Nummer 3270625.

Zeeland


Ijzeren klipperaak, in 1896 gebouwd op een werf te Zaltbommel.
2 november 1896: in een te Zierikzee opgestelde kadasterakte verklaart Willem Marinus Vermeulen [*1], schipper wonende te Sint Maartensdijk, de enige eigenaar te zijn van het overdekte ijzeren klipperzeilschip "Zeeland". Dit schip heeft een dek [?], een mast [?], is groot 164 tonnen, behoort te huis te St. Maartensdijk. Brandmerk 226 ZZEE 1896.
20-4-1898 krantenberichtje Algemeen handelsblad. Lobit gepasseerd 19 april 1898. ?Zeeland?, Vermeulen, bestemming St.Maartensdijk
Op 5 maart 1901 te Zevenbergen opgemeten, meetnummer Zb108N. Eerste meting?: onbekend. Lengte 27 m 67 cm, breedte 5 m 67 cm, waterverplaatsing:150,368 ton.
Eigenaar W.M. Vermeulen, Domicilie St. Maartensdijk.
Hermeting 19 juni 1903 Plaats:Dordrecht , hermeten 154,050 ton
Begin mei 1908 werd het schip voor 7250 gulden verkocht aan schipper Sake Hendriks Apollius, gedomicilieerd te Terhorne.
Omstreeks 6 april 1925 verkocht schipper Apollius, inmiddels gedomicileerd te Oosterland, zijn schip voor 7575 gulden aan Wilhelmus Bennik, schipper, gedomicilieerd te Wijk bij Duurstede. De koper noemde het schip "Theodora".

Vermoedens:


[*1] Vermoedelijk betreft het Willem Marinus Vermeulen (1865-1935). Hij was, voorzover bij schrijver dezes bekend, de enige schipper Willem Marinus Vermeulen die rond die tijd te Sint Maartensdijk woonde.

Zeemeeuw


Ijzeren klipperzeilschip, eind augustus 1897 te water gelaten op de Werf J. Meijer te Zaltbommel.
30-8-1897, berichtje in Algemeen Handelsblad: "van de werf van de heeren J. Meijer te Zaltbomel werd zaterdag met gunstig gevolg te water gelaten het ijzeren klipperzeilschip De Zeemeeuw, metende 85 last en gebouwd voor rekening van schipper P. Vermeulen te St. Maartensdijk."
In een advertentie in de Zierikzeesche Nieuwsbode van 9 september 1897 vroeg ?P.L. Vermeulen Az? [*1] uit St.Maartensdijk een bekwame schippersknecht ?P.G.? om dadelijk in dienst te treden op een nieuw ijzeren aakschip, groot 80 last.
De "Zeemeeuw" met schipper Vermeulen staat enkele malen vermeld in scheepvaartberichtjes, bijvoorbeeld:
6-5-1898, Het nieuws van den dag / kleine courant: Rijnvaart Lobit gepasseerd 4 mei Zeemeeuw, Vermeulen, st.maartensdijk.
-Het nieuws van den dag : kleine courant 11-07-1900 Rijnvaart, Lobit[h] gepasseerd na 2 uur Zeemeeuw, Vermeulen St.Maartensdijk
De Zeemeeuw is in 1901 gezonken, en daarna "opgeruimd".
13-2-1901, Middelburgsche Courant : Op de rivier onder de Zwijndrechtsewal is het ijzeren aakschip Zeemeeuw van schipper P. Vermeulen uit Sint Maartensdijk, van Duitsland naar Belgi?, geladen met steenkolen, aangevaren door een sleepkaan met als gevolg dat de ?Zeemeeuw? direct zonk. De drie personen die aan bord waren, de schipper, zijn vrouw en zijn knecht, wisten zich in de roeiboot te redden.
17-2-1901, De Tijd (godsdienstig-staatkundig dagblad) : "Het schip Zeemeeuw, groot 160 scheepston, geladen met steenkolen, van P.L. Vermeulen te St.Maartensdijk, is gezonken op 10 februari in de oude Maas onder Zwijndrecht op 45 meter uit de oever. Het schip zal worden opgeruimd na 18 februari".
Misschien is het schip na het "opruimen" gerepareerd en weer in de vaart gekomen. In de periode 1901-1904, voor het laatst op 23 maart 1904, zijn er nog scheepvaartberichtjes over een "Zeemeeuw", schipper/eigenaar Vermeulen en bestemming/thuishaven St.Maartensdijk, die Lobith had gepasseerd, bijvoorbeeld:
- Het nieuws van den dag : kleine courant 01-07-1901 Rijnvaart Lobith gepasseerd 28 juni Zeemeeuw Vermeulen , St.Maartensdijk
In het scheepsmetingsregister LVBHB is niets te vinden onder de zoektermen "Zeemeeuw" + "Vermeulen".
Vermoedelijk heeft Vermeulen de "Zeemeeuw" in 1904 verkocht; er zijn na 29 augustus geen scheepvaartberichtjes meer te vinden in Delpher.nl.
De nieuwe eigenaar liet het schip op 10 september te Dordrecht opmeten, meetnummer D1594N.
Die meting betreft een eveneens in 1897 ook in Zaltbommel gebouwde stalen klipperaak "Zeemeeuw" van 158 ton waterverplaatsing. [Schrijver dezes meent dat dit zoveel overeenkomt met de hieroven genoemde "Zeemeeuw", dat het wel ??n en hetzelfde schip moet zijn.]
Er staat niet vermeld of dit de eerste meting was, ook is de naam van de werf niet vermeld.
Het schip had een lengte van 27 m 65 cm, een breedte van 5 m 70 cm, en een waterverplaatsing van 158,506 ton
Eigenaar was J.J. Goeseije met als domicilie Breskens. [*2]
Een schipper Goeseije met schip "Zeemeeuw" staat een groot aantal malen vermeld in scheepvaartberichtjes, voor het eerst op 7 februari 1905.
De "Zeemeeuw" werd in 1927 opnieuw opgemeten, te Breda, en kreeg op zeker moment het brandnummer 145 B sHage 1927.
Het laatste scheepvaartbericht over een schipper Goeseije met schip "Zeemeeuw", voor zover in delpher.nl te vinden, dateert van 16 juli 1958. Het betreft hier mogelijk de zoon van Johannes Josephus Goeseije, Jannis Pieter, die eveneens schipper was.
Blijkens een scheepsmeting R32464N op 15 april 1969 voer het toen nog steeds onder de naam "Zeemeeuw". Het was inmiddels een motorschip en had toen een waterverplaatsing van 153,605 ton. De naam van de toenmalige eigenaar staat niet vermeld.

Vermoedens:


[*1] Het lijkt schrijver dezes zeer aannemelijk dat het hier gaat om Pieter Leendert Vermeulen (1873-1930), zoon van Adriaan Vermeulen. Pieter was schipper te Sint Maartensdijk, en de enige Vermeulen met de voorletters P.L.
[*2] Mogelijk was dit Johannes Josephus Goeseije, geboren in 1878. Hij was schipper en trouwde in 1904 te Breskens.

Zeemeeuw
De "Zeemeeuw" in de tijd dat deze eigendom was van de familie Goeseije.
de

Zes Gebroeders


Ijzeren tjalkschip, in 1888 gebouwd op een werf in Vierverlaten.
1897: Cornelis de Zeeuw (1872-1968) en zijn vrouw werden op 17 mei 1897 in het schippersregister van Middelburg ingeschreven, wonend aan boord van de "Zes Gebroeders".
1899: schip voorzien van brandmerk 345 Midd 1899 [bron: GVAB].
op 5 januari 1900 officieel opgemeten te Dordrecht, meetnummer D171N.
Bijna 24 meter lang, 5 meter breed en had een waterverplaatsing van ruim 149 ton.
Eigenaar C. de Zeeuw had als domicilie Middelburg.
1901, Krantenberichtjes uit o.a. De Telegraaf: Hansweert gepasseerd 15 juli, 26 augustus, 24 december 1901 met bestemming Belgie: "Zes Gebroeders,de Zeeuw.
In 1914 vermeld in het Rijnvaartpatent-register van dat jaar. Zes Gebroeders, schipper+eigenaar C. de Zeeuw uit Middelburg; diepgang GR 2,11; laatste inspectie 16-3-1904 te Antwerpen; lengte 23,86; breedte 5,06; 149,9 ton; gebouwd te Vierverlaten 1888; laatste belangrijke reparatie 1903 "a H sg", Nederlandsevlag; hoofdmateriaal ijzer; ung[esohlt]; f.D. [vast dek]; 2 bemanningsleden.
22 mei 1928: op verzoek van Cornelis de Zeeuw, schipper te Middelburg, liggende te Rotterdam voorzien van kadaster-brandmerk 28 B Midd 1928. Het schip mat toen [nog steeds] 149.889 ton. "bij onderzoek zijn geen vroegere merken, welke zouden zijn 345 Midd 1899, of sporen daarvan gevonden". [bron: GVAB].
Mogelijk heeft Cornelis de Zeeuw "de Zes Gebroeders" toen verkocht. Vanaf 1928 voer hij met het motorschip ?Madi?, zie aldaar.
1940 : In het adresboek van Middelburg, uit 1940, staan een schipper C. de Zeeuw en een schippersknecht P.H. de Zeeuw vermeld als inwoners aan boord van de ?Zes gebroeders?. Het is mogelijk dat Cornelis (senior) zijn schip ?de Zes gebroeders? omstreeks 1928 of later heeft overgedragen/verkocht aan zijn zonen Pieter Huibrecht en Cornelis jr. Een C. de Zeeuw (hoogstwaarschijnlijk Cornelis senior) woonde in 1940 aan boord van de "Madi", volgens adresboek van Middelburg.